Veranderingen van modi en klachten tijdens een schemagerichte
- Slides: 17
Veranderingen van modi en klachten tijdens een schemagerichte groepstherapie: een naturalistisch onderzoek Jasper van Rhijn Researchbegeleider: Gabriëlle van Son KP 15 V S
Schematherapie S is een evidence based behandeling S is een kostenefficiënte behandeling S met een lage drop-out (Farrell, Shaw & Webber, 2009; Giesen-Bloo et al. 2006; Nadort et al. 2009; Nordahl & Nysaeter, 2005; Renner et al. , 2013, Sempértegui, Karreman, Arntz, Bekker, 2013; Van Asselt et al. , 2008; Van Vreeswijk, Spinhoven, Eurelings-Bontekoe & Broersen, 2014)
Literatuur S Evidentie voor de rol van (reductie van) maladaptieve copingmodi bij reductie van de klachten. S En. . . door verbetering van gezonde modi.
Literatuur S Twee onderzoeken naar voorspellende & mediërende factoren: ² Nordahl, Holthe, Haugum (2005): ² ² S Reductie in de ernst van schema’s voorspellend voor symptoomverlichting na de behandeling. Van Vreeswijk et al. (2014): ² Hogere scores op zelfopoffering/onderwerping/bevestiging zoeken voorspellen een grotere symptoomvermindering. ² Veranderingen in schema's en symptomen versterken elkaar wederzijds. Weinig onderzoeken gaan in op de modidynamiek, hoe deze van invloed zou kunnen zijn op de ernst van de klachten en of en hoe modiscores tijdens het behandelproces veranderen.
Onderzoeksvragen S Voorspellen modiveranderingen in de eerste fase van de behandeling (vanaf de start tot 3 maanden van behandeling) een verandering in de ernst van klachten na 6 maanden? S Nemen de klachten toe na 3 maanden behandeling en vervolgens weer af na 6 maanden behandeling?
Hypothesen S De scores op de maladaptieve coping modi zullen eerst stijgen en vervolgens dalen. S De scores op de disfunctionele oudermodi zullen eerst stijgen en vervolgens dalen. S De scores op aangeboren kindmodi zijn na 6 maanden behandeling gedaald. S De scores op de gezonde modi zijn na 6 maanden behandeling gestegen.
Design ² Pre-treatment – Mid-treatment design (0 -6 maanden) ² Patiënten met persoonlijkheidsstoornissen namen deel aan een SFT-groep. ² Meetinstrumenten ² Symptom Questionnaire (SQ-48): totaalscore (behalve subschalen Work en Vitality) ² Schema Mode Inventory (SMI): gemiddelde scores per modigroep: 4 modigroepen ² Meetschema ² T 0: meting voor de start van de behandeling ² T 1: meting na 3 maanden behandeling ² T 2: meting na 6 maanden behandeling
Onderzoeksgroep Completers N = 28 N=38 8 mannen (21. 1%) 30 vrouwen (78. 9%) M =31. 1 jaar ± 8. 5 6 mannen (21. 4%) 22 vrouwen (78. 6%) M = 31 jaar ± 8. 4 Drop outs N = 10 2 mannen (20%) 8 vrouwen (80%) M = 31. 3 jaar ± 9. 4
Resultaten
Resultaten
Resultaten Chart 2. Course of Symptom Severity per Symptom Severity Category (after 3 months) 80. 0 70. 0 60. 0 Deteriorated (14. 3%) 50. 0 Means for Symptom 40. 0 Severity Unchanged (67. 9%) Improved (10. 7%) 30. 0 Recovered (7, 1%) 20. 0 10. 0 T 0 T 1 T 2
Resultaten Chart 3. Course of Symptom Severity per Symptom Severity Categorie (after 6 months) 100. 0 90. 0 80. 0 70. 0 Deteriorated (14. 3%) Means for 60. 0 Symptom 50. 0 Severity 40. 0 Unchanged (67. 9%) Improved (10. 7%) Recovered (7, 1%) 30. 0 20. 0 10. 0 T 0 T 1 T 2
Resultaten S Geen significante verschillen tussen klachtengroepen (T 1 en T 2) voor verandering in scores van de modicategorieën tussen T 0 en T 1. S Wel significante verschillen tussen klachtengroepen (T 2) voor verandering in scores van de modicategorieën tussen T 1 en T 2: S Gemiddelde scores voor maladaptieve copingmodi daalden meer voor patiënten die verbeterden dan voor patiënten die verslechterden of onveranderd bleven. S Gemiddelde scores voor gezonde modi stegen meer voor patiënten die herstelden dan voor patiënten die verslechterden. S Ook een effect voor dysfunctionele oudermodi maar geen significant verschil tussen de klachtengroepen.
Resultaten ² Veranderingen in scores van modigroepen tussen T 0 en T 1 verklaarden 21. 2% van variantie van de verandering in klachten tussen T 0 en T 2 (na controle voor leeftijd en geslacht) maar …… p =. 25 ΔT 0 -T 1 β p Aangeboren kindmodi . 62 . 09 Maladaptieve copingmodi -. 40 . 24 Dysfunctionele Oudermodi . 18 . 60 Gezonde modi . 05 . 88
Beperkingen S Relatief klein aantal cliënten S Te korte meetperiode S YSQ niet geïncludeerd
Conclusie S Modiveranderingen in de eerste drie maanden van de behandeling kunnen een afname van de ernst van de klachten na 6 maanden niet statistisch significant voorspellen. S De ernst van de klachten daalt van T 0 –T 2; er is geen initiële stijging tussen T 0 en T 1. S Daling van aangeboren kindmodi, maladaptieve copingmodi en dysfunctionele oudermodi vanaf T 0 S Stijging van gezonde modi tussen T 0 en T 2. S Nauwelijks verbetering van klachten maar toch meer gebruik van gezondere copingstijlen, functionele gedachten, gedragingen en vaardigheden die nodig zijn om goed te functioneren na 6 maanden behandeling. Schematherapie lijkt zich in eerst instantie te richten op de verandering van de maladaptieve modi i. p. v. klachtenreductie.
Klinische implicaties S Verandering begint vanaf het begin van de behandeling! S Na 3 maanden de ‘working stage’: schemamodiverandering. S 20% tot 25% van de cliënten verbetert of herstelt klinisch tijdens de eerste 6 maanden: ook daarom herstelgerichte behandeling vroegtijdig inzetten bij clienten die verbeterd of hersteld zijn
- Kea tijdens
- Workshop signaleren herkennen psychische klachten
- Communicatie bij veranderingen
- Zijkant hoofd
- Kop stamper bloemkelk
- Slot in een tekst
- Hoeveel platte vlakken heeft een cilinder
- Schaaldeel liniaal
- Lijdende vorm voorbeeld
- Fasciculair cambium
- Hoeveel chromosomen bevat de kern van een cel van je lever
- Voorbeeld van een draaiboek
- Bladwijzer atlas
- Als een potvis in een pispot pist
- Balans is een momentopname
- Een eigen huis een plek onder de zon
- Eieren schouwen
- Een leven zonder dromen is als een tuin zonder bloemen