Soorten werkwoorden Soorten werkwoorden Zelfstandig werkwoord Soorten werkwoorden

  • Slides: 86
Download presentation
Soorten werkwoorden

Soorten werkwoorden

Soorten werkwoorden Zelfstandig werkwoord

Soorten werkwoorden Zelfstandig werkwoord

Soorten werkwoorden Zelfstandig werkwoord Hulpwerkwoord

Soorten werkwoorden Zelfstandig werkwoord Hulpwerkwoord

Soorten werkwoorden Zelfstandig werkwoord Hulpwerkwoord Koppelwerkwoord

Soorten werkwoorden Zelfstandig werkwoord Hulpwerkwoord Koppelwerkwoord

Soorten werkwoorden Zelfstandig werkwoord Hulpwerkwoord Koppelwerkwoord Actie

Soorten werkwoorden Zelfstandig werkwoord Hulpwerkwoord Koppelwerkwoord Actie

Soorten werkwoorden Zelfstandig werkwoord Actie Hulpwerkwoord Koppelt eigenschap

Soorten werkwoorden Zelfstandig werkwoord Actie Hulpwerkwoord Koppelt eigenschap

Soorten werkwoorden Zelfstandig werkwoord Actie Hulpwerkwoord Helpt Koppelwerkwoord Koppelt eigenschap

Soorten werkwoorden Zelfstandig werkwoord Actie Hulpwerkwoord Helpt Koppelwerkwoord Koppelt eigenschap

Soorten werkwoorden Zelfstandig werkwoord Actie Hulpwerkwoord Helpt Koppelwerkwoord Koppelt eigenschap Werkwoordelijk gezegde

Soorten werkwoorden Zelfstandig werkwoord Actie Hulpwerkwoord Helpt Koppelwerkwoord Koppelt eigenschap Werkwoordelijk gezegde

Soorten werkwoorden Zelfstandig werkwoord Actie Hulpwerkwoord Helpt Koppelwerkwoord Koppelt eigenschap Werkwoordelijk gezegde Naamwoordelijk gezegde

Soorten werkwoorden Zelfstandig werkwoord Actie Hulpwerkwoord Helpt Koppelwerkwoord Koppelt eigenschap Werkwoordelijk gezegde Naamwoordelijk gezegde

Soorten werkwoorden Twee soorten zinnen

Soorten werkwoorden Twee soorten zinnen

Soorten werkwoorden Twee soorten zinnen Onderwerp Actie Eigenschap

Soorten werkwoorden Twee soorten zinnen Onderwerp Actie Eigenschap

Soorten werkwoorden Twee soorten zinnen Onderwerp Actie Eigenschap Werkwoordelijk gezegde Naamwoordelijk gezegde

Soorten werkwoorden Twee soorten zinnen Onderwerp Actie Eigenschap Werkwoordelijk gezegde Naamwoordelijk gezegde

Even oefenen…

Even oefenen…

Even oefenen… 1 2 3 4 5 6 7 8

Even oefenen… 1 2 3 4 5 6 7 8

Even oefenen… 1 2 3 4 5 6 7 8 De grote man fietst.

Even oefenen… 1 2 3 4 5 6 7 8 De grote man fietst.

Even oefenen… 1 2 3 4 5 6 7 8 De grote man fietst.

Even oefenen… 1 2 3 4 5 6 7 8 De grote man fietst. Actie

Even oefenen… 1 De grote man fietst. 2 De oude vrouw is lief. 3

Even oefenen… 1 De grote man fietst. 2 De oude vrouw is lief. 3 4 5 6 7 8 Actie

Even oefenen… 1 De grote man fietst. 2 De oude vrouw is lief. 3

Even oefenen… 1 De grote man fietst. 2 De oude vrouw is lief. 3 4 5 6 7 8 Actie Eigenschap

Even oefenen… 1 De grote man fietst. 2 De oude vrouw is lief. 3

Even oefenen… 1 De grote man fietst. 2 De oude vrouw is lief. 3 Het vogeltje is van de tak gevallen. 4 5 6 7 8 Actie Eigenschap

