present continuous tegenwoordige tijd o t t Lets

present continuous tegenwoordige tijd (o. t. t. ) Let’s go……… Something New ? ? What now?

Inhoud They are playing hockey. Soorten zinnen l Wat is de present continuous? l Wanneer gebruik ik de present continuous? Ducks are swimming. l Hoe maak ik de present continuous? She is sleeping. l Vragen in de present continuous l Ontkenningen in de present continuous She is playing chess. He is swimming. l 2007 -2 kjm-zan

Soorten zinnen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 2007 -3 Bevestigende zinnen Vragende zinnen Ontkennende zinnen Het is zo. Vraag Nee, niet - Ik lees een boek. Lees ik een boek? Ik lees geen boek. kjm-zan

Wat is de present continuous? 2007 -4 Ik fiets. I am cycling. De trein vertrekt. The train is leaving. Wij eten fruit. We are eating fruit. Zij spelen. They are playing. kjm-zan

Wanneer gebruik ik de present continuous? • Om aan te geven dat NU iets gebeurt. 2007 -5 Ik fiets naar school. I am cycling to school. Wij leren Engels. We are learning English. De trein vertrekt. The train is leaving. kjm-zan

Hoe maak ik de present continuous? l Persoon + vorm van werkwoord BE + hele werkwoord + ing persoon to Be I you he / she / it we you they 2007 -6 am (‘m) are (‘re) is (‘s) are (‘re) kjm-zan

Hoe maak ik de present continuous? l Persoon + vorm van werkwoord BE + hele werkwoord + ing play swim m danc e learn writ e read 2007 -7 } ing Maar let op…. kjm-zan

Hoe maak ik de present continuous? l l l 2007 -8 I am eating (I’m eating) You are eating (You’re eating) He / she / it is eating (He’s eating) Geldt ook voor John, mother, cat enz. We’r We are eating You are eating They are eating She’s eating e eating ! I am eating ! kjm-zan

Vragen in de present continuous. Een vraag in het Engels MOET altijd een hulpwerkwoord hebben. Hulpwerkwoorden – betekenen niets Hulpwerkwoorden – kun je weglaten en de betekenis van de zin blijft Hulpwerkwoorden – be, have, can, will 2007 -9 kjm-zan

Vragen in de present continuous. Deze tijd wordt gevormd met het werkwoord to BE en er staat dus een hulpwerkwoord in de bevestigende zin, dan gebruik je die in je vraag. 2007 -10 Ik zwem. I am swimming. Zwem ik? Am I swimming? Hij leest. He is reading. Leest hij? Is he reading? kjm-zan

Vragen in de present continuous. Nog een paar voorbeelden: Fiets ik naar school? Am I cycling to school? Gaan jullie weg? Are you going away? Eten wij fruit? Are we eating fruit? Leest u een boek? 2007 -11 Are you reading a book? kjm-zan

Ontkenning in de present continuous. Een ontkenning in het Engels MOET altijd een hulpwerkwoord hebben. Hulpwerkwoorden – betekenen niets Hulpwerkwoorden – kun je weglaten en de betekenis van de zin blijft Hulpwerkwoorden – be, have, can, will 2007 -12 kjm-zan

Ontkenning in de present continuous. Het hulpwerkwoord to BE wordt weer gebruikt, want die staat ook in de bevestigende zin. 2007 -13 Ik zwem. I am swimming. Ik zwem niet. I am not swimming. Hij leest. He is reading. Hij leest niet. He is not reading. kjm-zan

Ontkenning in de present continuous. Nog een paar voorbeelden: Ik fiets niet naar school. I am not cycling to school. 2007 -14 Zij eten geen fruit. They are not eating fruit. Jullie gaan niet weg. You are not going away. U leest geen boek. You are not reading a book. kjm-zan

Verschil present simple en present continuous. Present simple Present continuous I cycle to school every day. I am walking to school now. They always eat apples. They are eating a banana now. He swims every week. He is playing hockey now. You read books. You are reading a magazine. 2007 -15 kjm-zan

Present continous probeer maar…. They are playing hockey. Ducks are swimming. She is playing chess. 2007 -16 She is sleeping. He is eating an ice-cream. kjm-zan

Present continuous? – Vragen? 2007 -17 kjm-zan