t Is tijd voor een quiz Hoe verloopt

  • Slides: 23
Download presentation
‘t Is tijd voor een quiz!

‘t Is tijd voor een quiz!

Hoe verloopt de quiz? • Er zijn vier groepen; • Deze groepen worden in

Hoe verloopt de quiz? • Er zijn vier groepen; • Deze groepen worden in een vierkant geplaatst: • Groep 1 Groep 2 Stoel Groep 3 Groep 4

3, 2, 1, START!

3, 2, 1, START!

Vraag 1 • Plaats de volgende woorden in alfabetische volgorde: • Boom – aardappel

Vraag 1 • Plaats de volgende woorden in alfabetische volgorde: • Boom – aardappel – sinaasappel – giraf – kastanje – bananenschil

Vraag 2 • Vul een dier in op de stippellijntjes. Let op: De reeks

Vraag 2 • Vul een dier in op de stippellijntjes. Let op: De reeks woorden moet goed alfabetisch gerangschikt zijn. a) aap – egel - …… – paard b) beer – ezel – rat - ……

Vraag 3 • Kennen jullie mij nog? Zet het stappenplan om een vraagstuk op

Vraag 3 • Kennen jullie mij nog? Zet het stappenplan om een vraagstuk op te lossen in de juiste volgorde: 1. Wat wordt er gevraagd? (onderstreep in het rood) 2. Ik noteer mijn antwoord! 3. Wat is het probleem? 4. Ik kijk na of alles klopt! 5. Welke gegevens zijn er gegeven? (onderstreep in het groen) 6. Ik maak mijn bewerking!

Vraag 4 • Welk van onderstaande woorden heeft een open lettergreep? • Appel •

Vraag 4 • Welk van onderstaande woorden heeft een open lettergreep? • Appel • Eten • Sokken

Vraag 5 • Welk van onderstaande woorden heeft een gesloten lettergreep? • Koning •

Vraag 5 • Welk van onderstaande woorden heeft een gesloten lettergreep? • Koning • Praten • Vissen

Vraag 6 • Waar staan de hoofdtelwoorden? Schrijf ze allemaal op. Piet kreeg twee

Vraag 6 • Waar staan de hoofdtelwoorden? Schrijf ze allemaal op. Piet kreeg twee weken geleden een toets over de optelling. Hij had 16 op 20. De week daarop heeft hij een toets gemaakt over de aftrekking, waar hij slechts 11 op 20 op scoorde. Twee weken later kreeg hij vervolgens een werkblad over de deling en de vermenigvuldiging, wat hij als huiswerk moest maken tegen de volgende les.

Vraag 7 • Waar staan de nevenhoeken? a) b) c)

Vraag 7 • Waar staan de nevenhoeken? a) b) c)

Vraag 8 • In welke woorden staan telkens enkele medeklinkers? • Stelen • Portretten

Vraag 8 • In welke woorden staan telkens enkele medeklinkers? • Stelen • Portretten • Bedden

Vraag 9 • In welke woorden staan telkens dubbele medeklinkers? • Spellen • Spelen

Vraag 9 • In welke woorden staan telkens dubbele medeklinkers? • Spellen • Spelen • Dalen

Vraag 10 • Welke tweeklanken zie je in deze woorden? • Pauw • Zoen

Vraag 10 • Welke tweeklanken zie je in deze woorden? • Pauw • Zoen • Konijn • Kabouter • Luierik

Vraag 11 • Juist of fout? 1. januarie 2. honning 3. ontbijt

Vraag 11 • Juist of fout? 1. januarie 2. honning 3. ontbijt

Vraag 12 • Welk woord is juist geschreven? 1. sgool 2. school

Vraag 12 • Welk woord is juist geschreven? 1. sgool 2. school

Vraag 13 • Welke zin is juist? 1. Hoe aud ben jij? 2. Ik

Vraag 13 • Welke zin is juist? 1. Hoe aud ben jij? 2. Ik doe alteid zaut op mijn frietjes. 3. Hij is zo fier als een pauw!

Vraag 14 • au of ou? 1. De achtste maand van het jaar is

Vraag 14 • au of ou? 1. De achtste maand van het jaar is …gustus. 2. De ring is van g…d. 3. In de tuin staat een kab…ter.

Vraag 15 • Zoek het volgende woord op in het woordenboek: • Schrijf de

Vraag 15 • Zoek het volgende woord op in het woordenboek: • Schrijf de uitleg nauwkeurig op.

Vraag 16 • In welke figuur staat de koorde van een cirkel? a) b)

Vraag 16 • In welke figuur staat de koorde van een cirkel? a) b) c)

Vraag 17 • Ik pas onder een deur. Wie ben ik? • Een tip:

Vraag 17 • Ik pas onder een deur. Wie ben ik? • Een tip:

Vraag 18 • Vul aan: – Het Sp…nse gr…n h…ft de ork…n d…rst…n; –

Vraag 18 • Vul aan: – Het Sp…nse gr…n h…ft de ork…n d…rst…n; – “…t een b…n…n”, z… de …p; – K…n je m… nog? – Ik moest klo…en want de bel d…t het n…t!

Vraag 19 • Teken een halfrechte op het bord.

Vraag 19 • Teken een halfrechte op het bord.

Vraag 20 • Als iemand je vraagt om een woord te onderstrepen, wat moet

Vraag 20 • Als iemand je vraagt om een woord te onderstrepen, wat moet je dan precies doen?