Slaven op de plantages Melissa In 1500 gingen

  • Slides: 11
Download presentation
Slaven op de plantages

Slaven op de plantages

Melissa: In 1500 gingen steeds meer Europeanen met een boot de Atlantische Oceaan over.

Melissa: In 1500 gingen steeds meer Europeanen met een boot de Atlantische Oceaan over. Na een lange reis kwamen ze dan aan in Amerika.

Joël: In Amerika woonden de indianen. De indianen zaten niet te wachten op vreemde

Joël: In Amerika woonden de indianen. De indianen zaten niet te wachten op vreemde mensen. Daarom vochten ze met pijl en boog om de Europeanen weg te jagen. Jesse: Maar de indianen konden niet op tegen de pistolen en geweren van de Europeanen. En dus veroverden de Europeanen grote delen van Amerika.

Iris: Ook de Nederlanders probeerden verschillende landen te veroveren. In 1665 veroverden de Nederlanders

Iris: Ook de Nederlanders probeerden verschillende landen te veroveren. In 1665 veroverden de Nederlanders in Zuid-Amerika Suriname. Twan: De Nederlanders dachten dat er goud in de Surinaamse grond zat. Maar helaas, het goud konden ze niet vinden. De Nederlanders bedachten iets anders, ze bouwden plantages. Guusje: Op de plantages verbouwden de Nederlanders suikerriet, koffie, katoen, cacao en tabak. Wat zijn plantages?

Cis: De indianen vonden het vreselijk dat de blanken in hun gebied kwamen wonen.

Cis: De indianen vonden het vreselijk dat de blanken in hun gebied kwamen wonen. De Nederlanders dwongen hen om op de plantages te werken. Zelf gingen de Nederlanders het zware werk niet verrichten! Marlin: Al snel bleek dat het zware werk ongeschikt was voor de indianen. Velen werden ziek of gingen dood. Ook waren en vaak gevechten tussen de indianen en blanken. Uiteindelijk gaven de indianen het op en trokken zich terug in het oerwoud.

Marlou: De plantage-eigenaren in Suriname hadden nu geen arbeiders meer voor het werk op

Marlou: De plantage-eigenaren in Suriname hadden nu geen arbeiders meer voor het werk op de plantages. Maar de Nederlandse handelaren boden een oplossing. Ze besloten in Afrika zwarte slaven te gaan kopen. Bas: Afrikaanse slavenjagers overvielen dorpen en namen de bevolking gevangen. Daarna dreven ze de slaven naar forten aan de kust. Daarvandaan werden ze op schepen naar Amerika vervoerd.

Kim: Geboeid werden de slaven aan boord gebracht en in een ruim gestouwd. Er

Kim: Geboeid werden de slaven aan boord gebracht en in een ruim gestouwd. Er konden zo’n 300 slaven in een schip. De reis over de oceaan is vreselijk. De slaven werden af en toe aan dek gebracht voor wat frisse lucht en om in conditie te blijven. Jelle: Maar door de slechte omstandigheden werden de mensen ziek. Het was belangrijk dat zoveel mogelijk gezonde en sterke slaven aan de overkant van de oceaan kwamen. Ziek of dood brachten ze tenslotte niks op. Tijdens de reis stierf vaak al 40 tot 70 procent van de slaven. Jesse: We gaan een filmpje bekijken over de slavernij.

Hoe zal het zijn om op een plantage te werken? Daan: De slaven hadden

Hoe zal het zijn om op een plantage te werken? Daan: De slaven hadden op de plantages een vreselijk leven. Het werk was zwaar, want het moest meestal met de hand gebeuren. In de oogsttijd werkten de slaven soms wel zeventien uur per dag. Demi: De toezichthouders hadden de opdracht om ervoor te zorgen dat er flink werd doorgewerkt. Zij stonden voortdurend met de zweep klaar. Ook kinderen van jullie leeftijd moesten meewerken. De slaven kregen bovendien slecht te eten en kwamen nooit van de plantage af. Het leven van de slaven was zwaar, eentonig en uitzichtloos.

Jan: Natuurlijk waren er ook slaven die probeerden weg te lopen. Vaak werden ze

Jan: Natuurlijk waren er ook slaven die probeerden weg te lopen. Vaak werden ze weer gevangen en gestraft. Dirk: Soms lukt het wel om van de plantage weg te komen. Gevluchte slaven probeerden zich in het oerwoud in leven te houden. Ze woonden in groepjes bij elkaar. De gevluchte slaven heetten marrons en deze bevolkingsgroep leeft nu nog steeds in Suriname.

Joël: In de zeventiende en achttiende eeuw vonden de meeste mensen het heel normaal

Joël: In de zeventiende en achttiende eeuw vonden de meeste mensen het heel normaal dat er slaven gehouden werden. Vanaf 1800 veranderde dat. De burgers in Europa uitten veel kritiek. Jelmer: In 1834 werd de slavernij op de Engelse plantages in Amerika verboden. De Nederlandse regering heeft zich nog lang verzet tegen de afschaffing van de slavernij. Pas in 1863 werden in Suriname de slaven vrijgelaten. Waarom wilde de Nederlandse regering de slavernij niet afschaffen? Twan: Het volgende filmpje gaat over de afschaffing van de slavernij.

Kim: De vrijheid van Suriname wordt ieder jaar gevierd. Het Surinaamse feest heet: keti

Kim: De vrijheid van Suriname wordt ieder jaar gevierd. Het Surinaamse feest heet: keti koti.