Thema Winkelen Kleuterplein Inhoud Woordenschat 1 tm 7
- Slides: 42
Thema Winkelen Kleuterplein
Inhoud Woordenschat 1 t/m 7 • • • • Taal Vormen blz. 17 Tegenstellingen blz. 17, 18 + 19 Rekenbegrippen Positie bepaling, voor, achter, 1 e laatste etc. blz. 15 De euro, het geld, de munt Kassa en kassajuffrouw Hoeveel lettergrepen hoor je? Blz. 22 / 23 Erbij, eraf, meer, minder, evenveel blz. 16 De portemonnee /35/36/37/38 Welk woord is langer? Blz. 20 / 21 De prijs, kosten, duur, goedkoop Getal symbolen koppelen aan Auditieve synthese 24/25 Boodschappenlijstje hoeveelheid. blz. 31/32 Welk woord hoor je vooraan? Blz. 26 Winkelmand, winkelwagen Verder tellen vanaf een gegeven getal. Blz. 33/34 Betalen, wisselgeld, Welk woord hoor je achteraan ? Blz. 27 Buren van gegeven getal blz. 39/40 Inpakken, uitpakken Welke letter hoor je vooraan ? Blz. 28 / 29 Vergeten Heen en terug tellen t/m 10 blz. 41 Aanbieding, korting, reclame, de Categoriseren blz. 30 folder Heen en terug tellen t/m 20 blz. 42 De bon Caissière, de klant, de winkelier, de vakkenvuller, De diepvries De beurt, de rij, wachten, , De supermarkt, de slager, de bakker, de groenteboer, de markt,
Woordenschat Portemonnee Betalen, wisselgeld, afrekenen Euro, munt
Woordenschat Caissière Lopende band Klant kassabon Winkelmand Winkelkar/boodschappenkar diepvries
Woordenschat folder Korting, aanbieding Reclame Prijskaartje Kosten Hoe duur prijs
Woordenschat Stuiterbal, kost weinig geld goedkoop Nintendo, kost veel geld duur
Woordenschat, beroepen Groenteboer Slager marktkraam Bakker Vakkenvuller
Woordenschat, vormen driehoek schuin Rond, cirkel vierkant
Woordenschat, positie bepaling In de rij staan Wachten Vooraan, voor Achteraan, achter De volgende, de laatste Op je beurt wachten Daarna Eerste, tweede, …. Tegenover elkaar staan
Raadsels Hierin bewaar ik mijn geld portemonnee Als ik iets koop, moet ik. . Betalen Als ik teveel heb betaald krijg ik geld terug, dit heet… wisselgeld Hier leg ik mijn boodschappen op als ik wil gaan betalen. Toonbank of lopende band Als ik moet wachten sta ik in de rij
Raadsels Hier doe ik mijn boodschappen in, als ik door de winkel loop. Winkelmand of boodschappenkar Ik kijk op dit papiertje als ik wil weten wat ik nodig heb, want ik kan niet alle dingen onthouden. boodschappenlijst Hierin zit het geld van de Caissière. kassa Als ik klaar ben met betalen, krijg ik een papiertje waarop staat wat ik allemaal gekocht heb en hoeveel ik heb betaald. (kassa) bon Deze mevrouw zit achter de kassa. Caissière
Raadsels beroepen Deze meneer of mevrouw verkoopt groente en fruit. groenteboer Deze meneer verkoopt vlees Slager Deze meneer of mevrouw verkoopt brood en taarten. Bakker Het is een soort tentje waar ze ook spullen buiten verkopen. Kraam, markt Ik ben iemand in de supermarkt die zorgt dat de schappen weer vol staan vakkenvuller
Raadsels Als iemand op tv. Zegt dat iets heel lekker of goed is dan maakt iemand Reclame Als iets goedkoper is dan normaal dan is het in de Aanbieding of korting Het is een soort boekje waarin allemaal staat wat er te koop is en hoe duur het is. Folder Het is een soort kaartje of stickertje waarop staat hoeveel ik moet betalen. prijskaartje
Raadsels Als ik helemaal achteraan sta in een rij dan ben ik de Laatste Als ik 1 e ben dan sta ik helemaal …. . de rij. Vooraan Als ik iets ga kopen in de winkel, dan ben ik een …. Klant
Positiebepaling Wie is de eerste? Wie is de laatste? Als rood aan de beurt is, wie is de volgende? Wie staat achteraan? Wie staat in het midden van de rij? Wie staat vooraan? Blauw (1) is nu aan de beurt, wie is daarna? Wie is de één na laatste
Reken-begrippen erbij, meer eraf, minder evenveel 4 4
Tegenstellingen kort Smal lang breed
Tegenstellingen Welke is kort? Welke is lang?
