Relative pronouns Relative pronouns Geeft extra informatie over

  • Slides: 7
Download presentation
Relative pronouns

Relative pronouns

Relative pronouns Geeft extra informatie over personen, dieren of dingen die al genoemd zijn

Relative pronouns Geeft extra informatie over personen, dieren of dingen die al genoemd zijn in de zin. The man, who ran way, forgot his briefcase.

Relative pronouns • Who Voor personen De extra informatie is niet zo belangrijk, je

Relative pronouns • Who Voor personen De extra informatie is niet zo belangrijk, je kunt het weglaten Er kan een komma na het zelfstandig naamwoord staan The boy, who is my brother, is twelve years old • Which Voor dingen, dieren, plaatsen De extra informatie is niet zo belangrijk, je kunt het weglaten Er kan een komma na het zelfstandig naamwoord staan Dublin, which is a great city, is the capital city of Ireland

Relative pronouns • That Voor personen, dingen, dieren, plaatsen. De extra informatie is super

Relative pronouns • That Voor personen, dingen, dieren, plaatsen. De extra informatie is super belangrijk , je kunt het niet weglaten. Er staat geen komma na het zelfstandig naamwoord. Dogs that were born after 2012 must be registered. Als je de extra informatie weglaat zouden alle honden geregistreerd moeten worden.

Relative pronouns • Whom Voor personen Gebruik je na een voorzetsel (with, in, on,

Relative pronouns • Whom Voor personen Gebruik je na een voorzetsel (with, in, on, at, …) The police officer with whom I spoke yesterday, was very friendly • Which Voor dingen, dieren, plaatsen Gebruik je na een voorzetsel (with, in, on, at, …) The movie in which he played the main character, was a huge succes

Relative pronouns • Whose Voor personen Van wie, wiens Gemma, whose sister works at

Relative pronouns • Whose Voor personen Van wie, wiens Gemma, whose sister works at the cinema, had brown hair.

Relative pronouns Who Voor personen Which Voor dingen, dieren, plaatsen That i. p. v.

Relative pronouns Who Voor personen Which Voor dingen, dieren, plaatsen That i. p. v. which/who de extra info is super belangrijk Geen komma Whom Voor personen Na een voorzetsel Which Voor dingen, dieren, plaatsen Na een voorzetsel Whose Wiens, van wie