Presentatie bij de lesbrief Het Goese Weeshuis voor
Presentatie bij de lesbrief ‘Het Goese Weeshuis’ voor de groepen 5 en 6 Historisch Museum De Bevelanden, Educatieve dienst
Van klooster naar weeshuis • Het gebouw van Historisch Museum De Bevelanden in Goes is begonnen als klooster. Het was het klooster van de Zwarte Zusters, één van de drie kloosterordes die zich na 1417 in Goes vestigden. • In 1578 bij de reformatie werden de kloosters gesloten. • Daarna werd het gebouw lange tijd als weeshuis gebruikt. Wist je dat. . De Zwarte Zusters in de wijkverpleging werkten? En zorgden voor de zieke mensen in de stad? Omdat de nonnen in het zwart gekleed gingen, werden ze ‘de Zwarte Zusters’ genoemd.
Waarom een weeshuis? En wanneer was je een wees? • Rond 1600 en vooral na de Tachtigjarige oorlog waren er veel weeskinderen. • Die weeskinderen hadden vaak geen huis meer om in te wonen en zwierven vaak rond op straat. Het stadsbestuur wilde daarom een weeshuis om de wezen op te kunnen vangen. • Een wees is een kind dat geen vader en moeder meer heeft. • Maar niet alle weeskinderen werden toegelaten in het weeshuis. Je moest aan de volgende voorwaarden voldoen: I. Van Goese afkomst zijn en tenminste drie jaar in Goes wonen; II. niet jonger zijn dan drie jaar; III. zindelijk en gezond zijn.
Leven in het Goese weeshuis (1) • De mensen die de leiding hadden in het weeshuis noemden ze regenten of regentessen. Zij zorgden voor voeding, kleding en schoenen. • De weeskinderen kregen een uniform. Daardoor zagen alle kinderen er hetzelfde uit. Ze waren daardoor ook heel gemakkelijk te herkennen als weeskind. Willen jullie meer leren over het leven in een weeshuis? Klik dan hier en bekijk het filmpje.
Leven in het Goese weeshuis (2) • De weeskinderen hielpen mee in het weeshuis; de meisjes moesten poetsen en de jongens aardappels schillen. • Voor spelen was er weinig tijd. Speelgoed was er bijna niet en als het er was, was het vaak zelf gemaakt. • De wezen gingen tot hun veertiende jaar naar de armen- en wezenschool. Daarna leerden ze een vak. • De meisjes leerden nuttige handwerken, zoals breien, naaien en verstellen. • De jongens leerden een vak als timmerman, kleermaker of smid. Sommigen gingen het leger in, of gingen varen. • Wezen bleven tot hun achttiende jaar in het weeshuis. Daarna moesten ze voor zichzelf zorgen.
Sluiting van het weeshuis • Het weeshuis heeft bestaan tot 1940. Er woonden toen nog maar acht kinderen. Daarom werd het gebouw gesloten. • De laatste kinderen werden in gastgezinnen geplaatst. • In de Tweede Wereldoorlog werd het gebouw gebruikt door Duitse- en later Engelse militairen. • Na de oorlog kwamen er scholen in en vanaf 1970 wordt het gebouw gebruikt als museum.
Einde van de presentatie • Tijdens jullie bezoek aan het museum leer je nog veel meer over het Goese Weeshuis. Tot dan.
- Slides: 7