Thema 2 Naar een referentiekader voor Leren en
- Slides: 71
Thema 2 Naar een referentiekader voor Leren en Instructie
Advance organizer • Inleidende activiteit: oriënteert op de nieuwe inhouden.
Latijn: immersieonderwijs De Standaard, 22 juni 2010).
Advance organizer 1 Kies één van de volgende rollen: • een leerkracht Latijn; • een moeder/vader van een leerling die geen affiniteit heeft met vreemde talen; • een leerkracht wetenschappen; • een politicus van een Vlaamse partij. Hoe zou jij – vanuit een bepaalde rol - reageren op dit bericht?
Advance organizer 1 • Welke rol koos je buur? • Vergelijk de verschillende reacties die je hoort wanneer verschillende rollen voorop staan. • Probeer zo concreet mogelijk aan te geven waarin de reacties verschillen en waarom ze verschillen.
Advance organizer 2 • Ken je een Smartboard? • Gebruik van interactief elektronisch board in lager, secundair en hoger onderwijs. • • • http: //www. youtube. com/watch? v=Sb. Rl 3 Sr_jso http: //www. youtube. com/watch? v=x. Z 70 pr. Ng. Okw&feature=related http: //www. youtube. com/watch? v=0 U 05 We. XPGlk http: //www. youtube. com/watch? v=s 1 XBy. BYAm. Yk http: //www. youtube. com/watch? v=q. C-Hd. Y 6 KPJM
Advance organizer 2 Ga bij de bespreking van deze tool uit van één van de volgende rollen : • een leerling secundair onderwijs; • de directeur, van een school die het financieel moeilijk heeft; • de “minister van onderwijs” die ICT verplicht wil laten gebruiken door leerkrachten; • leerkrachten die nu opnieuw nascholing moeten volgen. Hoe zou jij vanuit één bepaalde rol reageren op het invoeren van deze tool?
Advance organizer 2 • Welke rol koos je buur? • Vergelijk opnieuw de verschillende reacties die je hoort wanneer verschillende rollen elk met eigen standpunten voorop staan. Probeer in een nabespreking concreet op te sommen waarin reacties verschillen en waarom er verschillen in reacties zijn.
Verschillen in opvattingen • • Hoe verklaren? Waarom? Wanneer? In welke situaties? • Werken door op variabelen, processen en actoren:
Variabelen, processen en actoren • Stakeholders (belangengroepen) en rollen = actoren • Aggregatieniveaus – microniveau – mesoniveau – macroniveau • Historiek • Componenten
Visies • Afhankelijk van een visie op leren en instructie zal men de plaats en rol van variabelen, processen en actoren anders inschatten. • Het referentiekader probeert samenhang tussen deze aan te geven. • Bij de verdere bespreking van VISIES zullen we de consequenties voor en de relaties met het referentiekader bespreken.
Referentiekader onderwijskunde
Onderzoeksevidentie • Maar is dit niet allemaal “theorie”? • Waar is de “empirical evidence”? • Het referentiekader kan gekoppeld worden aan duizenden onderwijskundige onderzoeken • In Leren en Instructyie focus op evidence based aanpakken • Zie overzichtwerk van Hattie (2009) meta-analyse van 50. 000 studies.
Hattie, J. (2009). Visible Learning: A Synthesis of over 800 Meta. Analysis relating to Achievement. Milton Park, Oxon: Routledge.
Onderzoek naar het effect van … • Bij onderzoek stelt men dikwijls een “positief” effect vast. • Maar hoe “groot” “belangrijk is dat effect” ? • In onderzoeksliteratuur gebruikt men hiervoor het begrip “effect size”. • Effect size geeft aan hoeveel standaarddeviaties een score opschuift, verbetert.
