Simon Petrus getuigde van Jezus U bent de

Simon Petrus getuigde van Jezus: `U bent de Messias, de Zoon van de levende God. ' Jezus antwoordde: `Gelukkig ben jij, Simon Barjona; mijn Vader in de hemel heeft je dit geheim onthuld! Ik zeg jou: jij bent Petrus; op die steenrots zal Ik mijn kerk bouwen. ” Matt 16: 16 -19

Jezus, hangend aan het kruis zag zijn moeder en Johannes, de leerling van wie Hij hield. Toen zei Hij tegen zijn moeder: `Vrouw, daar is nu je zoon. ' Vervolgens zei Hij tegen de leerling: `Daar is je moeder. ' Toen, van dat uur af, nam Johannes haar bij zich in huis op. Joh 19: 25 -27

Hij vroeg aan Petrus en zijn broer Andreas: `Kom achter Mij aan, en Ik zal jullie tot vissers van mensen maken. ' Meteen lieten ze hun netten achter en volgden Hem. Matt 4: 19 -20 ' We zouden Jezus willen ontmoeten, ‘vroegen enkele Grieken aan Filippus, deze ging dit bespreken met Andreas en samen gingen ze toen de zaak aan Jezus voorleggen. Joh 12: 21 -22

De namen van de twaalf apostelen zijn deze: allereerst Simon, die Petrus genoemd wordt, en dan Andreas, zijn broer, Jakobus van Zebedeüs, en Johannes, zijn broer, verder Filippus en Bartolomeüs, Tomas en de tollenaar Matteüs, Jakobus van Alfeüs en Taddeüs, Simon Kananeüs en Judas Iskariot, die Hem overgeleverd heeft. Matt 10: 2 -4

Filippus vroeg Jezus: `Laat ons de Vader zien, Heer, dan zijn we tevreden!' Jezus zei: `Ik ben al zo lang bij jullie, Filippus, en je hebt Me nog niet leren kennen? Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien. ' Joh 14: 8 -9

Hij liet niemand met zich meegaan, behalve Petrus, Jakobus en Johannes. Luc 8: 51 Jakobus, de broer van Johannes, liet Herodes met het zwaard ter dood brengen. Hand 12: 2

Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeüs, vroegen Jezus om rechts en links van Hem te mogen mag zitten eens in Zijn heerlijkheid gekomen. ' Maar Jezus zei hun: `Je weet niet wat je vraagt. Marc 10: 35 -38 De volgende dag ging Paulus met ons naar Jakobus, bij wie alle oudsten waren samengekomen. Hand 21: 18

Van Judas, dienstknecht van Jezus Christus en broer van Jakobus, aan de geroepenen, die leven in de liefde van God de Vader en onder de bescherming van Jezus Christus. Barmhartigheid, vrede en liefde voor u in rijke overvloed! Brief van Judas 1: 1

Op een keer zag Jezus iemand bij het tolkantoor zitten, die Matteüs heette, en Hij zei tegen hem: `Volg Mij. ' Matteüs stond op en volgde Jezus. Matt 9: 9

Jezus stelde deze twaalf aan. Simon gaf Hij de bijnaam Petrus. Jakobus van Zebedeüs en Johannes, de broer van Jakobus, gaf Hij de bijnaam Boanerges, dat betekent Donderzonen. Verder Andreas, Filippus, Bartolomeüs, Matteüs, Tomas, Jakobus van Alfeüs, Taddeüs, Simon Kananeüs, en Judas Iskariot, die Hem overgeleverd heeft. Marc 3: 16 -49

`Maar Heer, ' zei Tomas, `we weten niet eens waar U heen gaat; hoe zou de weg ons dan bekend kunnen zijn? ' Jezus antwoordde: `Ik ben de weg, en de waarheid en het leven. Alleen door Mij heeft men toegang tot de Vader '. Joh 14: 5 -6 Jezus zei: `Tomas, kijk maar, hier zijn mijn handen en mijn zijde. Wees niet langer ongelovig, maar gelovig. ' Hierop zei Tomas : `Mijn Heer! Mijn God!' Joh 20: 17

Ze spraken dit gebed uit: `Heer, U die het hart van alle mensen kent, wijs aan wie van deze twee U hebt uitgekozen om in ons apostolisch werk de plaats in te nemen die Judas heeft verlaten om zijn eigen weg te gaan. ' Daarop lieten ze hen loten, en het lot viel op Mattias, en zo werd hij aan de elf apostelen toegevoegd. Hand 1: 25 -26

Uw woord is een lamp voor mijn voeten, uw woord is een licht op mijn weg. Ps 119: 105

Johannes Marcus Lucas Mattheüs “Ik weet dat mijn opdracht eeuwig leven betekent”, zei Jezus tegen Johannes. . Joh. 12: 50

Marcus Lucas Matteus Johannes Jezus zei hun: `Trek heel de wereld door om aan elk schepsel de goede boodschap te verkondigen. Wie tot geloof komt en gedoopt wordt, zal gered worden, maar wie niet tot geloof komt, zal veroordeeld worden. Marc 16: 15 -16

Teksten: Willibrordvertaling herziene uitgave 1995 Foto’s: Achiel Aertgeerts Alfons Leenders Muziek: Gregorian Chants Ontwerp: a. leenders@tele 2 allin. be