Urine n Geproduceerd in nieren n Bevat onbruikbare

Urine n Geproduceerd in nieren n Bevat onbruikbare stoffen, veelal eindproducten stofwisseling n Voorbeelden: natrium, kalium, ureum, kreatinine, chloor, fosfaat n Laboratoriumonderzoek geeft informatie over: n Eventuele stofwisselingsstoornissen n Werking van organen

Diurese: uitscheiding van urine n n n urine Oligurie: uitscheiding ↓ (opname ↓, afgifte ↑, oedeem) Polyurie: uitscheiding ↑ (opname ↑, D. M. , nieraandoeningen) Anurie: tijdelijk geen uitscheiding (prostaatvergroting, stenen)

Urineonderzoek • Verschillende soorten urineonderzoek: • Fysisch (volume, kleur, helderheid, geur) • Chemisch (stoffen aan te tonen met chemische reactie) • Kwalitatief: aanwezig of niet (neg, 1+, 2+, 3+) • Semi-kwantitatief: indruk hoeveelheid (niet exact) • Kwantitatief: exacte hoeveelheid (mmol/l, µmol/24 uur) • Microscopisch (urinesediment)

Urineonderzoek n Meestal voorkeur verse ochtendurine, soms 24 -uursurine n Verse urine: n n Kleur en p. H niet veranderd n Minder troebelingen door bacteriegroei en zoutneerslag n Eventueel aanwezige aceton niet vervluchtigd Ochtendurine: n Voordeel: vrij sterk geconcentreerd n Nadeel: bij lichte diabetes kan glucose gemist worden

Urineonderzoek • 24 -uursurine: • Verzameld over precies 24 uur • Ochtendurine eerste dag niet meenemen • Ochtendurine tweede dag wel meenemen • Alle tussentijds geproduceerde urine verzamelen

Fysisch urineonderzoek • Hoeveelheid: 1 -2 liter per dag ASPECT: • Kleur: helder geel, voornamelijk door urochroom • Helderheid: verse urine is helder. Na afkoeling soms troebel. • Geur: bouillonachtig. Soms afwijkend door voeding of medicatie.

Urine n n Semi-kwantitatief chemisch urineonderzoek -> volgt bij urinestickreacties