THEMA 6 BASISSTOF 1 ZINTUIGEN STELSEL ZINTUIGEN Een

THEMA 6 BASISSTOF 1 ZINTUIGEN STELSEL

ZINTUIGEN • Een zintuig is een orgaan dat reageert op prikkels • Je hebt verschilende zintuigen • Je neus • Reageert op geur • Je ogen • Reageert op licht • Je oren • Reageert op geluid • Je tong • Reageert op smaak • Je huid • Reageert op aanraking en koudheid of warm

JE OREN, NEUS EN JE TONG +HUID • In je oren liggen je gehoorzintuigen en de evenwichtzintuigen • Over de oren leer je meer in basisstof 6 • In je neus liggen je reukzintuigen • En op je tong liggen de smaakzintuigen • In je huid liggen je koud+warmte zintuigen en je druk+aanraking zintuigen

HET ONTSTAAN VAN IMPULSEN • De zwakste prikkel die een impuls veroorzaakt heet de drempelwaarde • Bijvoorbeeld je moet een 10 hebben om de prikkel door telaten gaan en die prikkel 4 word de prikkel geen impuls • Elk type zintuigcel is special gevoelig voor een bepaale prikkel: de adequate prikkel • bijvoorbeeld: je oog is aleen gevoelig voor de prikkel licht

WAARNEMING • Een gewening is een prikkel die je een langetijd ontvangt • Door een gewenning voel je na een tijdje je broek niet meer zitten • Ook spelt motivatie een rol • Bijvoorbeeld: als je aandachtig luistert vang je sneller een geluid op • De zintuigen in je oren hebben nu een lagere drempelwaarde voor geluiden