Spelling Dyslexie 2 week 6 08 06 2017

  • Slides: 34
Download presentation
Spelling & Dyslexie 2 week 6 08 -06 -2017

Spelling & Dyslexie 2 week 6 08 -06 -2017

Wat gaan we vandaag doen? 1. Opdracht referentiekader taal 2. Opdracht artikelen spellingssystematiek 3.

Wat gaan we vandaag doen? 1. Opdracht referentiekader taal 2. Opdracht artikelen spellingssystematiek 3. Hoofdlijnen spellingssystematiek 2

Doelen 1. Je weet globaal de verdeling van de onderdelen van spelling in het

Doelen 1. Je weet globaal de verdeling van de onderdelen van spelling in het referentiekader. 2. Je weet wat klankzuivere en klankambigue woorden zijn. 3. Je weet wat allofonen, homografen en morfemen zijn. 3

Doelen 4. Je weet welke vier principes de basis vormen van de Nederlandse spelling.

Doelen 4. Je weet welke vier principes de basis vormen van de Nederlandse spelling. 5. Je weet waarin beginnende en gevorderde spellers verschillen v. w. b. spellingprincipes. 6. Je weet waarom homofone werkwoordsvormen zo vaak verkeerd geschreven worden en wat een hulpmiddel hiertegen kan zijn. 4

1. Opdracht referentiekader taal �Drietallen �Antwoorden � 10 erbij minuten 5

1. Opdracht referentiekader taal �Drietallen �Antwoorden � 10 erbij minuten 5

Wat gaan we vandaag doen? 1. Opdracht referentiekader taal 2. Opdracht artikelen spellingssystematiek 3.

Wat gaan we vandaag doen? 1. Opdracht referentiekader taal 2. Opdracht artikelen spellingssystematiek 3. Hoofdlijnen spellingssystematiek 6

2. Opdracht artikelen spellingssystematiek werkvorm experts: eerst de eigen uitwerkingen vergelijken (8 min. )

2. Opdracht artikelen spellingssystematiek werkvorm experts: eerst de eigen uitwerkingen vergelijken (8 min. ) �antwoorden erbij (5 min. ) �dan in gemengde drietallen bespreken (7 min. ) � 7

Wat gaan we vandaag doen? 1. Opdracht referentiekader taal 2. Opdracht artikelen spellingssystematiek 3.

Wat gaan we vandaag doen? 1. Opdracht referentiekader taal 2. Opdracht artikelen spellingssystematiek 3. Hoofdlijnen spellingssystematiek 8

Spelling - inleiding �Nederlands: � 26 alfabetische spelling. letters voor ca. 40 klanken: lastig.

Spelling - inleiding �Nederlands: � 26 alfabetische spelling. letters voor ca. 40 klanken: lastig. �Fonologisch vs. fonetisch: - hoed want: hoeden - dus spelling op -d = fonologisch - je hoort een -t (dus fonetische vorm zou hoet zijn) 9

Spelling - inleiding 4 spellingprincipes: 1. beschaafde uitspraak: 1 klank = 1 teken -

Spelling - inleiding 4 spellingprincipes: 1. beschaafde uitspraak: 1 klank = 1 teken - maar: geen strikt fonetische spelling! - klankzuivere woorden 10

Spelling - inleiding 4 spellingprincipes: 2. gelijkvormigheid: dezelfde woorden/ woorddelen op dezelfde manier -

Spelling - inleiding 4 spellingprincipes: 2. gelijkvormigheid: dezelfde woorden/ woorddelen op dezelfde manier - 1 hoed, want 2 hoeden - niet consequent: 1 huis, maar 2 huizen (en niet *huiz) 11

Spelling - inleiding 4 spellingprincipes: 3. analogie: woorden op dezelfde manier gevormd = op

Spelling - inleiding 4 spellingprincipes: 3. analogie: woorden op dezelfde manier gevormd = op dezelfde manier geschreven - hij baadt, want hij loopt 12

Spelling - inleiding 4 spellingprincipes: 4. etymologie: herkomst woorden blijft zichtbaar in spelling -

Spelling - inleiding 4 spellingprincipes: 4. etymologie: herkomst woorden blijft zichtbaar in spelling - rouw/rauw - laat ontwikkeling van taal zien 13

Spelling - inleiding � Spelling dus abstract: - klankzuivere woorden volgen principe 1: beschaafde

