Skill training Traumatologie 03 februari 2015 N Roossien
Skill training - Traumatologie 03 februari 2015 N. Roossien SEH-arts. KNMG
Onderwerpen – Cricothyroidotomie (Quicktrach) – Thoraxdrainage: • Naald thoracocentese • Pleuracatheter • Chirurgisch – EZ-IO botnaald – Pericardiocentese
Cricothyroidotomie
Cricothyroidotomie
Cricothyroidotomie – Indicaties: • Can’t intubate / Can’t oxygenate • Luchtweg obstructie – Non-traumatisch – Traumatisch • Ernstig aangezichtsletsel • Noodzaak voor langdurige beademing
Cricothyroidotomie – Contra-indicaties: • Absoluut: – Transectie trachea + retractie naar mediastinum – Larynxfractuur of ernstige schade cricoïd / larynx • Relatief: – Bloedingsneiging – Identificatie landmarks onmogelijk – Onderliggende anatomische afwijking – Acute larynx ziekte door infectie / trauma – Kinderen onder de 10 jaar
Cricothyroidotomie – Quicktach: • Desinfectie • Positiebepaling membrana cricothyroidea + trachea fixeren • Punctie huid in midline, daarna 45°neerwaarts richten • Aspirerend puncteren → wegvallen druk → intratracheaal • Rode huls reeds op huid + geen lucht aspiratie → rode huls verwijderen en dieper puncteren • Naald verwijderen en catheter opvoeren • Aansluiten op O 2 bron en ventilatie starten
Cricothyroidotomie – Aandachtspunten: • Naald: – Noodprocedure voor oxygenatie; ventilatie niet mogelijk → hypercapnie na 30 -45 min – Overbruggingsmaatregel • Quicktrach: – Volledig ventileren en oxigeneren mogelijk • Chirurgisch: – Onderste helft membraan incideren ivm vasculatuur
Cricothyroidotomie – Complicaties: • Inadequate ventilatie → hypoxie en overlijden (Naald) • Aspiratie (bloed) • Laceratie of perforatie trachea, oesophagus of mediastinum • Hematoom vorming • Subcutaan en/of mediastinaal emfyseem • Schade aan thyroid • Pneumothorax • Valse route • Subglottische stenose of oedeem • Stemband paralyse of heesheid
Thoraxdrainage
Thoraxdrainage – Indicaties: • Verwijderen lucht of vloeistof uit thorax: – Pneumothorax – Hemothorax – Grote pleurale effusie – Empyeem – Chylothorax • Reëxpansie long en verbetering gasuitwisseling – Contra-indicaties: • Relatief: – Hemorrhagische diathese – Coagulopathie
Thoraxdrainage – Naaldthoracocentese: • Grote infuusnaald 2 e ICR in midclaviculair lijn – Algemeen: • Desinfectie en verdoving • Lokatie: 5 e ICR net anterieur van midaxillair lijn • Pleurevac (waterset)
Thoraxdrainage – Pleuracatheter set: • In principe geen incisie nodig • Catheter in hoesje is net iets langer → schiet naar binnen direct na penetratie door pleura • Hoesje vult met lucht / vloeistof • Opvoeren catheter en verwijderen naald • Catheter opvoeren t/m alle markeringen intrathoracaal zitten • Plugje uiteinde catheter verwijderen en aansluiten met bevestigingsmateriaal op waterset • Vasthechten en afplakken
Thoraxdrainage – Thoraxdrain: • Pneumothorax → • Hemothorax of empyeem → 20 French (geel) 30 French • 2 -3 cm transversale incisie op 6 e rib → spreiden over rib tot op pleura • Pleura puncteren+spreiden met kromme klem → rondom voelen voor verklevingen • Inbrengen drain (distaal geklemd) en naar boven richten bij pneumothorax en naar beneden bij hemothorax • Vasthechten, afplakken en waterset aansluiten + klem losmaken
Thoraxdrainage – Materiaal en techniek: • Waterset werking: – Verzamelkamer → vloeistof aspiratie – Waterslotkamer (luchtbellen → persisterende luchtlekkage) – Zuigkamer – Controle werking: pendelen in waterslot, licht bubbelen in zuig controle en evt bloed in collectie • Suctie bij: – Persisterende pneu ondanks waterslot of – Niet te draineren visceuze collectie
