Van tijd tot tijd Woordenschat Gebruikte symbolen Ga
Van tijd tot tijd Woordenschat
Gebruikte symbolen Ga naar mijn volgende dia Ga naar mijn voorgaande dia Ik wil nog even mijn informatie raadplegen
Keuzemogelijkheid Wil je nog graag even de Maak je graag onmiddellijk de informatie doornemen ? oefeningen ? Klik op onderstaande knop
Vul het passende woord in. Elk jaar viert Wil zijn verjaardag. Hij is deze week jarig. Wil moet nog twee Hij trekt zijn kleren aan in drie minuten. In de zomer hebben Bil en Wil twee In juli gaan ze voor twee nachten slapen. maanden vakantie. weken op reis.
Vul de juiste dag in. Maandag is de eerste dag van de week. Dinsdag is de tweede dag van de week. Woensdag is de derde dag van de week. Donderdag is de vierde dag van de week. Vrijdag is de vijfde dag van de week. Zaterdag is de zesde dag van de week. Zondag is de zevende dag van de week.
Vandaag, gisteren, morgen, eergisteren, overmorgen. We starten de oefening op woensdag. Vandaag is het woensdag. Gisteren was het dinsdag. Morgen is het donderdag. Eergisteren was het maandag. Overmorgen is het vrijdag.
De maanden Duid de maanden aan herfst januari mei februari juli Nieuwjaar maandag
Vul de maand in. Het schooljaar begint in Het nieuwe jaar begint in september. januari. Juli/augustus is een vakantiemaand. De kortste maand is februari.
Vul het passende woord in. Elk jaar viert Wil zijn verjaardag. Hij is deze week jarig. Wil moet nog twee Hij trekt zijn kleren aan in drie minuten. In de zomer hebben Bil en Wil twee In juli gaan ze voor twee nachten slapen. maanden vakantie. weken op reis.
Vul de juiste dag in. Maandag is de eerste dag van de week. Dinsdag is de tweede dag van de week. Woensdag is de derde dag van de week. Donderdag is de vierde dag van de week. Vrijdag is de vijfde dag van de week. Zaterdag is de zesde dag van de week. Zondag is de zevende dag van de week.
Vandaag, gisteren, morgen, eergisteren, overmorgen. We starten de oefening op woensdag. Vandaag is het woensdag. Gisteren was het dinsdag. Morgen is het donderdag. Eergisteren was het maandag. Overmorgen is het vrijdag.
De maanden Duid de maanden aan herfst januari mei februari juli Nieuwjaar maandag
Vul de maand in. Het schooljaar begint in Het nieuwe jaar begint in september. januari. Juli/augustus is een vakantiemaand. De kortste maand is februari.
Klik op het passende woord Elk _____ viert Wil zijn verjaardag. maanden nachten weken jaar minuten
Klik op het passende woord Elk jaar viert Wil zijn verjaardag. Hij is deze week jarig. Wil moet nog twee _______ slapen. maanden nachten weken jaar minuten
Klik op het passende woord Elk jaar viert Wil zijn verjaardag. Hij is deze week jarig. Wil moet nog twee nachten slapen. Hij trekt zijn kleren aan in drie ___________. maanden nachten weken jaar minuten
Klik op het passende woord Elk jaar viert Wil zijn verjaardag. Hij is deze week jarig. Wil moet nog twee nachten slapen. Hij trekt zijn kleren aan in drie minuten. In de zomer hebben Bil en Wil twee _________ maanden vakantie. nachten weken jaar minuten
Klik op het passende woord Elk jaar viert Wil zijn verjaardag. Hij is deze week jarig. Wil moet nog twee nachten slapen. Hij trekt zijn kleren aan in drie minuten. In de zomer hebben Bil en Wil twee maanden vakantie. In juli gaan ze voor twee ________op reis. maanden nachten weken jaar minuten
Klik op de juiste dag. Vrijdag Donderdag Zaterdag Maandag Woensdag Zondag Dinsdag _______ is de eerste dag van de week.
