SCRIJVEN 1 6 VERVOLG EEN VERSLAG WAT GAAN
- Slides: 11
SCRIJVEN 1. 6 (VERVOLG) EEN VERSLAG
WAT GAAN WE DOEN DEZE LES? 1. Leestaak 2. 2 nakijken opdr 14, 15, 17, 19 (10 m) 1. Herhaling ‘schrijven van een verslag’ (10 m) 2. Maken opdrachten 7, 8, 9 (20 m) 3. Korte pauze (5 m) 4. Uitleg opdracht schrijftaak (5 m) 5. Start met uitvoerenschrijftaak (10 m) 6. Lezen uit je meegebrachte leesboek. (30 m)
AAN HET EINDE VAN DEZE LES WEET JE: Wat een verslag/weblog is. Hoe je een verslag schrijft. Wat de structuur van een verslag/weblog is. Waar je op let bij het formuleren van zinnen.
NAKIJKDIA LEESTAAK 2. 2
NAKIJKDIA LEESTAAK 2. 2
WAT IS EEN VERSLAG? WEBLOG VERSLAG 1. Feitelijke gebeurtenis Zelfde kenmerken als een verslag maar…: 2. Je wilt de lezer informeren 1. Andere structuur 3. volgorde=Chronologisch 2. Gebruik van hyperlinks 4. Gebruik foto`s/illustraties/grafieken/tabellen/ enz 3. Mogelijkheid tot opmerkingen 4. Toevoegen van media Voorbeelden van verslagen: Voorbeelden van weblogs *Reisverslag seven days: populaire jongeren site *Sportverslag videoclips weblog *Onderzoeksverslag weblog van Jenniefromtheblog. . . over mode enzo *Weblog
STRUCTUUR VAN EEN VERSLAG 1. Zorg voor een duidelijke structuur: inleiding/kern/slot> duidelijk herkenbaar! 2. Kern indelen d. m. v. tussenkopjes. Zorg ervoor dat de onderwerpen op elkaar aansluiten! 3. Gebruik signaalwoorden om deelonderwerpen te verbinden!
STRUCTUUR VAN EEN WEBLOG 1. Zorg voor een duidelijke titel: deze geeft een goed beeld van de inhoud! 2. Inleiding=korte samenvatting van de inhoud. 3. Belangrijke info bovenaan in het weblog. 4. Informatie in kleine porties>gebruik tussenkopjes 5. Gebruik hyperlinks die je aangeeft met een inhoudswoord
WAAR LET JE OP BIJ HET SCHRIJVEN? • Niet alles beschrijven; • Vertel op een leuke manier; • Lezer moet kunnen meeleven: • gedachten/gevoelens; • Vertel over ontmoetingen; • Geef bijzonderheden aan; • Vertel ook over bijvoorbeeld ontmoetingen/gesprekken;
WAAR LET JE OP BIJ HET FORMULEREN? • Kies één werkwoordstijd: tegenwoordige of verleden tijd. • Door elkaar is niet prettig voor je lezer Goed: Ik dacht dat ik nog wel door kon rijden en niet hoefde te remmen. Fout: Ik dacht dat ik nog wel door kon rijden en niet hoef te remmen.
UITLEG SCHRIJFTAAK uitleg schrijftaak