Even oefenen… 1 De grote man fietst. 2 De oude vrouw is lief. 3

Even oefenen… 1 De grote man fietst. 2 De oude vrouw is lief. 3 Het vogeltje is van de tak gevallen. 4 5 6 7 8 Actie Eigenschap Actie

Even oefenen… 1 De grote man fietst. 2 De oude vrouw is lief. 3

Even oefenen… 1 De grote man fietst. 2 De oude vrouw is lief. 3 Het vogeltje is van de tak gevallen. 4 De winkel is open. 5 6 7 8 Actie Eigenschap Actie

Even oefenen… 1 De grote man fietst. 2 De oude vrouw is lief. 3

Even oefenen… 1 De grote man fietst. 2 De oude vrouw is lief. 3 Het vogeltje is van de tak gevallen. 4 De winkel is open. 5 6 7 8 Actie Eigenschap

Even oefenen… 1 De grote man fietst. 2 De oude vrouw is lief. 3

Even oefenen… 1 De grote man fietst. 2 De oude vrouw is lief. 3 Het vogeltje is van de tak gevallen. 4 De winkel is open. 5 De winkel is gisteren open geweest. 6 7 8 Actie Eigenschap

Even oefenen… 1 De grote man fietst. 2 De oude vrouw is lief. 3

Even oefenen… 1 De grote man fietst. 2 De oude vrouw is lief. 3 Het vogeltje is van de tak gevallen. 4 De winkel is open. Eigenschap 5 De winkel is gisteren open geweest. Eigenschap 6 7 8 Actie Eigenschap Actie

Even oefenen… 1 De grote man fietst. 2 De oude vrouw is lief. 3

Even oefenen… 1 De grote man fietst. 2 De oude vrouw is lief. 3 Het vogeltje is van de tak gevallen. 4 De winkel is open. Eigenschap 5 De winkel is gisteren open geweest. Eigenschap 6 De winkel zal morgen pas open zijn. 7 8 Actie Eigenschap Actie

Even oefenen… 1 De grote man fietst. 2 De oude vrouw is lief. 3

Even oefenen… 1 De grote man fietst. 2 De oude vrouw is lief. 3 Het vogeltje is van de tak gevallen. 4 De winkel is open. Eigenschap 5 De winkel is gisteren open geweest. Eigenschap 6 De winkel zal morgen pas open zijn. Eigenschap 7 8 Actie Eigenschap Actie

Even oefenen… 1 De grote man fietst. 2 De oude vrouw is lief. 3

Even oefenen… 1 De grote man fietst. 2 De oude vrouw is lief. 3 Het vogeltje is van de tak gevallen. 4 De winkel is open. Eigenschap 5 De winkel is gisteren open geweest. Eigenschap 6 De winkel zal morgen pas open zijn. Eigenschap 7 De tak is gebroken. 8 Actie Eigenschap Actie

Even oefenen… 1 De grote man fietst. 2 De oude vrouw is lief. 3

Even oefenen… 1 De grote man fietst. 2 De oude vrouw is lief. 3 Het vogeltje is van de tak gevallen. 4 De winkel is open. Eigenschap 5 De winkel is gisteren open geweest. Eigenschap 6 De winkel zal morgen pas open zijn. Eigenschap 7 De tak is gebroken. 8 Actie Eigenschap Actie

Even oefenen… 1 De grote man fietst. Actie 2 De oude vrouw is lief.

Even oefenen… 1 De grote man fietst. Actie 2 De oude vrouw is lief. 3 Het vogeltje is van de tak gevallen. 4 De winkel is open. Eigenschap 5 De winkel is gisteren open geweest. Eigenschap 6 De winkel zal morgen pas open zijn. Eigenschap 7 De tak is gebroken. 8 De winkel is geopend. Eigenschap Actie

Even oefenen… 1 De grote man fietst. Actie 2 De oude vrouw is lief.

