UITLEVERINGSLOGISTIEK BOOMKWEKERIJ Sector Containerteelt COLOFON Deze uitgave is
UITLEVERINGSLOGISTIEK BOOMKWEKERIJ Sector: Containerteelt
COLOFON Deze uitgave is tot stand gekomen in een samenwerkingsverband tussen Wageningen UR, DLV Plant, Van Stokkum Training & Consultancy en het Ontwikkelcentrum en is mede gefinancierd door het ministerie van Economische Zaken (Kennisdoorstroming, BO-20 -011) en het Ontwikkelcentrum. Eindredactie: Marc van Stokkum Afbeeldingen: Marc van Stokkum, DLV Plant en Wageningen UR. Coverfoto: Vakblad voor de Bloemisterij.
SECTOR CONTAINERTEELT BOOMKWEKERIJ Inhoud 0. 1. 2. 3. 4. 5. Oriëntatie Bedrijfsstructuur Bedrijfsuitrusting Afzet Ontwikkelingen in de afzet Eisen aan uitleverlogistiek
ORIËNTATIEVRAGEN 1 Wat versta jij onder “uitleveringslogistiek in de boomkwekerij”? Omschrijf de begrippen: uitlevering, logistiek en boomkwekerij. 2. Beschrijf een aantal teeltsectoren binnen de boomkwekerij. Bijvoorbeeld: containerteelt, laanbomen, ……. 3. Wat zijn de belangrijkste verschillen in uitlevering per sector in de boomkwekerij? Buffer? Per order of groep? Sorteren <> verzamelen? – Zie bv. : http: //www. youtube. com/watch? v=Rw. Gl. Rv. M 1300 of – http: //www. youtube. com/watch? v=r. Ib 44_pj_YY
1. BEDRIJFSSTRUCTUUR: GROOTTE EN INDELING Bedrijfsgrootte 1 -10 hectare Veel bedrijven van 2 -5 hectare Soms ook nog gecombineerd met vollegrondsteelt Kas (10 -50% oppervlak) voor vermeerdering, overwintering en teelt • Divers in inrichting: • • – – – Lava-containervelden Betonvelden Velden met goten Veel overheadberegening, automatisering Veel heftrucks met vorken als transportmiddel
1. BEDRIJFSSTRUCTUUR: ASSORTIMENT • Breed assortiment, specialisatie in bijvoorbeeld: • • • Bladhoudende heesters Vaste planten en bloeiende heesters Coniferen Klimplanten Skimmia in alle potmaten • Vaak uit strategische overwegingen meerdere productgroepen • Veelal meerdere potmaten • Veel teeltduur van 1 of 2 jaar, eerste jaar van stek, tweede jaar vanaf plantgoed. • Kortere teelt: bijvoorbeeld vaste planten
VRAAG 1: BEDRIJFSSTRUCTUUR Ook op jouw (stage)bedrijf is sprake van een “bedrijfsstructuur”. 1. 1 Wat zijn de belangrijkste bedrijfsstructuurkenmerken van het bedrijf waar jij werkt? Noem er minimaal 4. (bv: type bedrijf, assortiment, indeling, transport, productgroepen, teeltduur) 1. 2 Noem een sterk en een zwak kenmerk. Waarom vind je dat zo? 1. 3 Vergelijk jouw antwoord op 1. 2 met dat van minimaal 2 medeleerlingen. Wat is jouw conclusie?
2. BEDRIJFSUITRUSTING: TEELTVLOEREN, CONTAINERVELDEN • Velden op afschot – Draagkrachtige ondergrond – Doek op folie met 2% afschot – Naar open goot of grindgoot • Lava-containervelden – Circa 10 cm lavakorrels – Geen afschot – Folie onder lavalaag, doek erop • Ontwikkelingen i. v. m. Logistiek – Berijdbare velden, bredere bedden, ruimere sproeiafstanden, betonvloeren
2. BEDRIJFSUITRUSTING: FUST EN TRANSPORT • • • Hoge veenmankist Lage veenmankist Kweektrays Boxpallets Deense karren Supermarktkarren en veilingkarren
2. BEDRIJFSUITRUSTING: INTERN TRANSPORT • • Heftrucks met potvorken Platte karren Deense karren Transportbanden Rollenbanen Rolcontainers
2. BEDRIJFSUITRUSTING: INDELING EN ROUTING • Transportafstanden en transportbewegingen • Scheiding werkzaamheden, oppotten/afleveren • Steeds meer in werkruimte – Snoeien – Wassen – Etiketteren • Bredere hoofdpaden, voorheen standaard 3 meter • Gladde betonpaden • Bredere velden
VRAAG 2: BEDRIJFSUITRUSTING 2. 1 Welke bedrijfsuitrusting (machines/werktuigen/installaties) wordt bij jou op het bedrijf ingezet voor het uitleveren van teeltproducten? 2. 2 Kun je in deze opsomming van bedrijfsuitrusting ook de bedrijfsgebouwen/kassen/koelcellen plaatsen? Overleg met minimaal 2 leerlingen. 2. 3 Welke interne transporthandelingen zijn het meest arbeidsintensief en dus kostbaar? (afstand/route/volume) 2. 4 Hoe wordt op jouw (stage)bedrijf met gebruikt fust omgegaan? Maak een onderscheid in diverse soorten fust. Zijn hier regels voor? 2. 5 Bredere velden worden de norm. Wat zijn de gevolgen?