Onderzoek naar het effect van … • Scores zijn meestal verdeeld in een groep of klas volgens een normaalverdeling: enkel hebben lage score, enkel hoge score, meeste een gemiddelde score. • Grootste groep (68%) bevindt zich rond het gemiddelde: +/- 1 standaarddeviatie van dat gemiddeld. Based on http: //www. cemcentre. org/renderpage. asp? linkid=30325016
Onderzoek naar het effect van … • Scores zijn meestal verdeeld in een groep of klas volgens een normaalverdeling: enkel hebben lage score, enkel hoge score, meeste een gemiddelde score. • Grootste groep (68%) bevindt zich rond het gemiddelde: +/- 1 standaarddeviatie van dat gemiddeld. Based on http: //www. cemcentre. org/renderpage. asp? linkid=30325016
Onderzoek naar het effect van … • Een positieve effect size vertelt dus hoeveel respondenten naar rechts opschuiven in de verdeling van de scores (zie animatie): meer leerlingen halen dus een hoger gemiddelde score. Bijv. één standaarddeviatie opschuiven = 84% van de leerlingen in de exp groep hebben een score die hoger is dan die de controlegroep. Based on http: //www. cemcentre. org/renderpage. asp? linkid=30325016
Onderzoek naar het effect van … • Hoe groot moet een effect size (es) zijn om interessant te zijn? – Rekening houdende met ontwikkelingseffecten – Rekening houdend met feit dat een leerkracht – los van wat hij/zij doet – een invloed heeft • Vuistregel: pas vanaf es =. 40 wordt het interessant.
Microniveau
Microniveau • Niveau: directe interactie tussen lerende - instructieverantwoordelijke in een werkplek, opleidingscentrum, klas, on-line leeromgeving, teleconferentie-omgeving
Microniveau: context • Context: omgevingsvariabelen die – vooral indirect – ingrijpen op de leer- en instructieprocessen. • Vb: in de onmiddellijke nabijheid van de school staat een kasteel staat, een bedrijfje, een vijver ligt, een fabriek staat, de ouders van de lerenden, het al dan bereikbaar/niet-bereikbaar van de school.
Microniveau: actoren • Instructieverantwoordelijke(n) trainer, docent, leerkracht, begeleider, lector, team, . . . • Kenmerken instructieverantwoordelijke(n) geslacht, leeftijd, vooropleiding, visie, ervaring, motivatie, interesse, samenwerkingsverband • Begeleiding instructieverantwoordelijke(n) on-line services, back office, . . .
Microniveau: actoren gebaseerd op Hattie, 2009, p. 109).
Microniveau: actoren • Lerende(n) een persoon die op een systematische manier iets leert • Kenmerken lerende(n) leeftijd, geslacht, ervaring, prof. vaardigheden, interesse, motivatie, groepskenmerken • Begeleiding lerende(n) peers, tutors, specifieke opvang taal, godsdienst, gezondheid (zieke kinderen)
Microniveau: actoren
Voorbeeld, kenmerken van de lerende: wiskundeangst. Factoren die samenhangen met wiskundeangst (Vekeman, 2010, p. 17).
Microniveau: organisatie • Op microniveau zeer relevant omdat het bepalend is voor het samenspel tussen processen en variabelen bij het didactisch handelen en de leeractiviteiten. • Voorbeelden: grootte instructiegroepen, beschikbare tijd, uurrooster, aantal vakleerkrachten/specialisten, al dan niet beschikbaar zijn van een open leerplek, bibliotheek, zelfstudiehoek, de toegankelijkheid van de infrastructuur (tijd, fysisch, …), … • Micro- en mesoniveau sterk verweven.
Microniveau: organisatie
Microniveau: organisatie • Vb. Cram schools
Microniveau: instructie • Instructieactiviteiten • Componenten van het didactisch handelen Geheel aan beslissingen van instructieverantwoordelijke(n) m. b. t. – doelen – leerstof – media – werkvorm – toetsing
Componenten didactisch handelen • Leerdoelen: een concrete observeerbare aanduiding van wat men nastreeft bij de instructie. Een operationeel leerdoel geeft aan welk gedrag men verwacht van de lerende (bijv. zelfstandig een voorbeeld geven) en op welke inhoudscategorie dit gedrag betrekking zal hebben (bijv. een oorzaak-gevolg relatie m. b. t. zwaartekracht en de getijden).
Componenten didactisch handelen • Leerstof
Componenten didactisch handelen • Instructiestrategie (didactische werkvorm): dit omvat de concrete handelingen van de instructieverantwoordelijke waardoor hij/zij leeractiviteit van lerenden uitlokt (bijv. vragen stellen, doceren, een demonstratie geven, een discussie opzetten, een probleem voorleggen, een constructieopdracht geven, …). • Afhankelijk van de opvatting over leren en instructie, worden andere didactische werkvormen naar voren geschoven.
Componenten didactisch handelen • Media: dit verwijst naar de ‘gematerialiseerde’ vorm van leerstof en/of tools/middelen die men gebruikt bij de didactische werkvorm (boeken, projectoren, computer, bord, fiches, zelfstudiepakket, website, e-learning omgeving, …).
