Technisch tekenen Lezen van een projectietekening Wat is

  • Slides: 52
Download presentation
Technisch tekenen: Lezen van een projectietekening

Technisch tekenen: Lezen van een projectietekening

Wat is een projectietekening ? • Een projectietekening is een tekening van een bepaald

Wat is een projectietekening ? • Een projectietekening is een tekening van een bepaald aanzicht in een perspectief.

Alle voorwerpen beschikken over een aantal aanzichten.

Alle voorwerpen beschikken over een aantal aanzichten.

LIJNSOORTEN: LIJNSOORT STIPPELLIJN OMSCHRIJVING Geeft niet-zichtbare ribben en vlakken weer. Helpt om andere lijnen

LIJNSOORTEN: LIJNSOORT STIPPELLIJN OMSCHRIJVING Geeft niet-zichtbare ribben en vlakken weer. Helpt om andere lijnen correct te tekenen. Duidt de afmetingen van een voorwerp aan. Duidt het midden van een voorwerp aan. Geeft zichtbare ribben en vlakken weer. VOORSTELLING

LIJNSOORTEN: LIJNSOORT OMSCHRIJVING STIPPELLIJN Geeft niet-zichtbare ribben en vlakken weer. HULPLIJN Helpt om andere

LIJNSOORTEN: LIJNSOORT OMSCHRIJVING STIPPELLIJN Geeft niet-zichtbare ribben en vlakken weer. HULPLIJN Helpt om andere lijnen correct te tekenen. Duidt de afmetingen van een voorwerp aan. Duidt het midden van een voorwerp aan. Geeft zichtbare ribben en vlakken weer. VOORSTELLING

LIJNSOORTEN: LIJNSOORT OMSCHRIJVING STIPPELLIJN Geeft niet-zichtbare ribben en vlakken weer. HULPLIJN Helpt om andere

LIJNSOORTEN: LIJNSOORT OMSCHRIJVING STIPPELLIJN Geeft niet-zichtbare ribben en vlakken weer. HULPLIJN Helpt om andere lijnen correct te tekenen. MAATLIJN Duidt de afmetingen van een voorwerp aan. Duidt het midden van een voorwerp aan. Geeft zichtbare ribben en vlakken weer. VOORSTELLING

LIJNSOORTEN: LIJNSOORT OMSCHRIJVING STIPPELLIJN Geeft niet-zichtbare ribben en vlakken weer. HULPLIJN Helpt om andere

LIJNSOORTEN: LIJNSOORT OMSCHRIJVING STIPPELLIJN Geeft niet-zichtbare ribben en vlakken weer. HULPLIJN Helpt om andere lijnen correct te tekenen. MAATLIJN Duidt de afmetingen van een voorwerp aan. ASLIJN Duidt het midden van een voorwerp aan. Geeft zichtbare ribben en vlakken weer. VOORSTELLING

LIJNSOORTEN: LIJNSOORT OMSCHRIJVING STIPPELLIJN Geeft niet-zichtbare ribben en vlakken weer. HULPLIJN Helpt om andere

LIJNSOORTEN: LIJNSOORT OMSCHRIJVING STIPPELLIJN Geeft niet-zichtbare ribben en vlakken weer. HULPLIJN Helpt om andere lijnen correct te tekenen. MAATLIJN Duidt de afmetingen van een voorwerp aan. ASLIJN Duidt het midden van een voorwerp aan. FIGUURLIJN Geeft zichtbare ribben en vlakken weer. VOORSTELLING

LIJNSOORTEN OP EEN TECHNISCHE TEKENING

LIJNSOORTEN OP EEN TECHNISCHE TEKENING

LIJNSOORTEN OP EEN TECHNISCHE TEKENING figuurlijn hulplijn maatlijn stippellijn aslijn

LIJNSOORTEN OP EEN TECHNISCHE TEKENING figuurlijn hulplijn maatlijn stippellijn aslijn

LIJNSOORTEN OP EEN TECHNISCHE TEKENING figuurlijn hulplijn maatlijn stippellijn aslijn

LIJNSOORTEN OP EEN TECHNISCHE TEKENING figuurlijn hulplijn maatlijn stippellijn aslijn

LIJNSOORTEN OP EEN TECHNISCHE TEKENING figuurlijn hulplijn maatlijn stippellijn aslijn

LIJNSOORTEN OP EEN TECHNISCHE TEKENING figuurlijn hulplijn maatlijn stippellijn aslijn

LIJNSOORTEN OP EEN TECHNISCHE TEKENING figuurlijn hulplijn maatlijn stippellijn aslijn

LIJNSOORTEN OP EEN TECHNISCHE TEKENING figuurlijn hulplijn maatlijn stippellijn aslijn

LIJNSOORTEN OP EEN TECHNISCHE TEKENING figuurlijn hulplijn maatlijn stippellijn aslijn

LIJNSOORTEN OP EEN TECHNISCHE TEKENING figuurlijn hulplijn maatlijn stippellijn aslijn

VERSCHILLEN IN PERSPECTIEF voorwerp A = ? voorwerp B = ? voorwerp C =

VERSCHILLEN IN PERSPECTIEF voorwerp A = ? voorwerp B = ? voorwerp C = ? voorwerp D = ?