Thoraxdrainage – Suctie: • Typische setting is -20 cm waterdruk • Bereik apparaat meestal 0 en -40 cm waterdruk • Hoeveelheid benodigde suctie afhankelijk van indicatie – Spontane luchtlekkage: • Laagste stand mogelijk (incl. 0 cm) voor ontplooiing • Elke hogere stand potentieert luchtlekkage en kan herstel vertragen – Grote drukgradiënt voorkomen → reëxpansie longoedeem – Vloeistof drainage: start -20 cm waterdruk; zo nodig ophogen Up. To. Date – Placement and management of thoracostomy tubes
Thoraxdrainage – Complicaties: • Hematoom en bloeding • Pneumothorax / long laceratie / orgaan perforatie • Reëxpansie longoedeem • Schade intercostale neurovasculaire bundel • Verkeerde tube positie • Blokkade tube • Subcutaan emfyseem • Locale infectie en empyeem
EZ-IO – Humerus: • 1 -2 cm boven collum chirurgicum of • 1 -2 cm lateraal van intertuberculaire groeve – Tibia: • Kinderen < 2 jaar: tuberositas tibiae mogelijk niet palpabel → 2 cm onder distale deel patella in mediale vlakke deel tibia • Distale tibia: – Ca. 3 cm proximaal van mediale malleolus
EZ-IO – Indicaties: • Geen i. v. toegang mogelijk / moeilijk • Meerdere toegangen nodig • Humerus: indien tibia niet mogelijk – Contra-indicaties: • Fractuur in doelbot • VG met orhtopedische ingrepen vlakbij injectieplaats • Prothetisch gewricht of ledemaat • Eerdere i. o. plaatsing in voorgaande 24 uur in zelfde bot • Infectie tpv insertie • Landmarks niet te localiseren (overmatig weefsel…. )
EZ-IO – – – – Lokatie bepalen en desinfectie Inbrengen botnaald Losdraaien en verwijderen voernaald Afplakken met speciale driehoekige pleister Aspireren beenmerg (geen lab mogelijkheden in WFG) EZ-connect aansluiten Lidocaine 1% 3 ml voor 60 kg en 4 ml voor 70 kg injecteren Vulling met drukzak aansluiten
EZ-IO – Complicaties: • Infectie • Penetratie voor-en achterzijde bot • Subcutane of subperiostale infiltratie • Druknecrose huid • Epifysairschijf letsel • Hematoom
Pericardiocentese
Pericardiocentese – Indicaties: • Diagnostische punctie effusie • Harttamponade – Contra-indicaties: • Pericard vocht bij normale en stabiele vitale parameters • Relatieve contra-indicaties: – Traumatische pericard effusie + instabiele pt → thoracotomie – Myocard ruptuur – Aorta dissectie – Ernstige stollingsstoornis • Geen absolute contra-indicaties bij instabiele patiënt
Pericardiocentese – Harttamponade: • Becks triad • Pulsus paradoxus van > 10 mm. Hg • ECG: Lage voltages; Electrische alternans • X-thorax: groot cor • Echografie afwijkingen: http: //www. youtube. com/watch? v=Qjqr. O 71 mg 0 k – Pericard vocht collectie – RV collaps bij pericardvocht – LV collaps en hyperdynamiek – Dilatatie VCI
Pericardiocentese – Electrische alternans
Pericardiocentese – Voorbereiding: • Monitoring vitale parameters en ECG • Desinfectie en verdoving • Lange over-the-needle catheter (16 -18 G) • 20 cc spuit en driewegkraantje • Pericard drainage set – Punctieplaats opties: • Subxiphoidaal • Parasternaal • Apicaal • ECHO GELEID! – ECG afw: ST-T afw, wijde en grote QRS-complexen, PVC’s
Pericardiocentese – Complicaties: • Ventikelfibrilleren • Aanprikken cor/ventrikel • Laceratie ventriculaire epi-/myocardium • Pneumothorax • Coronair arterie/vene laesie en toename harttamponade • Aanprikken peritoneum, diafragma laesie • Lever of oesophagus/maag laesie • Aanprikken a. thoracica interna
Instructies voor Sim man – Train as you fight…. . • Doe je LO zoals je het normaal ook doet – Verbaliseren gedachtegang – Handschoenen dragen – Skills echt te beoefenen op sim ma • Behalve pericardiocentese…
- Slides: 32