U bent van harte uitgenodigd de afscheidsdienst van
U bent van harte uitgenodigd de afscheidsdienst van onze predikant ds. Bram Robbertsen op 2 december bij te wonen. Na afloop van de dienst is er koffiedrinken achterin de kerk. Op vrijdag 30 november is er een afscheidsreceptie in het Hervormd Jeugdcentrum aan de Vijverhof tussen 20. 00 en 22. 00 uur. Wilt u meedoen aan een gezamenlijk cadeau, dan kunt een bijdrage overmaken op rekeningnummer NL 54 RABO 0155156209 ten name van het College van Kerkvoogden (let op: tenaamstelling kan afwijken) onder vermelding van ‘afscheidscadeau ds. Robbertsen’.
Welkom in deze dienst Voorganger: ds. W. Geuze Schriftlezing: 1 Samuël 18: 1 - 16
Psalm 34: 1 Vers 1 Ik loof den HEER altijd. Steeds zingt mijn mond zijn lof, zijn eer. Ja, ik beroem mij op den HEER en prijs zijn hoog beleid. Gods kleinen horen mij en zij verheugen zich tezaam. Verheft met mij des HEREN naam, zegent dien en weest blij.
Psalm 34: 4 en 5 Vers 4 Komt nader, ziet en proeft, opdat men smake naar waardij des HEREN goedheid. Zalig hij die veilig bij Hem toeft. Die thuis hoort in Gods kring, dient met ontzag zijn hoog bewind. Zelfs waar de leeuw geen voedsel vindt wacht u verzadiging.
Psalm 34: 4 en 5 Vers 5 Komt kindren, hoort mij aan. Wie vindt een leven lang en goed? Hij die Gods wil met vreugde doet en in zijn dienst wil staan. Weerhoud uw tong van kwaad zodat gij niemand schade doet. Wijk van het kwade en doe goed, sticht vrede metterdaad.
1 Samuël 18: 1 - 16 Vriendschapsverbond tussen Jonathan en David 1 Het gebeurde, toen David met Saul uitgesproken was, dat Jonathan met hart en ziel aan David verbonden raakte. Jonathan had hem lief als zichzelf. 2 Saul nam hem diezelfde dag mee en liet hem niet terugkeren naar het huis van zijn vader. 3 Jonathan sloot een verbond met David, omdat hij hem liefhad als zichzelf. 4 Jonathan deed zijn mantel af die hij aanhad, en gaf hem aan David; ook zijn kleding, ja, tot zijn zwaard, tot zijn boog en tot zijn gordel toe. …
5 David trok eropuit, overal waar Saul hem naartoe stuurde; hij gedroeg zich verstandig, en Saul stelde hem aan over de strijdbare mannen. Hij was goed in de ogen van heel het volk, en ook in de ogen van de dienaren van Saul probeert David te doden 6 Toen David en zijn mannen terugkwamen na het verslaan van de Filistijnen, gebeurde het dat de vrouwen uit al de steden van Israël met gezang en reidans koning Saul tegemoet trokken; …
met tamboerijnen, met blijdschap en met muziekinstrumenten. 7 Terwijl de vrouwen huppelden, zongen zij in beurtzang: Saul heeft zijn duizenden verslagen, maar David zijn tienduizenden! 8 Toen ontstak Saul in woede; die woorden waren namelijk kwalijk in zijn ogen. Hij zei: Ze hebben er aan David tienduizend gegeven, maar mij hebben ze er maar duizend gegeven; het koninkrijk zal zeker nog eens voor hém zijn! 9 Vanaf die dag hield Saul David in het oog. ering. …
10 De volgende dag gebeurde het dat de boze geest van God weer vaardig werd over Saul, en hij raakte binnenshuis in geestvervoering. David tokkelde op de harp zoals elke dag. Nu had Saul een speer in zijn hand, 11 en Saul wierp de speer en zei: Ik zal David aan de wand spietsen, maar David ontweek hem tot tweemaal toe. 12 Saul was bevreesd voor David, want de HEERE was met hem, en Hij was van Saul geweken. …
13 Daarom deed Saul David van zich weggaan, en stelde hij hem aan tot bevelhebber over duizend, zodat hij voor het volk uit ten strijde trok en weer terugkeerde. 14 David gedroeg zich verstandig op al zijn wegen, en de HEERE was met hem. 15 Toen Saul zag dat hij zich heel verstandig gedroeg, was hij bevreesd voor hem. 16 Maar heel Israël en Juda hielden van David, want hij trok voor hen uit ten strijde en keerde weer terug.
ELB 315 Vers 1 U die mij geschapen hebt, U wil ik aanbidden als mijn God, in voor of tegenspoed. Uw liefde doet mij zingen. U die mij geschapen hebt, U wil 'k danken hoe ik mij ook voel, en U gehoorzaam zijn. Heer, U bent mijn doel.
