SERIE PARALLELSCHAKELING DIODES jj0301005 DIODES IN SERIE Raar

SERIE- PARALLELSCHAKELING DIODES jj_03_01_005

DIODES IN SERIE • Raar maar waar.

DIODES IN SERIE • Raar maar waar. • Kan gebruikt worden om spanning te veranderen.

DIODES IN SERIE • Raar maar waar. • Kan gebruikt worden om spanning te veranderen.

DIODES IN SERIE • Raar maar waar. • Kan gebruikt worden om spanning te veranderen. • Uin 12 V Uuit ca 10. 2 V.

DIODES IN SERIE • Raar maar waar. • Kan gebruikt worden om spanning te veranderen. • Uin 12 V Uuit ca 10. 2 V. Hier wordt de spanning omlaag gebracht.

DIODES IN SERIE • Raar maar waar.

DIODES IN SERIE • Raar maar waar. • Kan gebruikt worden om spanning te veranderen.

DIODES IN SERIE • Raar maar waar. • Kan gebruikt worden om spanning te veranderen.

DIODES IN SERIE • Raar maar waar. • Kan gebruikt worden om spanning te veranderen. • Je kunt ook de spanning verhogen met 1 of meer dioden, door de massa te lichten.

DIODES IN SERIE • Raar maar waar. • Kan gebruikt worden om spanning te veranderen. • Je kunt ook de spanning verhogen met 1 of meer dioden, door de massa te lichten. • De spanning wordt hier 3 x U-diode opgelicht.

DIODES

DIODES • Ge –diode 0. 2 v

DIODES • Ge –diode 0. 2 v • Si -diode 0. 6 v

DIODES • Wijzer is het om de spanning te regelen met een LM 74 xx

DIODES • Wijzer is het om de spanning te regelen met een LM 74 xx

ZENERDIODE

ZENERDIODE • Hoe groot wordt de U-uit ?

ZENERDIODE • Hoe groot wordt de U-uit ? • 5. 6 + 10 = 15. 6 V

DIODES PARALLEL

DIODES PARALLEL • Omdat de diodes nooit identieke karakteristieken hebben, zal de stroom zich niet netjes verdelen over de diodes.

DIODES PARALLEL • Omdat de diodes nooit identieke karakteristieken hebben, zal de stroom zich niet netjes verdelen over de diodes. • Door warmte ontwikkeling zal de minste diode minder R krijgen en meer I stroom.

DIODES PARALLEL • Omdat de diodes nooit identieke karakteristieken hebben, zal de stroom zich niet netjes verdelen over de diodes. • Door warmte ontwikkeling zal de minste diode minder R krijgen en meer I stroom. • Deze diode zal zichzelf opblazen.

DIODES PARALLEL

DIODES PARALLEL • De maximale stroom is 10 m. A. door de onderste Diode

DIODES PARALLEL • De maximale stroom is 10 m. A. door de onderste Diode • Totaal dus 10 m. A door de onderste en 10 m. A door de bovenste = 20 m. A

DIODES PARALLEL • De maximale stroom is 10 m. A. door de onderste Diode • Totaal dus 10 m. A door de onderste en 10 m. A door de bovenste = 20 m. A • Bepaalt door de minste.

ZO IS JE SET BEVEILIGD

BELANGRIJK (PA 7 HS)

BELANGRIJK De diodes zijn gelijk, (PA 7 HS)

BELANGRIJK De diodes zijn gelijk, maar de belastbaarheid is anders. (PA 7 HS)

BELANGRIJK De diodes zijn gelijk, maar de belastbaarheid is anders. Wat is de hoogste Uuit ? (PA 7 HS)

BELANGRIJK De diodes zijn gelijk, maar de belastbaarheid is anders. Wat is de hoogste Uuit ? Wat is de hoogste Iuit ? (PA 7 HS)

BELANGRIJK Kijken we eerst naar de I stroom: (PA 7 HS)

BELANGRIJK Kijken we eerst naar de I stroom: D 1 = 1 A (PA 7 HS)

BELANGRIJK Kijken we eerst naar de I stroom: D 1 = 1 A D 2 = 2 A en parallel (PA 7 HS)

BELANGRIJK (PA 7 HS) Kijken we eerst naar de I stroom: D 1 = 1 A D 2 = 2 A en parallel De stroom door D 1 mag niet meer zijn dan 1 A, dus ook door D 2 kan dan 1 A(parallel), samen 2 A.

BELANGRIJK (PA 7 HS) Kijken we eerst naar de I stroom: D 1 = 1 A D 2 = 2 A en parallel De stroom door D 1 mag niet meer zijn dan 1 A, dus ook door D 2 kan dan 1 A(parallel), samen 2 A. De maximale stroom hier is dus 2 A.

BELANGRIJK Kijken we naar de spanning: (PA 7 HS)

BELANGRIJK (PA 7 HS) Kijken we naar de spanning: D 1 en D 2 mogen elk 30 V hebben maximaal !!!