Even oefenen… 1 De grote man fietst. Actie 2 De oude vrouw is lief. 3 Het vogeltje is van de tak gevallen. 4 De winkel is open. Eigenschap 5 De winkel is gisteren open geweest. Eigenschap 6 De winkel zal morgen pas open zijn. Eigenschap 7 De tak is gebroken. Actie 8 De winkel is geopend. Actie Eigenschap Actie

OW + actie =

OW + actie =

OW + actie = WWG

OW + actie = WWG

OW + actie = WWG Alle werkwoorden

OW + actie = WWG Alle werkwoorden

OW + actie = OW + eigenschap = WWG Alle werkwoorden

OW + actie = OW + eigenschap = WWG Alle werkwoorden

OW + actie = WWG OW + eigenschap = NWG Alle werkwoorden

OW + actie = WWG OW + eigenschap = NWG Alle werkwoorden

OW + actie = OW + eigenschap = WWG Alle werkwoorden NWG Alle werkwoorden

OW + actie = OW + eigenschap = WWG Alle werkwoorden NWG Alle werkwoorden + eigenschap

OW + actie = WWG Alle werkwoorden ZWW OW + eigenschap = NWG Alle

OW + actie = WWG Alle werkwoorden ZWW OW + eigenschap = NWG Alle werkwoorden + eigenschap

OW + actie = WWG Alle werkwoorden ZWW OW + eigenschap = NWG Alle

OW + actie = WWG Alle werkwoorden ZWW OW + eigenschap = NWG Alle werkwoorden + eigenschap KWW

OW + actie = WWG Alle werkwoorden ZWW HWW OW + eigenschap = NWG

OW + actie = WWG Alle werkwoorden ZWW HWW OW + eigenschap = NWG Alle werkwoorden + eigenschap KWW HWW

Werkwoordelijk gezegde

Werkwoordelijk gezegde

Werkwoordelijk gezegde ZWW (+ HWW)

Werkwoordelijk gezegde ZWW (+ HWW)

Werkwoordelijk gezegde ZWW (+ HWW) De man fietst.

Werkwoordelijk gezegde ZWW (+ HWW) De man fietst.

Werkwoordelijk gezegde ZWW (+ HWW) z De man fietst.

Werkwoordelijk gezegde ZWW (+ HWW) z De man fietst.

Werkwoordelijk gezegde ZWW (+ HWW) z De man fietste.

Werkwoordelijk gezegde ZWW (+ HWW) z De man fietste.

Werkwoordelijk gezegde ZWW (+ HWW) z De man fietste.

Werkwoordelijk gezegde ZWW (+ HWW) z De man fietste.

Werkwoordelijk gezegde ZWW (+ HWW) z De man fietste. De man heeft gefietst.

Werkwoordelijk gezegde ZWW (+ HWW) z De man fietste. De man heeft gefietst.

Werkwoordelijk gezegde ZWW (+ HWW) z De man fietste. z De man heeft gefietst.

Werkwoordelijk gezegde ZWW (+ HWW) z De man fietste. z De man heeft gefietst.

Werkwoordelijk gezegde ZWW (+ HWW) z De man fietste. h z De man heeft

Werkwoordelijk gezegde ZWW (+ HWW) z De man fietste. h z De man heeft gefietst.

Werkwoordelijk gezegde ZWW (+ HWW) z De man fietste. h z De man heeft

Werkwoordelijk gezegde ZWW (+ HWW) z De man fietste. h z De man heeft gefietst. De man gaat fietsen.

Werkwoordelijk gezegde ZWW (+ HWW) z De man fietste. h z De man heeft

Werkwoordelijk gezegde ZWW (+ HWW) z De man fietste. h z De man heeft gefietst. z De man gaat fietsen.

Werkwoordelijk gezegde ZWW (+ HWW) z De man fietste. h z De man heeft

Werkwoordelijk gezegde ZWW (+ HWW) z De man fietste. h z De man heeft gefietst. h z De man gaat fietsen.

Werkwoordelijk gezegde ZWW (+ HWW) z De man fietste. h z De man heeft

Werkwoordelijk gezegde ZWW (+ HWW) z De man fietste. h z De man heeft gefietst. h z De man gaat fietsen. De man zal gaan fietsen.

