PRESENTE PERFECTO PARTICIPIO Voltooid deelwoord ZEGGEN WAT ER

  • Slides: 8
Download presentation
PRESENTE PERFECTO (PARTICIPIO) Voltooid deelwoord

PRESENTE PERFECTO (PARTICIPIO) Voltooid deelwoord

ZEGGEN WAT ER IN HET VERLEDEN IS GEBEURD • ) PRESENTE VAN HABER (hulpewerkwoord)

ZEGGEN WAT ER IN HET VERLEDEN IS GEBEURD • ) PRESENTE VAN HABER (hulpewerkwoord) participio Yo He Tú Has Estado El, ella, usted Ha Tenido Nosotros/as Hemos vivido Vosotros/as Habéis Ellos, ellas, ustedes han o d a t s e + r e b a h = t s e e w e g n zij

WANNEER? Vertel je over gebeurtenissen uit het verleden, zonder te zeggen wanneer ze zijn

WANNEER? Vertel je over gebeurtenissen uit het verleden, zonder te zeggen wanneer ze zijn gebeurd: He viajado por todo el mundo Deze uitdrukkingen gebruik je om te zeggen hoe vaak je iets hebt gedaan: Muchas veces Varias veces Tres veces Un par de veces Alguna vez nunca

 ¿Has estado alguna vez en Latinoamérica? Si he estado muchas veces en Argentina

¿Has estado alguna vez en Latinoamérica? Si he estado muchas veces en Argentina y un par de veces en Costa Rica ¿Has estado alguna vez en Japón? No, nunca Let op: Nunca he estado en Japón = No he estado nunca en Japón. JE KUNT ER NIETS TUSSENIN ZETTEN!!!

DE MEEST VOORKOMENDE ONREGELMATIGE WERKWOORDEN Abrir Decir Descubrir Escribir Hacer Morir Poner Romper Volver

DE MEEST VOORKOMENDE ONREGELMATIGE WERKWOORDEN Abrir Decir Descubrir Escribir Hacer Morir Poner Romper Volver Abierto dicho descubierto escrito hecho muerto puesto roto visto vuelto

¿QUÉ SIGNIFICA? Abrir Decir Descubrir Escribir Hacer Morir Poner Romper Volver Open zeggen ontdekken

¿QUÉ SIGNIFICA? Abrir Decir Descubrir Escribir Hacer Morir Poner Romper Volver Open zeggen ontdekken schrijven maken dood gaan neer zetten kapot maken/breken zien terugkomen

¿CUÁNDO? Wordt gebruikt voor gebeurtenissen in het verleden die een verband hebben met heden:

¿CUÁNDO? Wordt gebruikt voor gebeurtenissen in het verleden die een verband hebben met heden: Tijdsaanduidingen: Hoy Esta mañana Este mes, Este fin de semana Este año Esta semana Estos dias

EJERCICIOS TB: 2 a, b (luistervaardigheid) 3 a, b en c

EJERCICIOS TB: 2 a, b (luistervaardigheid) 3 a, b en c