RENAISSANCE HUMANISME Aantekening bij paragraaf 5 1 Renaissance
RENAISSANCE & HUMANISME Aantekening bij paragraaf 5. 1
Renaissance Grondlegger: Giorgio Vasari (renascimento) ‘Wedergeboorte’ van de Klassieke Oudheid in de kunst, architectuur en wetenschap Ontstaan in Italië: economische groei dankzij handel (met Midden-Oosten en Vlaanderen) en bankwezen. Welvarende handelaren en bankiers treden op als mecenas (beschermheer) voor kunstenaars. versterkte interesse in klassieke erfgoed levensmotto: carpe diem (ME: memento mori)
kenmerken Ø Ø Ø Vooraanstaande kunstenaars: Michelangelo, Da Vinci, Rafael, etc. Klassieke / mythologische én bijbelse onderwerpen Nadruk op anatomie (schoonheid van het menselijk lichaam) en perspectief
Vergelijking ME - Renaissance De bewening van Christus: links een fresco uit de 14 e eeuw, rechts een schilderij van Andrea Mantegna (1431 -1506)
Humanisme [def. ] Wetenschappelijke stroming waarin de vrije, individuele mens (human) centraal staat Vertaling van klassieke taal- en letterkunde / filosofie Kritiek op fouten in de bijbelvertalingen: terug naar de originele (Griekse) tekst Mens moet zelf nadenken, i. p. v. doen wat de kerk voorschrijft => zuivering van het Christendom
Belangrijke humanisten: Petrarca, Erasmus, Thomas More Ø dankzij uitvinding van de boekdrukkunst verspreiden humanistische ideeën zich over Europa (vb. Erasmus’ Lof der Zotheid, 1509)
- Slides: 6