Werkwoordelijk gezegde ZWW (+ HWW) z De man fietste. h z De man heeft

Werkwoordelijk gezegde ZWW (+ HWW) z De man fietste. h z De man heeft gefietst. h z De man gaat fietsen. z De man zal gaan fietsen.

Werkwoordelijk gezegde ZWW (+ HWW) z De man fietste. h z De man heeft

Werkwoordelijk gezegde ZWW (+ HWW) z De man fietste. h z De man heeft gefietst. h z De man gaat fietsen. h h z De man zal gaan fietsen.

Werkwoordelijk gezegde ZWW (+ HWW) z De man fietste. h z De man heeft

Werkwoordelijk gezegde ZWW (+ HWW) z De man fietste. h z De man heeft gefietst. h z De man gaat fietsen. h h z De man zal gaan fietsen. De man zal gefietst kunnen hebben.

Werkwoordelijk gezegde ZWW (+ HWW) z De man fietste. h z De man heeft

Werkwoordelijk gezegde ZWW (+ HWW) z De man fietste. h z De man heeft gefietst. h z De man gaat fietsen. h h z De man zal gaan fietsen. z De man zal gefietst kunnen hebben.

Werkwoordelijk gezegde ZWW (+ HWW) z De man fietste. h z De man heeft

Werkwoordelijk gezegde ZWW (+ HWW) z De man fietste. h z De man heeft gefietst. h z De man gaat fietsen. h h z De man zal gaan fietsen. h z h h De man zal gefietst kunnen hebben.

Naamwoordelijk gezegde

Naamwoordelijk gezegde

Naamwoordelijk gezegde KWW (+ HWW)

Naamwoordelijk gezegde KWW (+ HWW)

Naamwoordelijk gezegde KWW (+ HWW) De man is ziek.

Naamwoordelijk gezegde KWW (+ HWW) De man is ziek.

Naamwoordelijk gezegde KWW (+ HWW) k De man is ziek.

Naamwoordelijk gezegde KWW (+ HWW) k De man is ziek.

Naamwoordelijk gezegde KWW (+ HWW) k De man is ziek. De man wordt ziek.

Naamwoordelijk gezegde KWW (+ HWW) k De man is ziek. De man wordt ziek.

Naamwoordelijk gezegde KWW (+ HWW) k De man is ziek. k De man wordt

Naamwoordelijk gezegde KWW (+ HWW) k De man is ziek. k De man wordt ziek.

Naamwoordelijk gezegde KWW (+ HWW) k De man is ziek. k De man wordt

Naamwoordelijk gezegde KWW (+ HWW) k De man is ziek. k De man wordt ziek. De man blijft ziek.

Naamwoordelijk gezegde KWW (+ HWW) k De man is ziek. k De man wordt

Naamwoordelijk gezegde KWW (+ HWW) k De man is ziek. k De man wordt ziek. k De man blijft ziek.

Naamwoordelijk gezegde KWW (+ HWW) k De man is ziek. k De man wordt

Naamwoordelijk gezegde KWW (+ HWW) k De man is ziek. k De man wordt ziek. k De man blijft ziek. De man is ziek geweest.

Naamwoordelijk gezegde KWW (+ HWW) k De man is ziek. k De man wordt

Naamwoordelijk gezegde KWW (+ HWW) k De man is ziek. k De man wordt ziek. k De man blijft ziek. k De man is ziek geweest.

Naamwoordelijk gezegde KWW (+ HWW) k De man is ziek. k De man wordt

Naamwoordelijk gezegde KWW (+ HWW) k De man is ziek. k De man wordt ziek. k De man blijft ziek. h k De man is ziek geweest.

Naamwoordelijk gezegde KWW (+ HWW) k De man is ziek. k De man wordt

Naamwoordelijk gezegde KWW (+ HWW) k De man is ziek. k De man wordt ziek. k De man blijft ziek. h k De man is ziek geweest. De man zou ziek kunnen worden.

