Power Point Triggers Je leert werken met triggers

Power. Point Triggers Je leert werken met triggers. Maak op die manier je presentatie interactiever.

Trigger Je hebt een presentatie gemaakt over het computersysteem. Leerlingen moeten verschillende soorten computers herkennen. Bekijk de volgende dia als diavoorstelling. Klik in een willekeurige volgorde op de verschillende afbeeldingen en kijk wat er gebeurt.

Soorten computers laptop minicomputer desktop smartphone tablet 2 -in-1 hybride

Oefening 1 Als je klikt op de foto hieronder, moet er een tekstballon verschijnen met een bepaalde tekst. § Voeg een tekstballon in (Invoegen > Vormen) § Selecteer de tekstballon en voeg een animatie in (Animaties > Verschijnen) § Stel vervolgens een trigger in voor de tekstballon (Animaties > Trigger > Bij klikken op… kies het juiste object…) § Als je veel tekstvakjes hebt, kan je de naam wijzigen. Lint Start > Bewerken > Selecteren > Selectiedeelvenster… > dubbelklik op de naam van een tekstvak

Oefening 2 Stel op de volgende dia een vraag: Vb. Wie is Bill Gates? Toon drie afbeeldingen van figuren uit de informaticawereld. Vb. Bill Gates / Steve Jobs / Mark Zuckerberg Zorg ervoor dat wanneer je op de afbeeldingen klikt, je feedback krijgt of je antwoord correct is. Vb. Correct, dit is Bill Gates, de oprichter van Microsoft. Fout. Dit is Mark Zuckerberg, de oprichter van Facebook. Fout. Dit is Steve Jobs, de oprichter van Apple. Uiteraard mag je een totaal andere vraag stellen. Als je het principe van de trigger maar correct toepast.

vraag

Oefening 3 Op de volgende dia zie je een vraag uit de ‘Slimste mens’ Stel een vraag die te maken heeft met ict / informatica. Formuleer 5 mogelijke antwoorden. Leg een animatie op deze antwoorden, zodat ze pas verschijnen als je op één van de vijf afbeeldingen klikt. Test de quizvraag uit met een medestudent.

Vraag …. . Antwoord 1 Antwoord 2 Antwoord 3 Antwoord 4 Antwoord 5

Oefening 4 Op de volgende dia stel je een vraag rond ‘software’. Je formuleert 1 correct antwoord en 2 foutieve antwoorden. Voor deze antwoorden staan sterren. (invoegen > vormen > sterren) Als je op het correcte antwoord klikt, dan kleurt de ster groen. In het andere geval kleurt de ster rood. Er staat ook een pictogram dat bedoeld is als ‘hulplijn’. (invoegen > pictogrammen) Als je daarop klikt, dan moet er 1 fout antwoord verdwijnen.

vraag