Toestandsbeelden Bert van Hemert 11 januari 2007 1
Toestandsbeelden Bert van Hemert 11 januari 2007 1
Crisis Diagnostiek Kader: biopsychosociaal model • • • Biologische factoren (lichamelijke ziekte, intoxicatie) Psychische factoren (Psychiatrische diagnostiek) Sociale factoren 2
Crisis Diagnostiek Doelen spoedeisende psychiatrie • Crisisinterventie – Deëscalatie – Schade beperken – Stabilisatie • • Toeleiden naar zorg Consultatie en advies 3
Crisis Diagnostiek 1. 2. 3. 4. 5. 6. Vraagstelling verwijzer Crisisanalyse Psychiatrisch onderzoek Toestandsbeeld Beschrijvende diagnose (DSM-IV classificatie) 4
1. Vraagstelling verwijzer • Wie is de verwijzer? (professionaliteit) • Wat is de vraagstelling? 5
1. Vraagstelling verwijzer Wat wil de verwijzer? • Consultatie / advies • Beoordeling – psychiatrisch toestand – psychiatrische opname – Inbewaringstelling • Interventie – Ordenen – Schade beperken – Toeleiden naar zorg 6
2. Crisisanalyse Wat is een crisis? 7
Definitie 1 • Acute reactie (op een gebeurtenis) • Die wordt opgevat als een bedreiging van een essentieel levensdoel • Met verlies van het vermogen doelgericht te handelen • Crisisgedrag – Desorganisatie – Immobilisatie – Angst, spanning, shock • Hulpvraag (meestal van de omgeving) 8
Definition 2 • Acute disturbance of – – • Thought Mood Behavior Social relationships That requires immediate intervention according to – Patient – Family – Community 9
Definition 3 • • Set of circumstances in which the behavior or condition of an individual Is considered by someone As having the potential to rapidly eventuate in a catastrophic outcome And there is a lack of resources to deal with the situation 10
2. Crisisanalyse Acute en ernstige verstoring van een evenwicht, met een vraag om acuut handelen • Acuut moment • Bedreiging van een essentieel levensdoel • Verlies van constructief handelen • Crisisgedrag • Hulpvraag 11
3. Psychiatrisch onderzoek • • Algemene indruk Cognitief Affectief Conatief 12
3. Psychiatrisch onderzoek • • Algemene indruk Bewustzijn, aandacht, orientatie Waarnemen Denken Geheugen Intelligentie Stemming en affect Wilsleven: impulsen, verslaving, suïcidaliteit, automutilatie 13
4. Toestandsbeeld • Verschijnselen op een moment • Geen beloopsaspecten • Geen causale overwegingen • “State” 14
4. Toestandsbeeld • • Consequent Hierarchisch Arbitrair Monothetisch 15
4. Toestandsbeelden • • • Bewustzijnsstoornis Stupor Hallucinaties Wanen Amnesie Verwardheid • • • Ontremming Depressie Angst Gedragsstoornis Affectlabiliteit 16
Bewustzijnsstoornis • • • Coma Sub-coma Soporeuze toestand Schemertoestand Delirante toestand 17
Stupor • Stuporeuze toestand 18
Hallucinaties • Paranoisch-hallucinatoire toestand • Hallucinatoire toestand 19
Wanen • Paranoische toestand • Manische toestand • Melancholische toestand 20
Amnesie • Amnestische toestand • Amnestisch-confabulatoire toestand 21
Verwardheid • Verwardheidstoestand 22
Ontremming • Opwindingstoestand 23
Depressie • Depressieve toestand • Geagiteerd depressieve toestand 24
Angst • Angsttoestand 25
Gedragsanomalie • Gedragsanomalie 26
Affectlabiliteit • Hyperesthetisch-emotionele toestand 27
5. Beschrijvende diagnose • • Gepresenteerde probleem Leeftijd en geslacht Systeem, cultuur Belangrijkste diagnostische typering Suïcidepoging na verlating door vriend bij 36 -jarige Hindoestaanse vrouw met depressieve klachten en borderline persoonlijkheidsproblematiek 28
Beschrijvende diagnose • Gepresenteerde probleem • Leeftijd en geslacht • Belangrijkste diagnostische typering Ernstige agressieve impulsdoobraak en zelfverwaarlozing bij 24 -jarige man met een paranoïd psychotisch toestandsbeeld en schizofrenie 29
DSM-IV classificatie 30
Lezen • Hengeveld • Kuiper • Achilles 31
- Slides: 31