Naamwoordelijk gezegde KWW (+ HWW) k De man is ziek. k De man wordt

Naamwoordelijk gezegde KWW (+ HWW) k De man is ziek. k De man wordt ziek. k De man blijft ziek. h k De man is ziek geweest. k De man zou ziek kunnen worden.

Naamwoordelijk gezegde KWW (+ HWW) k De man is ziek. k De man wordt

Naamwoordelijk gezegde KWW (+ HWW) k De man is ziek. k De man wordt ziek. k De man blijft ziek. h k De man is ziek geweest. h h k De man zou ziek kunnen worden.

Naamwoordelijk gezegde KWW (+ HWW) k De man is ziek. k De man wordt

Naamwoordelijk gezegde KWW (+ HWW) k De man is ziek. k De man wordt ziek. k De man blijft ziek. h k De man is ziek geweest. h h k De man zou ziek kunnen worden. De man zou ziek kunnen zijn geweest.

Naamwoordelijk gezegde KWW (+ HWW) k De man is ziek. k De man wordt

Naamwoordelijk gezegde KWW (+ HWW) k De man is ziek. k De man wordt ziek. k De man blijft ziek. h k De man is ziek geweest. h h k De man zou ziek kunnen worden. k De man zou ziek kunnen zijn geweest.

Naamwoordelijk gezegde KWW (+ HWW) k De man is ziek. k De man wordt

Naamwoordelijk gezegde KWW (+ HWW) k De man is ziek. k De man wordt ziek. k De man blijft ziek. h k De man is ziek geweest. h h k De man zou ziek kunnen worden. h h h k De man zou ziek kunnen zijn geweest.

Naamwoordelijk gezegde KWW (+ HWW) k De man is ziek. k De man wordt

Naamwoordelijk gezegde KWW (+ HWW) k De man is ziek. k De man wordt ziek. k De man blijft ziek. h k De man is ziek geweest. h h k De man zou ziek kunnen worden. h h h k De man zou ziek kunnen zijn geweest. De man lijkt ziek.

Naamwoordelijk gezegde KWW (+ HWW) k De man is ziek. k De man wordt

Naamwoordelijk gezegde KWW (+ HWW) k De man is ziek. k De man wordt ziek. k De man blijft ziek. h k De man is ziek geweest. h h k De man zou ziek kunnen worden. h h h k De man zou ziek kunnen zijn geweest. h De man lijkt ziek.

Naamwoordelijk gezegde KWW (+ HWW) k De man is ziek. k De man wordt

Naamwoordelijk gezegde KWW (+ HWW) k De man is ziek. k De man wordt ziek. k De man blijft ziek. h k De man is ziek geweest. h h k De man zou ziek kunnen worden. h h h k De man zou ziek kunnen zijn geweest. h k De man lijkt ziek (te zijn).

Aanpak

Aanpak

Aanpak Zin

Aanpak Zin

Aanpak Zin Actie Eigenschap

Aanpak Zin Actie Eigenschap

Aanpak Zin Actie WWG Eigenschap

Aanpak Zin Actie WWG Eigenschap

Aanpak Zin Actie WWG Eén ZWW Eigenschap

Aanpak Zin Actie WWG Eén ZWW Eigenschap

Aanpak Zin Actie WWG Eén ZWW (+ HWW) Eigenschap

Aanpak Zin Actie WWG Eén ZWW (+ HWW) Eigenschap

Aanpak Zin Actie Eigenschap WWG NWG Eén ZWW (+ HWW)

Aanpak Zin Actie Eigenschap WWG NWG Eén ZWW (+ HWW)

Aanpak Zin Actie Eigenschap WWG NWG Eén ZWW Eén KWW (+ HWW)

Aanpak Zin Actie Eigenschap WWG NWG Eén ZWW Eén KWW (+ HWW)

Aanpak Zin Actie Eigenschap WWG NWG Eén ZWW Eén KWW (+ HWW)

Aanpak Zin Actie Eigenschap WWG NWG Eén ZWW Eén KWW (+ HWW)