VERSCHILLEN IN PERSPECTIEF

VERSCHILLEN IN PERSPECTIEF

§ Om een voorwerp te herkennen en te bestuderen moet je over de juiste

§ Om een voorwerp te herkennen en te bestuderen moet je over de juiste aanzichten of perspectieven beschikken. § Een technisch tekenaar maakt meestal gebruik van drie aanzichten om zijn voorwerp voor te stellen: het vooraanzicht (VA) het linkerzijaanzicht (LZA) het bovenaanzicht (BA). Op die manier krijgen we een prima beeld van het voorwerp.

VOORAANZICHT

VOORAANZICHT

LINKERZIJAANZICHT

LINKERZIJAANZICHT

BOVENAANZICHT

BOVENAANZICHT

§ Om de tekening duidelijker te maken, kan elk aanzicht ingekleurd worden volgens een

§ Om de tekening duidelijker te maken, kan elk aanzicht ingekleurd worden volgens een vaste kleurencode: Vooraanzicht: VA = GEEL

§ Om de tekening duidelijker te maken, kan elk aanzicht ingekleurd worden volgens een

§ Om de tekening duidelijker te maken, kan elk aanzicht ingekleurd worden volgens een vaste kleurencode: VA = GEEL Linkerzijaanzicht: LZA = BLAUW

§ Om de tekening duidelijker te maken, kan elk aanzicht ingekleurd worden volgens een

§ Om de tekening duidelijker te maken, kan elk aanzicht ingekleurd worden volgens een vaste kleurencode: VA = GEEL LZA = BLAUW Bovenaanzicht: BA = ROOD We plaatsen in de volgende praktische proef een willekeurige figuur in een drievlaksbord en bekijken dit voorwerp vanuit de drie aanzichten.

PROJECTIE IN HET DRIEVLAKSBORD: VOORAANZICHT: we bekijken het voorwerp vooraan en projecteren het op

PROJECTIE IN HET DRIEVLAKSBORD: VOORAANZICHT: we bekijken het voorwerp vooraan en projecteren het op het voorvlak.

PROJECTIE IN HET DRIEVLAKSBORD: VOORAANZICHT: we bekijken het voorwerp vooraan en projecteren het op

PROJECTIE IN HET DRIEVLAKSBORD: VOORAANZICHT: we bekijken het voorwerp vooraan en projecteren het op het voorvlak.

PROJECTIE IN HET DRIEVLAKSBORD: LINKERZIJAANZICHT: we bekijken het voorwerp aan de linkerzijkant en projecteren

PROJECTIE IN HET DRIEVLAKSBORD: LINKERZIJAANZICHT: we bekijken het voorwerp aan de linkerzijkant en projecteren het op het zijvlak.

PROJECTIE IN HET DRIEVLAKSBORD: LINKERZIJAANZICHT: we bekijken het voorwerp aan de linkerzijkant en projecteren

PROJECTIE IN HET DRIEVLAKSBORD: LINKERZIJAANZICHT: we bekijken het voorwerp aan de linkerzijkant en projecteren het op het zijvlak.

PROJECTIE IN HET DRIEVLAKSBORD: BOVENAANZICHT: we bekijken het voorwerp aan de bovenkant en projecteren

PROJECTIE IN HET DRIEVLAKSBORD: BOVENAANZICHT: we bekijken het voorwerp aan de bovenkant en projecteren het op het bovenvlak.

PROJECTIE IN HET DRIEVLAKSBORD: BOVENAANZICHT: we bekijken het voorwerp aan de bovenkant en projecteren

PROJECTIE IN HET DRIEVLAKSBORD: BOVENAANZICHT: we bekijken het voorwerp aan de bovenkant en projecteren het op het bovenvlak.

HET DRIEVLAKSBORD EN HET VOORWERP Het voorwerp wordt naast het drievlaksbord afgebeeld.

HET DRIEVLAKSBORD EN HET VOORWERP Het voorwerp wordt naast het drievlaksbord afgebeeld.

HET DRIEVLAKSBORD EN HET VOORWERP Het voorwerp wordt naast het drievlaksbord afgebeeld.

HET DRIEVLAKSBORD EN HET VOORWERP Het voorwerp wordt naast het drievlaksbord afgebeeld.

PROJECTIETEKENING IN EEN PLAT VLAK Het drievlaksbord wordt open geplooid. De hulplijnen op deze

PROJECTIETEKENING IN EEN PLAT VLAK Het drievlaksbord wordt open geplooid. De hulplijnen op deze projectietekening helpen ons om de maten van het ene naar het andere aanzicht over te brengen.