Componenten didactisch handelen • Toetsing: de manier (inhoud, materiaal, activiteit en organisatie) waarop men het al dan niet bereiken van de doelstellingen controleert. • Zie speciaal thema over toetsing en evaluatie.
Microniveau: leeractiviteiten • Leeractiviteiten Welk gedrag vertoont de lerende als gevolg van (als uitgangspunt voor) instructieactiviteiten - controverse m. b. t. visie • BEPALEND ! Visie op leren. Hoe verwerven we kennis?
Micro-niveau
Meso-niveau
Uittreksel uit het schoolreglement van de Stedelijke Academie Muziek, Woord en Dans van Dendermonde http: //www. samwddendermonde. be/schoolreglement-mainmenu-18. html.
Mesoniveau
Mesoniveau • Hoger organisatieniveau; minder concrete personen (groepen, teams, …) en acties (procedures, dossiers, …) • Meestal extrapolatie van het – microniveau (beleid) en – macroniveau (handelen in de klas).
Mesoniveau: context • Context – – – samenwerkingscontract met bedrijf convenant met andere opleidingsinstelling stedelijk ontwikkelingsplan verkeerssituatie rond de school buurt ouders …
Mesoniveau: context Keert sterk terug in kenmerken van lerende.
Mesoniveau: organisatie • Organisatie: beschikbare lesuren (lesurenpakket), het aantal instructieverantwoordelijken in de instelling/organisatie, de mediatheekvoorzieningen, of het al dan niet beschikbaar zijn van een open leercentrum is, de lokalen/infrastructuur, de financiering, de beschikbare uren voor zorgcoördinatoren/coaches, praktijkbegeleiders, het schoolreglement, …
Mesoniveau: lerende • Lerende: cohorten, groepen • Kenmerken: globale samenstelling (etnisch, pol. Vluchtelingen, afstudeerkenmerken, algemene vooropleiding (aggregatie kenmerken op microniveau) • Begeleiding: diensten, personeelsgroepen, kwaliteitsunits, interne audit
Mesoniveau • Instructieverantwoordelijke: teams, clusters, specialismen • Kenmerken: leeftijd, vooropleiding, dominante visie, … (aggregatie kenmerken op microniveau) • Begeleiding: professionaliseringsplan, strategisch plan van school.
Mesoniveau • Componenten didactisch handelen – doelen: leerplan, werkplan, vakgroep, trainingsplan, skills-management ontwerp, competentieprofielen – leerstof: bronnen, kennismanagement bedrijf, incidenten in bedrijf, eigen bedrijfsdata – werkvorm: leersysteem zoals bijv. zelfstudiesysteem, afstandsonderwijs, probleemgestuurde aanpak, . . . – media: computerklas, conferencing room, . . . – toetsing: toetsitembank, centraal toetssysteem, periodieke tests piloten of operatoren in kerncentrales, …
Componenten didactisch handelen
Macroniveau De Standaard Online 20 01 2005 Rijles op school nog theorie Staat in eindtermen maar niemand heeft zicht op hoe scholen het doen BRUSSEL - Vanaf dit schooljaar moeten scholen de leerlingen van het secundair onderwijs voorbereiden op het theoretische rijexamen. Het staat in de eindtermen, maar niemand heeft er zicht op of en hoe dat gebeurt. Minister Renaat Landuyt is voorstander van een samenwerking tussen het onderwijs en de privésector. West-Vlaamse rijscholen, die eind jaren zestig uit de scholen voortsproten, kunnen als de wegbereiders daarvan worden beschouwd.
Macroniveau
Macroniveau • INSTITUTIONALISERING Koning Albert II laan Departement Onderwijs Ministerie Vlaamse Gemeenschap
Macroniveau • Context (politiek, economisch, cultureel, . . . ) – overeenkomsten met buitenland: Sorbonne-, Bologna- en Lissabonverklaring – eisen van sectoren met betrekking tot beroepsprofielen (drukkers, lassers, . . . ) – eisen vakbonden m. b. t. opleidingsuren (kredieturen)
Macroniveau • Lerenden: belangenverenigingen (politiek, niveau, sectorieel) • Kenmerken: leeftijdsgroepen, (OESO, indicatorenstudies PISA, IALS, . . . ) • Begeleiding: landelijke en internationale organisaties (bijv. studentenorganisaties, . . . )
Macroniveau • Instructieverantwoordelijke: vakgroepen, vakbonden, netten/koepels, . . . • Kenmerken: opleiding, niveau (regenten/lic. ), • Begeleiding: landelijke en internationale organisaties (bijv. EARLI, Orthopedic surgery association, accountancy Australia, . . . )
In dit voorbeeld zie je duidelijk de impact van het macroniveau op centrale actoren in de instructiesetting. Hier worden de gevolgen van een hervorming in het Australische beroepsonderwijs bekeken voor de inzetbaarheid van leerkrachten. Dat daarbij vakbonden duidelijk hun stem laten horen, ligt voor de hand (Australia (http: //www. ucalgary. ca/iejll/vol 11/forward).
