Structuur en kenmerken van het nieuwe leerplan wiskunde

Structuur en kenmerken van het nieuwe leerplan wiskunde (Infonamiddag eindtermen wiskunde, 19/9/2018) Filip Cools en Didier Van de Velde

Implementatie van nieuwe eindtermen • Apart vak wiskunde voor A- en Bstroom • Richtinggevende lessentabel voor AV: aantal lesuren wiskunde 1 e leerjaar 2 e leerjaar A-stroom 4 u (27 u AV) 4 u (25 u AV) B-stroom 4 u (27 u AV) 3 u (20 u AV) • Nieuw leerplan geschreven vanuit eigen vormingsconcept 2

Structuur van het leerplan • Vijf verschillende rubrieken: Ø rubriek met overkoepelende vaardigheden Ø vier inhoudelijke rubrieken • Elke rubriek bestaat uit aantal doelen: Ø leerplandoel met een beheersingsniveau Ø eventueel wenken en/of verdiepingsdoelen Ø verbredingsdoelen als wenk opgenomen Ø linken naar andere vakken 3

Deelrubrieken van rubriek “overkoepelende vaardigheden” • Vraagstukken en probleemoplossend denken • Redeneren, argumenteren en logisch denken (enkel A-stroom) • Wiskundige taalvaardigheid • Interacties • Benaderingstechnieken • Gebruik van hulpmiddelen 4

Algemene kenmerken van de nieuwe leerplannen • Beknoptere formulering van doelen en wenken • Scherpstelling van differentiële doelen (verdiepend en verbredend) → gevolg: betere onderbouwing studiekeuzebegeleiding • Betere afstemming tussen de A- en B-stroom • Grotere transparantie rond linken 5

Inhoudelijke kenmerken van het nieuwe leerplan wiskunde • Grotere vrijheid en verantwoordelijkheid voor de leraar: bv. bij combineren van overkoepelende vaardigheden met inhoudelijke doelen • Vlotheid primeert op kunstmatige complexiteit • Kwaliteit primeert op kwantiteit • Meer aandacht voor: Ø probleemoplossende vaardigheden Ø doelgericht gebruik van hulpmiddelen (i. h. b. ICT) Ø kritisch omgaan met resultaten, data en voorstellingswijzen 6

Specifiek voor de A-stroom • Versterken van het belang van: Ø logisch denken via symbolische uitdrukkingswijzen Ø de eigenheid van onderzoeken en bewijzen in wiskunde Ø wiskundige taalvaardigheid (communiceren) • Vermijden van: Ø betekenisloos en gecompliceerd rekenwerk: bv. ontbinden in factoren, rekenen met letterexponenten… Ø reproductie van een reeks gekozen bewijzen Ø manueel uitvoeren van transformaties 7

Specifiek voor de B-stroom Versterken van het belang van: Øbetekenisvolle contexten in functie van zelfredzaamheid → “geen wiskunde om de wiskunde” Øfunctioneel en handig rekenen (minder nadruk op cijferen) 8

fb. com/Katholiek. Onderwijs. Vlaanderen twitter. com/Kath. Ond. Vla twitter. com/Boeve. Lieven www. linkedin. com/company/katholiekonderwijsvlaanderen