Spelling - inleiding � Spelling dus abstract: - klankzuivere woorden volgen principe 1: beschaafde uitspraak - maar principe 2, 3 en 4 (gelijkvormigheid, analogie, etymologie) zijn abstracte vormen � Beginnende � Gevorderde nodig. speller: fonetisch spellen. speller: informatie over woorden 14

Spellingstrategieën Vlgones een oznrdeeok op een Eglnese uvinretsiet mkaat het neit uit in wlkee

Spellingstrategieën Vlgones een oznrdeeok op een Eglnese uvinretsiet mkaat het neit uit in wlkee vloogdre de ltteers in een wrood saatn, het einge wat blegnaijrk is, is dat de eretse en de ltaatse ltteer op de jiutse patals saatn. De rset van de ltteers mgoen wllikueirg gpletaast wdoren en je knut vrelvogens gwoeon lzeen wat er saatt. Dit kmot odmat we neit ekle ltteer op zcih lzeen maar het wrood als gheeel. 15

Spellingstrategieën Vlgones een oznrdeeok op een Eglnese uvinretsiet mkaat het neit uit in wlkee

Spellingstrategieën Vlgones een oznrdeeok op een Eglnese uvinretsiet mkaat het neit uit in wlkee vloogdre… - Waarom kun je dit lezen? Hele woordbeeld, dus directe leesstrategie (niet meer decoderen). 16

Spellingstrategieën: direct vs. indirect �direct: - geautomatiseerd - eindpunt van een leerproces (in principe

Spellingstrategieën: direct vs. indirect �direct: - geautomatiseerd - eindpunt van een leerproces (in principe voor elk woord) - maar: werkwoordsvormen horen hier niet bij! � 17

Indirecte spellingstrategieën 1. fonologische/auditieve strategie: klankzuivere woorden - eerst woord in klanken en dan

Indirecte spellingstrategieën 1. fonologische/auditieve strategie: klankzuivere woorden - eerst woord in klanken en dan letter aan klank koppelen - dan clusters: -aai, sch-, -isch 18

Indirecte spellingstrategieën 2. visuele/woordbeeldstrategie: geheugen - door etymologie van onze taal homofonen: woorden die

Indirecte spellingstrategieën 2. visuele/woordbeeldstrategie: geheugen - door etymologie van onze taal homofonen: woorden die hetzelfde klinken maar andere spelling hebben (rouw/rauw) - leenwoorden ook niet te beredeneren (prostitué/dictee, kwestie/quarantaine) - mentaal lexicon bevat ook: uitspraak, betekenis, context, gebruikswaarde e. d. 19

Indirecte spellingstrategieën 3. Regelstrategie - bv. 1 raam, 2 ramen (klinker wordt enkel) -

Indirecte spellingstrategieën 3. Regelstrategie - bv. 1 raam, 2 ramen (klinker wordt enkel) - bv. 1 bom, 2 bommen (medeklinker wordt dubbel) - bv. werkwoorden: elke keer opnieuw bepaald bepaalt de plek van het woord de regel en dus de goede vorm 20

Indirecte spellingstrategieën 3. Regelstrategie - regels leren = abstract, want veronderstelt inzicht - voor

Indirecte spellingstrategieën 3. Regelstrategie - regels leren = abstract, want veronderstelt inzicht - voor spelling ook veel verschillende regels - goed nadenken over didactiek: zie tips in artikel 21

Indirecte spellingstrategieën 4. analogiestrategie: vergelijken - 'dorpsstraat' vanwege 'dorpsplein' - lastig: zelf uitmaken of

Indirecte spellingstrategieën 4. analogiestrategie: vergelijken - 'dorpsstraat' vanwege 'dorpsplein' - lastig: zelf uitmaken of een woord hoort bij een bepaald voorbeeldwoord 22

Indirecte spellingstrategieën 5. hulpstrategie - geheugensteuntje: kofschip, ezelsbruggetje ('onmiddellijk') - opzoeken: woordenboek, Groene Boekje,

Indirecte spellingstrategieën 5. hulpstrategie - geheugensteuntje: kofschip, ezelsbruggetje ('onmiddellijk') - opzoeken: woordenboek, Groene Boekje, e. d. 23

Spellingsstrategieën Werkwoorden: �homofone vormen lastig �meest frequente vorm voorkeur �niet problematisch voor begrijpelijkheid tekst,

Spellingsstrategieën Werkwoorden: �homofone vormen lastig �meest frequente vorm voorkeur �niet problematisch voor begrijpelijkheid tekst, wel maatschappelijk label 24