Tegenstellingen voorkant achterkant
Welk woord is langer? boodschappen kar kassa paprika
Welk woord is langer? portemonnee kraam tomaat slager
Hoeveel lettergrepen? be- ta- len eu - ro
Hoeveel lettergrepen? fol -der rij Prijs-kaar-tje Diep-vries
Welk woord hoor je ? Samenvoegen lettergrepen: bij deze oefening wordt auditief afgebroken, dit is iets anders dan afbreken van woorden tijden het schrijven. . bood - scha – (p)pen po – te – mo –(n) nee be – ta - len
Welk woord hoor je ? Auditieve synthese r - ij eu – r - o k – a – ss - a
Welk woord hoor je vooraan? reclame gesloten driehoek
Welk woord hoor je achteraan ? korting bon vakkenvuller
Welke letter hoor je vooraan ? r ij m unt k assa
Welke letter hoor je vooraan ? b akker t omaat w inkelmand
Categoriseren.
Welk prijskaartje hoort erbij ? 1 4 2 6 3 5
Hoeveel appels moeten er in de tas ? 6
Verder tellen. 2 Er zitten nog 2 in de koekjestrommel, hoeveel koekjes heb ik er samen?
Hoeveel flesjes heb jij ? 12
In welke trommel zitten de minste koekjes ?
In welke trommel zitten de minste koekjes ? 6 2
Wie heeft de meeste koekjes ?
Verdeel eerlijk en geef ieder evenveel.
Wie zijn de buren ? 3? 4 5?
Wie zijn de buren ? ? ? 15 16 14
Terug tellen. 3 ? 4 5 ? ? 2 ? 1
Terug tellen. ? ? 14 15 16 17 18
- Thema licht en donker juf sanne
- Massenmedien thema
- Sarah starzinski
- Konsumverhalten thema
- Lebensmittelverschwendung thema
- Adventsfeier thema licht
- Prepotency murray
- Thema
- Thema aarde, water, vuur en lucht
- Sommerferien sätze
- 7 psychomotorische thema's
- Zenuwcel onderdelen
- Das thema meines vortrags lautet
- Freizeit thema
- Thema grieken en romeinen
- To thema
- Kleider machen leute thema
- Schematische tekening stamper
- Wörter zum thema wohnen
- Thema rauchen b1
- Der gott der stadt heym
- Thema und rhema
- Einkaufen thema
- Adjektive essen
- Thema winkel
- Samenvatting biologie voor jou havo 4 thema 2 voortplanting
- Thema wiederholung
- Biologie voor jou antwoorden transport vmbo 4
- Thema zintuigen kleuters
- Abc gefahrstoffe
- Die physiker sprachliche mittel
- Betoog inhoud
- Metriek stelsel ca
- Inhoud cilinder
- Inhoud presentatie
- Metacommunicatie oefening
- Windows 10 für studenten
- Inhoud presentatie
- Inhoud presentatie
- Inhoud presentatie
- Omtrek cilinder
- Inhoud aarde
- Eenheden van inhoud