Macroniveau – Organisatie:
Macroniveau • Componenten didactisch handelen – Doelen: profielen, eindtermen, beroepskwalificaties (bijv. ICT en leerkrachten), landelijk curriculum (UK) – Leerstof: voorgeschreven methoden, kritische incidenten (luchtvaart, veiligheidssector, geneeskunde, . . . ) – Media: Multinationals IBM/Lotus heeft Learning Space, Oracle heeft Tele. Top, Overheid onderwijs heeft webportal (www. vlaanderen. be – kies onderwijs)
Deeloverzicht van de eindtermen secundair onderwijs (http: //www. ond. vlaanderen. be/dvo/secundair/index. htm)
Macroniveau • Componenten didactisch handelen – Werkvormen: nationale systemen (Open Universiteit, Beroepskwalificatiecentrum, – Toetsing (Nationaal toetscentrum, sectorieel kwalificatiecentrum (buschauffeurs),
Oefeningen/voorbeelden
Vervolg cursus Leren en Instructie – Ontologie en epistemologie – behaviorisme – cognitivisme – constructivisme - Hogere denkvaardigheden - Onderwijskundig ontwerpen - Curriculumtechnologie - Evaluatie Telkens komt • Evidence-base en • Referentiekader naar voren
Thema 2 Naar een referentiekader voor Leren en Instructie
- Draaiboek maken evenement
- Boekentas maken stappenplan
- Samenvatting biologie voor jou havo 4 thema 2 voortplanting
- Antwoorden biologie voor jou vmbo 4 thema 7 transport
- Hoe aardrijkskunde leren
- Hacken voor beginners
- Er gaat een treintje naar dromenland
- He luister mee naar een nieuw verhaal
- Liedboek 536
- Kwaliteitsdecreet onderwijs
- Referentiekader onderwijskwaliteit
- Referentiekader kees
- Onderwijskundig referentiekader
- Bond voor gehandicaptensport
- Wat is een contra indicatie voor blaasspoelen
- Integratietegemoetkoming bedragen
- Wat is een voor en achtervoegsel
- Voor elk probleem is er een oplossing
- Voor alles is een oplossing
- Voor elk probleem is er een oplossing
- Woningkwaliteit
- Onderwerpen voor een betoog
- Ping pong tongbreker
- Een eigen huis een plek onder de zon
- Wat is de functie van de spierschede?
- Wat is een slot in een tekst
- Hoeveel gebogen vlakken heeft een cilinder
- Wat is bedrijvend
- Kop van de stamper in bloemkelk
- Bevrucht kippenei
- Balans is een momentopname
- Atlas bladwijzer
- Digitale meetinstrumenten
- Een leven zonder dromen is als een tuin zonder bloemen
- Kniepeesreflex bioplek
- Das thema meines vortrags lautet
- Personologi adalah
- Biologie thema 7 bloemen vruchten zaden
- Wörter zum thema ferien
- Freizeit thema
- 7 pmt thema's
- Heym der gott der stadt
- Kleider machen leute thema
- Thematische progression
- Thema grieken en romeinen
- Thema wiederholung
- Wörter zum thema wohnen
- Einkaufen thema
- Rauchen thema b1 schreiben
- Thema
- Sarah starzinski
- Was sind regieanweisungen
- Adjektive essen
- Heikel thema 5 letters
- Konsumverhalten thema
- Adventsfeier thema licht
- Thema zintuigen kleuters
- Lange wegstrecke feuerwehr
- To thema
- Thema aarde, water, vuur en lucht
- Lebensmittelverschwendung thema
- Seriren
- Massenmedien thema
- Claire fietst naar haar oma in breda
- Oosterweelverbinding
- Uefi bios
- Cm naar m
- Het streven van vorsten naar absolute macht
- Merkgemachtigde
- Herleidingstabel volume
- Cl omrekenen
- We gaan naar links