3. AFZET • Consumentenmarkt • Daghandel naar tuincentra en –ketens • Actiematige handel naar tuincentra en algemene retail • Aanlegmarkt • Hoveniers • Groenvoorzieners en gemeenten • Collega kwekers in binnen- en buitenland • Tussenschakels • • Exporteurs, traditioneel en vanuit bloemisterij Lijnrijders, Wijk en Aalburg Afhaalcentra, cash & carry Verkoopbeurzen: Groen-direct
VRAAG 3: AFZET 3. 1 Hoe is de verdeling van afzet op jouw (stage)bedrijf? Maak een onderscheid in productgroepen. 3. 2 Geef per product uit vraag 3. 1 aan via welk handelskanaal het product wordt verhandeld. 3. 3 Hoe is het sortiment op het bedrijf tot stand gekomen? Op basis van trends, afroep, orders, gevoel, visie, …. ? 3. 4 Welke risico’s worden hiermee genomen en/of vermeden?
4. ONTWIKKELINGEN IN DE AFZET • Zeer divers in klant en kanaal, gebrek aan kennis in keten • Zeer grillig, afzetrisico’s groot, trendgevoelig product (plant van de maand, bloeier van het jaar) zie: http: //tuincentrumzaken. nl/category/nieuws/trends/ • Weersafhankelijk (te warm, vorst, te nat enz. ) • Toegespitst op maart-juni en september, soms nog groeiend gewas • Vaker bestellen en kortere levertijden • Toenemend belang marketing en relatiemanagement • Hogere kwaliteitseisen en meer maatwerk • (eigen etiket en stickeren, tafelconcepten) • Opkomst e-commerce
VRAAG 4: ONTWIKKELINGEN IN DE AFZET Afnemende kennis van het sortiment bij afnemers wordt gezien als een knelpunt. 4. 1 Geef aan wat dit knelpunt inhoudt. 4. 2 Hoe kan de boomkwekerij er voor zorgen dat de sortimentkennis bij afnemers toeneemt? Trends en ontwikkelingen 4. 3 Hoe wordt op jouw (stage)bedrijf ingespeeld op trends? 4. 4 Wordt het voldoen aan kwaliteitseisen van producten op het (stage)bedrijf gestuurd door het bedrijf of door de afnemer? Welke eisen zijn dat? Hoe wordt de afnemer hierop geattendeerd?
VERVOLG VRAAG 4: ONTWIKKELINGEN IN DE AFZET 4. 5 Hoe kan de sector op deze ontwikkelingen reageren? – Wat zijn uitheemse plantensoorten en hoe gaat jouw (stage)bedrijf daarmee om? – Hoe gaat jouw (stage)bedrijf om met het bericht dat er teveel of verboden middelen op het boomkwekerijproduct zitten?
5. EISEN AAN UITLEVERLOGISTIEK • • Flexibiliteit met behoud van efficiëntie Focus op type afnemer en standaardisatie Voldoende bedrijfsgrootte Goed informatiesysteem, voorraadbeheer, orderverwerking en facturatie
VRAAG 5: EISEN AAN UITLEVERLOGISTIEK Flexibiliteit met behoud van efficiëntie vraagt om een goed werkend informatiesysteem. 5. 1 Waarom? 5. 2 Hoe kan een teler standaardisatie en flexibiliteit combineren om aan de vraag van klanten te voldoen? Een goed informatiesysteem, voorraadbeheer, orderverwerking en facturatie zijn essentieel om efficiënt te leveren. 5. 3 Geef in stappen aan hoe een orderverwerking gebeurt op jouw (stage)bedrijf. Maak onderscheid in een paar productgroepen.
GEBASEERD OP http: //edepot. wur. nl/166675
- Slides: 20