Klik op de juiste dag. Vrijdag Donderdag Zaterdag Maandag Woensdag Zondag Dinsdag Maandag is de eerste dag van de week. _______ is de tweede dag van de week.
Klik op de juiste dag. Vrijdag Donderdag Zaterdag Maandag is de eerste dag van de week. Dinsdag is de tweede dag van de week. ______ is de derde dag van de week. Woensdag Zondag Dinsdag
Klik op de juiste dag. Vrijdag Donderdag Zaterdag Maandag Woensdag Zondag Dinsdag Maandag is de eerste dag van de week. Dinsdag is de tweede dag van de week. Woensdag is de derde dag van de week. _______ is de vierde dag van de week.
Klik op de juiste dag. Vrijdag Donderdag Zaterdag Maandag is de eerste dag van de week. Dinsdag is de tweede dag van de week. Woensdag is de derde dag van de week. Maandag Donderdag is de vierde dag van de week. Woensdag _______ is de vijfde dag van de week. Zondag Dinsdag
Klik op de juiste dag. Vrijdag Donderdag Zaterdag Maandag is de eerste dag van de week. Dinsdag is de tweede dag van de week. Woensdag is de derde dag van de week. Maandag Donderdag is de vierde dag van de week. Woensdag Vrijdag is de vijfde dag van de week. Zondag Dinsdag _______ is de zesde dag van de week.
Klik op de juiste dag. Vrijdag Donderdag Zaterdag Maandag is de eerste dag van de week. Dinsdag is de tweede dag van de week. Woensdag is de derde dag van de week. Maandag Donderdag is de vierde dag van de week. Woensdag Vrijdag is de vijfde dag van de week. Zondag Dinsdag Zaterdag is de zesde dag van de week. ______ is de zevende dag van de week.
Vandaag, gisteren, morgen, eergisteren, overmorgen. We starten de oefening op woensdag. Klik op het juiste antwoord. Vandaag is het ________ dinsdag donderdag vrijdag woensdag maandag
Vandaag, gisteren, morgen, eergisteren, overmorgen. We starten de oefening op woensdag. Klik op het juiste antwoord. Vandaag is het woensdag. Gisteren was het _______. dinsdag donderdag vrijdag woensdag maandag
Vandaag, gisteren, morgen, eergisteren, overmorgen. We starten de oefening op woensdag. Klik op het juiste antwoord. Vandaag is het woensdag. Gisteren was het dinsdag. Morgen is het ________. dinsdag donderdag vrijdag woensdag maandag
Vandaag, gisteren, morgen, eergisteren, overmorgen. We starten de oefening op woensdag. Klik op het juiste antwoord. Vandaag is het woensdag. Gisteren was het dinsdag. Morgen is het donderdag. Eergisteren was het ______. dinsdag donderdag vrijdag woensdag maandag
Vandaag, gisteren, morgen, eergisteren, overmorgen. We starten de oefening op woensdag. Klik op het juiste antwoord. Vandaag is het woensdag. Gisteren was het dinsdag. Morgen is het donderdag. Eergisteren was het maandag. Overmorgen is het ______. dinsdag donderdag vrijdag woensdag maandag
De maanden Klik op de maanden herfst januari mei februari juli Nieuwjaar maandag
Klik op de juiste maand Het schooljaar begint in _______. januari juli februari augustus maart september april oktober mei november juni december
Klik op de juiste maand Het schooljaar begint in september. januari juli februari augustus maart september april oktober mei november juni december Het nieuwe jaar begint in ______.
Klik op de juiste maand Het schooljaar begint in Het nieuwe jaar begint in september. januari juli februari augustus maart september april oktober mei november juni december januari. ______/_______ is een vakantiemaand.
Klik op de juiste maand Het schooljaar begint in Het nieuwe jaar begint in september. januari juli februari augustus maart september april oktober mei november juni december januari. Juli/augustus is een vakantiemaand. De kortste maand is ________.
Super !
- Slides: 36