Gezang 90: 1, 3, 6, 8 en 11 (Lvd. K) Vers 1 Is God de Heer maar voor mij, wat zou mij tegen zijn? Ik roep: 'ach Here, hoor mij!' en wat mij kwelt wordt klein. Al heeft zich ook verheven de macht van hel en dood, ik heb voor heel mijn leven in God mijn bondgenoot.
Gezang 90: 1, 3, 6, 8 en 11 (Lvd. K) Vers 3 De grond van mijn vertrouwen is Christus, - in zijn bloed is voor wie op Hem bouwen Gods heil in overvloed. Ik vind in eigen leven niets lieflijks hier op aard; wat Hij mij heeft gegeven alleen is minnenswaard.
Gezang 90: 1, 3, 6, 8 en 11 (Lvd. K) Vers 6 Zijn Geest wil in mij wonen, Hij richt mijn wens en wil, en wat er ook mag komen, Hij spreekt en maakt mij stil. Al wat de Heer vanbinnen geplant heeft, rijpt tot vrucht Hij is de Geest, die in mij en met mij 'Vader!' zucht.
Gezang 90: 1, 3, 6, 8 en 11 (Lvd. K) Vers 8 Dan spreekt van zoete dingen zijn Geest tot mijnen geest: dat God zijn gunstelingen rust geeft, hun ziel geneest, en dat Hij voor hen bouwde een schone, nieuwe stad, waar 't hart dat haar aanschouwde vindt wat het zoekt, - zijn schat.
Gezang 90: 1, 3, 6, 8 en 11 (Lvd. K) Vers 11 Mijn hart wil blij opspringen, het kan niet treurig zijn, ik lach en loop te zingen in louter zonneschijn. De zon die staat te stralen, o Jezus, dat zijt Gij. Ik dank U duizendmalen, wat zijt Gij goed voor mij!
Gezang 399: 1, 3 en 6 (Lvd. K) Vers 1 Wij loven U, o God, belijden U als Heer. Eeuwige Vader, U geeft heel de wereld eer. U zingen alle heemlen, serafs, machten, tronen, onafgebroken rijst hun lied op hoge tonen: Gij, driemaal heilig zijt Gij, God der legerscharen, wiens grootheid aard' en hemel heerlijk openbaren!
Gezang 399: 1, 3 en 6 (Lvd. K) Vers 3 U, Vader, U zij lof op een verhoogde toon! Lof en aanbidding zij uw eengeboren Zoon. Lof zij uw Geest, die ons ten Trooster is gegeven, ons in de waarheid leidt, de weg van eeuwig leven. U looft uw kerk alom, waar Gij die ook vergaarde; U looft wat loven kan, in hemel en op aarde!
Gezang 399: 1, 3 en 6 (Lvd. K) Vers 6 Wij zegenen, o Heer, uw goedheid al den dag! Geef dat eeuw in eeuw uit, ons lied U loven mag, geef, dat wij bij uw komst onstraflijk wezen mogen: ontferm, ontferm U, Heer, toon ons uw mededogen! Op U steunt onze hoop, o God van ons vertrouwen: zij worden nooit beschaamd, die op uw goedheid bouwen.
ELB 184: 1, 2, 3 en 4 Vers 1 Ik wandel in het licht met Jezus. Het donk're dal ligt achter mij en ’k weet mij in zijn trouw geborgen; welk een liefdevolle vriend is Hij. Refrein: Ik wandel in het licht met Jezus, en 'k luister naar zijn dierb're stem en niets kan m'ooit van Jezus scheiden, sinds ik wandel in het licht met Hem.
ELB 184: 1, 2, 3 en 4 Vers 2 Ik wandel in het licht met Jezus, geen duist're wolk bedekt de zon en 'k kan niet anders, 'k moet Hem prijzen, die de zonde in mij overwon. Refrein: Ik wandel in het licht met Jezus, en 'k luister naar zijn dierb're stem en niets kan m'ooit van Jezus scheiden, sinds ik wandel in het licht met Hem.
ELB 184: 1, 2, 3 en 4 Vers 3 Ik wandel in het licht met Jezus, mijn ziel is Hem gans toegewijd. Met Hem verrezen tot nieuw leven, volg 'k mijn Heiland tot in eeuwigheid. Refrein: Ik wandel in het licht met Jezus, en 'k luister naar zijn dierb're stem en niets kan m'ooit van Jezus scheiden, sinds ik wandel in het licht met Hem.
ELB 184: 1, 2, 3 en 4 Vers 4 Ik wandel in het licht met Jezus, o mocht ik zelf een lichtje zijn, dat straalt te midden van de wereld, die gebukt gaat onder zorg en pijn. Refrein: Ik wandel in het licht met Jezus, en 'k luister naar zijn dierb're stem en niets kan m'ooit van Jezus scheiden, sinds ik wandel in het licht met Hem.
Nieuw in onze kerk? Wilt u: - informatie over onze gemeente? - contact met kerkenraad of predikant? Laat het ons na afloop van de dienst weten en we zorgen er voor!
- Slides: 26