Vuistregels onderwijs �Juist spellen maar voor klein deel kwestie van inzicht + redeneren, vooral

Vuistregels onderwijs �Juist spellen maar voor klein deel kwestie van inzicht + redeneren, vooral automatiseren + geheugenkennis. �Dus: gebruik regels die alleen maar duidelijk zijn (en gebruik meer analogieregels, 'kapstokwoorden'). 25

Vuistregels onderwijs � Differentiëren: wat heeft een leerling nodig? � 'Wat voor een klas

Vuistregels onderwijs � Differentiëren: wat heeft een leerling nodig? � 'Wat voor een klas als geheel een probleem is, moet dus klassikaal behandeld worden. ' � Digitaal laten werken (bv. Socrative of via methode) geeft mogelijkheden om leerlingen in eigen tempo te laten werken, jij ziet (later) de knelpunten en kunt die klassikaal behandelen. � Zelf laten nakijken. 26

Vuistregels onderwijs �Hulpmiddelen gebruiken: waarom wil je dat leerlingen goed kunnen schrijven? �Als ze

Vuistregels onderwijs �Hulpmiddelen gebruiken: waarom wil je dat leerlingen goed kunnen schrijven? �Als ze vroeg oefenen met hulpmiddelen, dan drempel lager om zelf te gebruiken. �Kritisch zijn op bv. spellingcontrole van Word: homofonen, samenstellingen e. d. niet goed. 27

Vuistregels onderwijs �Spelling = competentie: product van weten, kunnen en willen. �'Spellinggeweten'. (taalbeschouwing) �Spelling

Vuistregels onderwijs �Spelling = competentie: product van weten, kunnen en willen. �'Spellinggeweten'. (taalbeschouwing) �Spelling integreren in schrijven: wanneer schrijf je nou losse woordjes? �Geen losse letters laten invullen. 28

Werkwoordspelling �Scriptie Munting: noemt 2 spellingprincipes, er zijn er 4. �Maar bij werkwoorden lastig:

Werkwoordspelling �Scriptie Munting: noemt 2 spellingprincipes, er zijn er 4. �Maar bij werkwoorden lastig: 'schrijven wat je hoort' werkt niet. �Leerlingen geneigd om hoogfrequente vormen te gebruiken: regels toepassen. 29

Werkwoordspelling �Regels steeds toepassen tijdens het schrijven: belasting werkgeheugen. �Algoritmekaart manier om denkstappen uit

Werkwoordspelling �Regels steeds toepassen tijdens het schrijven: belasting werkgeheugen. �Algoritmekaart manier om denkstappen uit werkgeheugen te halen. 30

Wat gaan we vandaag doen? 1. Opdracht referentiekader taal 2. Opdracht artikelen spellingssystematiek 3.

Wat gaan we vandaag doen? 1. Opdracht referentiekader taal 2. Opdracht artikelen spellingssystematiek 3. Hoofdlijnen spellingssystematiek 31

Doelen 1. Je weet globaal de verdeling van de onderdelen van spelling in het

Doelen 1. Je weet globaal de verdeling van de onderdelen van spelling in het referentiekader. 2. Je weet wat klankzuivere en klankambigue woorden zijn. 3. Je weet wat allofonen, homografen en morfemen zijn. 32

Doelen 4. Je weet welke vier principes de basis vormen van de Nederlandse spelling.

Doelen 4. Je weet welke vier principes de basis vormen van de Nederlandse spelling. 5. Je weet waarin beginnende en gevorderde spellers verschillen v. w. b. spellingprincipes. 6. Je weet waarom homofone werkwoordsvormen zo vaak verkeerd geschreven worden en wat een hulpmiddel hiertegen kan zijn. 33

Volgende week dyslexie in het vo en mbo - prevalentie van dyslexie op het

Volgende week dyslexie in het vo en mbo - prevalentie van dyslexie op het vo - gevolgen voor het leren op het vo - signalering en doorverwijzing op het vo - oorzaken late signalering op het mbo (3 soorten studenten met leesproblemen/dyslexie) - prevalentie van dyslexie op het mbo - verschil tussen maatwerk, compenserende en dispenserende faciliteiten - drieslag taal - screening op het mbo materiaal lezen op Wikiwijs week 7: Dyslexieprotocol vo en Dyslexieprotocol mbo bijbehorende opdrachten maken (let op: omvangrijke documenten, goed kijken welke delen je moet gebruiken) 34