PROJECTIETEKENING IN EEN PLAT VLAK Het drievlaksbord wordt open geplooid. De hulplijnen op deze

PROJECTIETEKENING IN EEN PLAT VLAK Het drievlaksbord wordt open geplooid. De hulplijnen op deze projectietekening helpen ons om de maten van het ene naar het andere aanzicht over te brengen.

PROJECTIETEKENING IN EEN PLAT VLAK AFSPRAAK: elk aanzicht moet op gelijke afstand van het

PROJECTIETEKENING IN EEN PLAT VLAK AFSPRAAK: elk aanzicht moet op gelijke afstand van het middelpunt van het assenkruis getekend worden, te meten langs de lijnen van het assenkruis!

PROJECTIETEKENING LEZEN Projectie van lijnen op een achterliggend vlak:

PROJECTIETEKENING LEZEN Projectie van lijnen op een achterliggend vlak:

PROJECTIETEKENING LEZEN Projectie van lijnen op een achterliggend vlak: lijn 1 -2 wordt geprojecteerd

PROJECTIETEKENING LEZEN Projectie van lijnen op een achterliggend vlak: lijn 1 -2 wordt geprojecteerd als een punt.

PROJECTIETEKENING LEZEN Projectie van lijnen op een achterliggend vlak:

PROJECTIETEKENING LEZEN Projectie van lijnen op een achterliggend vlak:

PROJECTIETEKENING LEZEN Projectie van lijnen op een achterliggend vlak: lijn 1 -2 wordt geprojecteerd

PROJECTIETEKENING LEZEN Projectie van lijnen op een achterliggend vlak: lijn 1 -2 wordt geprojecteerd als een lijn

PROJECTIETEKENING LEZEN Projectie van lijnen op een achterliggend vlak:

PROJECTIETEKENING LEZEN Projectie van lijnen op een achterliggend vlak:

PROJECTIETEKENING LEZEN Projectie van lijnen op een achterliggend vlak: lijn 1 -2 wordt geprojecteerd

PROJECTIETEKENING LEZEN Projectie van lijnen op een achterliggend vlak: lijn 1 -2 wordt geprojecteerd als een kleinere lijn.

PROJECTIETEKENING LEZEN Projectie van vlakken op een achterliggend vlak:

PROJECTIETEKENING LEZEN Projectie van vlakken op een achterliggend vlak:

PROJECTIETEKENING LEZEN Projectie van vlakken op een achterliggend vlak: vlak 1 -2 -3 -4

PROJECTIETEKENING LEZEN Projectie van vlakken op een achterliggend vlak: vlak 1 -2 -3 -4 wordt geprojecteerd als een lijn.

PROJECTIETEKENING LEZEN Projectie van vlakken op een achterliggend vlak:

PROJECTIETEKENING LEZEN Projectie van vlakken op een achterliggend vlak:

PROJECTIETEKENING LEZEN Projectie van vlakken op een achterliggend vlak: vlak 1 -2 -3 -4

PROJECTIETEKENING LEZEN Projectie van vlakken op een achterliggend vlak: vlak 1 -2 -3 -4 wordt geprojecteerd als een vlak.

PROJECTIETEKENING LEZEN Projectie van vlakken op een achterliggend vlak:

PROJECTIETEKENING LEZEN Projectie van vlakken op een achterliggend vlak:

PROJECTIETEKENING LEZEN Projectie van vlakken op een achterliggend vlak: vlak 1 -2 -3 -4

PROJECTIETEKENING LEZEN Projectie van vlakken op een achterliggend vlak: vlak 1 -2 -3 -4 wordt geprojecteerd als een kleiner vlak.

HOE PROJECTIETEKENINGEN LEZEN? 1. Bekijk eerst de perspectieftekening van het voorwerp. A in het

HOE PROJECTIETEKENINGEN LEZEN? 1. Bekijk eerst de perspectieftekening van het voorwerp. A in het VA = ?

HOE PROJECTIETEKENINGEN LEZEN? 1. Bekijk eerst de perspectieftekening van het voorwerp. 2. Ga op

HOE PROJECTIETEKENINGEN LEZEN? 1. Bekijk eerst de perspectieftekening van het voorwerp. 2. Ga op zoek naar het juiste cijfer in het opgegeven aanzicht. A in het VA = ?

HOE PROJECTIETEKENINGEN LEZEN? 1. Bekijk eerst de perspectieftekening van het voorwerp. 2. Ga op

HOE PROJECTIETEKENINGEN LEZEN? 1. Bekijk eerst de perspectieftekening van het voorwerp. 2. Ga op zoek naar het juiste cijfer in het opgegeven aanzicht. A in het VA = 1