REKENEN 14 maart Vandaag Les 14 Machten en

Vandaag • Les 14 – Machten en wortels Deze en volgende week • Les

Machten 4 • 3 x 3 x 3 = 81 drie tot de vierde

Exponentiële groei • 21 = 2 • 22 = 4 (= 2 x 2)

Hetzelfde grondtal – vermenigvuldigen • 32 x 3 4 = • (3 x 3)

Machten • 23 = 2 x 2 • 43 x 42 = 4(2+3) =

Hetzelfde grondtal – vermenigvuldigen • 0, 32 x 0, 34 = 0, 36 •

Hetzelfde grondtal – delen • 35 : 3 2 = (3 x 3 x

Hetzelfde grondtal – delen • 32 : 3 6 = (3 x 3) •

Laken vouwen • Hoe dik wordt een laken (van 0, 4 mm) als je

Machten van 10 • 103 = 1000 • 102 = 100 • 101 =

Wortel • Lengte = 7 • Oppervlakte? ? 7 • = 72 • =

Wortel • Oppervlakte = 60 • Lengte? • = √ 60 • = meer

Volgende keer: 18/21 maart Huiswerk • t/m Les 15, inclusief toetsen

Slides: 17

Download presentation

REKENEN 14 maart

Vandaag • Les 14 – Machten en wortels Deze en volgende week • Les 16 – Allerlei • Les 17 – Referentiematen • Rekentaken

Machten 4 • 3 x 3 x 3 = 81 drie tot de vierde (macht) • 34 grondtal macht of exponent

Machten • 23 = 2 x 2

Exponentiële groei • 21 = 2 • 22 = 4 (= 2 x 2) • 23 = 8 (= 2 x 2) • 24 = 16 • … • 210 = 1. 024 • … • 231 = 2. 147. 483. 648 • … • 263 = 9. 223. 372. 036. 854. 775. 808

Hetzelfde grondtal – vermenigvuldigen • 32 x 3 4 = • (3 x 3) x (3 x 3 x 3) = • 3(2+4) = • 36 • Als je machten met hetzelfde grondtal vermenigvuldigt, dan mag je de exponenten optellen • Pas op: 32 + 34 = 36

Machten • 23 = 2 x 2 • 43 x 42 = 4(2+3) = 45

Hetzelfde grondtal – vermenigvuldigen • 0, 32 x 0, 34 = 0, 36 • 23 x 24 x 22 = 2(3+4+2) = 29 • 23 x 3 7 x 2 4 = • 23 x 2 4 x 3 7 = • 2(3+4) x 37 = • 27 x 3 7

Hetzelfde grondtal – delen • 35 : 3 2 = (3 x 3 x 3) • = (3 x 3) • = 3(5 -2) = 33 = 27 • Als je machten met hetzelfde grondtal deelt, dan mag je de exponenten aftrekken • Pas op: 35 - 32 = 33

Machten • 23 = 2 x 2 • 43 x 42 = 4(2+3) = 45 • 75 : 72 = 7(5 -2) = 73

Hetzelfde grondtal – delen • 32 : 3 6 = (3 x 3) • = (3 x 3 x 3 x 3) • = 3(2 -6) • = 3 -4 = 1/34 = 1/81 • 73 : 73 = 7(3 -3) = 70 = 1

Machten • 23 = 2 x 2 • 43 x 42 = 4(2+3) = 45 • 75 : 72 = 7(5 -2) = 73 • 5 -2 = 1/52 • 80 = 1

Laken vouwen • Hoe dik wordt een laken (van 0, 4 mm) als je het 40 keer dubbelvouwt? • 1 keer: 2 x 0, 4 • 2 keer: 2 x 0, 4 = 22 x 0, 4 • 3 keer: 2 x 2 x 0, 4 = 23 • … • 40 keer: 240 x 0, 4 • = 439. 804. 651. 110, 4 mm • = 439. 804. 651, 1104 m • = 439. 804, 6511104 km x 0, 4 Britney Gallivan

Machten van 10 • 103 = 1000 • 102 = 100 • 101 = 10 • 100 = 1 • 10 -1 = 0, 1 • 10 -2 = 0, 01 • 10 -3 = 0, 001 • 439. 804. 651. 110, 4 • = 4, 398046511104 x 1011 • = 4, 4 x 1011

Wortel • Lengte = 7 • Oppervlakte? ? 7 • = 72 • = 49 • Oppervlakte = 81 • Lengte? • = √ 81 • =9 81 9

Wortel • Oppervlakte = 60 • Lengte? • = √ 60 • = meer dan 7 • = minder dan 8 • = meer dan 7, 5? 60

Volgende keer: 18/21 maart Huiswerk • t/m Les 15, inclusief toetsen