Stoornissen bij ouderen Les 4 Thema 2 les
Stoornissen bij ouderen Les 4 Thema 2 (les 1 van 2)
2. 1 Cognitieve stoornissen Deze stoornissen komen voor bij: - Aandacht en concentratie - Geheugen - Handelingen - Plannen en organiseren - Taal - Gedrag
Aandacht en concentratie - Filteren en verwerken van informatie (voorbeeld van de kroeg) - Twee dingen tegelijk doen - Prikkels tegelijkertijd verwerken lukt niet
Geheugen Korte termijn geheugen Recente ervaringen en informatie voor korte tijd opslaan (telefoontje) Nieuwe informatie wordt bij een cognitieve stoornis minder goed opgeslagen (sleutels neerleggen en direct weer vergeten) Langetermijngeheugen Het opslaan van informatie, herinneringen en ervaringen Bij een cognitieve stoornis wordt informatie uit het lange termijngeheugen moeilijker opgeroepen. Bekende NL’er wordt wel herkent als bekende maar de persoon kan niet op de naam komen.
Handelingen Juist alledaagse handelingen zijn vaak lastig (concentratie/geheugen beiden nodig). Wat zijn voorbeelden van alledaagse handelingen die moeite kosten?
Plannen en organiseren Zware kost voor je hersenen Dingen onthouden Volgorde van handelen uitdenken Vooruitdenken Wat gaat er mis bij mensen met een cognitieve stoornis? Ze raken het overzicht kwijt Bijvoorbeeld feestje organiseren, hoe plus wat? Wat moet je dan allemaal doen?
Taal De taal van de ander niet meer begrijpen Wel de ander begrijpen maar zelf de woorden niet (meer) kunnen vinden Zinnen niet goed formuleren, niet goed afmaken, onsamenhangend Opgesloten in eigen lichaam Praten, lezen en schrijven gaan niet of moeizaam (krant wordt dagtaak)
Gedrag Gedragsverandering komt vaak voor bij mensen met cognitieve stoornissen Van actief -> futloos Sneller prikkelbaar, minder geduld, angstig, rusteloos Gedragsverandering valt omgeving op en is vaak aanleiding tot gesprek -> arts
Cognitieve problemen bij ouderen Cognitieve stoornissen verlopen bij iedereen anders en uiten zich verschillend. Dat is afhankelijk van het aangetaste gebied in de hersenen. Belangrijkste cognitieve stoornissen bij ouderen zijn: § Dementie § Amnestische stoornis § Delirium
Dementie Verzamelnaam voor cognitieve stoornissen (sterk afgenomen hersenfuncties) Dementie betekent: geestelijke aftakeling en uit zich in: 1. Dingen vergeten 2. Nieuwe informatie wordt minder goed verwerkt 3. Verminderd probleemoplossend vermogen 4. Gedragsverandering * Dementie is het gevolg van verschillende ziektes (ziekte van Alzheimer, de ziekte van Pick of een beroerte.
Ziekte van Alzheimer Hersenziekte (geleidelijk verliezen van geheugen en intellectuele mogelijkheden) Persoonlijkheidsveranderingen Verminderde zelfzorg Geleidelijk verloop van de ziekte (vergeetachtig, verminderd tijdsbesef) Normen en waardenbesef neemt af (schaamtegevoel speelt niet meer, hoe noemen we dat ook wel? ) Totaal afhankelijk van anderen (bedlegerig en contact is verdwenen).
Vasculaire dementie Vorm van dementie die ontstaat door? Hersenbloeding of beroerte Ziekte ontstaat plotseling Hersendelen beschadigd door (tijdelijke) verminderde bloedtoevoer Achteruitgang denken/handelen Vaak ook afasie, wat is dat? Stoornis in taalgebruik en taalbegrip (woordvindproblemen) Vaak wel bewust van zijn beperkingen (anders dan bij dementie), dat leidt tot? Frustratie Hoe mee om te gaan? Toon geduld en blijf de persoon bij gesprekken betrekken
Amnestische stoornis Problemen rond aanleren nieuwe vaardigheden Onthouden van recente info en details uit verleden Oorzaak: hersenontsteking, beroerte of traumatische ervaring, overmatig alcoholgebruik Vergeten verhalen worden ‘herschreven’ (verzinsels vullen de leegte op) Persoon is zich daar niet bewust van
Ziekte van Pick Voorste deel van hersenen is aangetast (frontaalkwab) Plannen en organiseren + impulsbeheersing wordt voorin het hoofd geregeld Remmingen vallen weg Ook taalproblemen (zin niet afmaken / woordvindproblemen)
Syndroom van Korsakov Amnestische stoornis -> ernstig tekort aan vitamine B 1 (vaak alcoholisten) Alcoholisten -> slechte eters -> vitaminegebrek Hersenbeschadiging -> geheugenproblemen Nieuwe info niet goed opslaan, opgeslagen info niet kunnen terugvinden, plannen Handelingen uitvoeren gaat wel goed (fietsen/piano spelen)
Delirium Plotselinge verwardheid -> medicijngebruik/ziekte (aan welke organen bijv? ) Kortsluiting in hersenen Vaak bij ouderen die in ziekenhuis liggen Niet aanspreekbaar, hallucinaties, onrustig, bang, verward Gelukkig tijdelijk van aard.
Nabespreken opdracht 11 thema 1 Van huisarts tot ondersteuningsplan Beantwoord eerst de vragen en stel daarna samen een ondersteuningsplan op voor Merel. Volg daarbij de punten die genoemd worden: - Ondersteuningsbehoeften van Merel - Doelen die je wilt behalen met Merel - Hoe de ondersteuning eruit ziet - Wie wat gaat doen (rolverdeling betrokkenen) - Evaluatie
Maken opdrachten: Opdracht 3, 4, 5 en 9 (bij opdracht 9 niet een heel plan maken maar wel de vijf vragen naar eigen inzicht beantwoorden) Als je klaar bent met deze opdrachten; thema 2. 3 en 2. 4 doornemen Voor volgende week: doornemen Thema 3 (verslaving)
- Slides: 18