BELANGRIJK (PA 7 HS) Kijken we naar de spanning: D 1 en D 2 mogen elk 30 V hebben maximaal !!! Let op dit is de zgn Ueff.

BELANGRIJK (PA 7 HS) Kijken we naar de spanning: D 1 en D 2 mogen elk 30 V hebben maximaal !!! Let op dit is de zgn Ueff. De condensator zal de spanning 1/2Ѵ 2 optillen.

BELANGRIJK (PA 7 HS) Kijken we naar de spanning: D 1 en D 2 mogen elk 30 V hebben maximaal !!! Let op dit is de zgn Ueff. De condensator zal de spanning 1/2Ѵ 2 optillen. 1/2Ѵ 2 = 0. 707

BELANGRIJK (PA 7 HS) Kijken we naar de spanning: D 1 en D 2 mogen elk 30 V hebben maximaal !!! Let op dit is de zgn Ueff. De condensator zal de spanning 1/2Ѵ 2 optillen. 1/2Ѵ 2 = 0. 707 Ueff = Umax*0. 707

BELANGRIJK (PA 7 HS) Kijken we naar de spanning: D 1 en D 2 mogen elk 30 V hebben maximaal !!! Let op dit is de zgn Ueff. De condensator zal de spanning 1/2Ѵ 2 optillen. 1/2Ѵ 2 = 0. 707 Ueff = Umax*0. 707 Dus een spanning van 30 Vmax over de condensator geeft een spanning van

BELANGRIJK (PA 7 HS) Kijken we naar de spanning: D 1 en D 2 mogen elk 30 V hebben maximaal !!! Let op dit is de zgn Ueff. De condensator zal de spanning 1/2Ѵ 2 optillen. 1/2Ѵ 2 = 0. 707 Ueff = Umax*0. 707 Dus een spanning van 30 Vmax over de condensator geeft een spanning van Ueff (over de diodes) = 1/2Ѵ 2 * Umax = 1/2Ѵ 2 *30 = 21 Volt MAXIMAAL

BELANGRIJK (2) Welke spanning staat er over de diodes als uitgangsspanning 200 V bedraagt?

BELANGRIJK (2) Welke spanning staat er over de diodes als uitgangsspanning 200 V bedraagt?

BELANGRIJK (2) Welke spanning staat er over de diodes als uitgangsspanning 200 V bedraagt? De diodes zijn gelijk,

BELANGRIJK (2) Welke spanning staat er over de diodes als uitgangsspanning 200 V bedraagt? De diodes zijn gelijk, maar de belastbaarheid is anders.

BELANGRIJK (2) Welke spanning staat er over de diodes als uitgangsspanning 200 V bedraagt? De diodes zijn gelijk, maar de belastbaarheid is anders. Wat is de hoogste Uuit ?

BELANGRIJK (2) Welke spanning staat er over de diodes als uitgangsspanning 200 V bedraagt? De diodes zijn gelijk, maar de belastbaarheid is anders. Wat is de hoogste Uuit ? Wat is de hoogste Iuit ?

BELANGRIJK (2)

BELANGRIJK Kijken we eerst naar de I stroom: (2)

BELANGRIJK Kijken we eerst naar de I stroom: D 1 = 2 A (2)

BELANGRIJK Kijken we eerst naar de I stroom: D 1 = 2 A D 2 = 1 A en in serie (2)

BELANGRIJK (2) Kijken we eerst naar de I stroom: D 1 = 2 A D 2 = 1 A en in serie De stroom door D 1 mag niet meer zijn dan 1 A, dus ook door D 2 kan dan 1 A (serie), samen 1 A.

BELANGRIJK (2) Kijken we eerst naar de I stroom: D 1 = 2 A D 2 = 1 A en in serie De stroom door D 1 mag niet meer zijn dan 1 A, dus ook door D 2 kan dan 1 A (serie), samen 1 A. De maximale stroom hier is dus 1 A.

BELANGRIJK Kijken we naar de spanning: (2)

BELANGRIJK Kijken we naar de spanning: D 1 mag 200 V en D 2 mag 150 V hebben. (2)

BELANGRIJK (2) Kijken we naar de spanning: D 1 mag 200 V en D 2 mag 150 V hebben. D 2 = 150 V en bepaald de aangelegde spanning.

BELANGRIJK (2) Kijken we naar de spanning: D 1 mag 200 V en D 2 mag 150 V hebben. D 2 = 150 V en bepaald de aangelegde spanning.

BELANGRIJK (2) Kijken we naar de spanning: D 1 mag 200 V en D 2 mag 150 V hebben. D 2 = 150 V en bepaald de aangelegde spanning. 150 V staat dus maximaal over de C.

BELANGRIJK (2) Kijken we naar de spanning: D 1 mag 200 V en D 2 mag 150 V hebben. D 2 = 150 V en bepaald de aangelegde spanning. 150 V staat dus maximaal over de C. We mogen dus Ueff = 0. 707 * Umax = 0. 707 * 150 = 106 V aanbieden.