Polyfarmacie bij Ouderen Dr P Naarding GGNet ZE
Polyfarmacie bij Ouderen Dr. P. Naarding GGNet ZE Ouderen
Polyfarmacie • Meer dan 5 verschillende geneesmiddelen • Over het nut van lange termijn behandeling is niet veel bekend • Wat was de indicatie en geldt deze nog steeds? • Er komen met het stijgen van de leeftijd steeds meer bijwerkingen en/of interacties bij
Prescripties bij ouderen aantal 65 -74 jr >74 jr geen 46% 25% 1 18% 2 -3 20% 27% 4 -6 11% 18% >6 5% 12%
Praktijkvoorbeeld ‘de Linde (1)’ • • • 64 langdurige zorg ouderenpsychiatrie 42 (65%) > 5 verschillende medicamenten Spreiding van 6 – 15 58 (91%) gebruiken vast of z. n. Benzo’s 40 (62%) gebruiken antipsychotica
• Geen evidence voor werkzaamheid van sommige middelen bij 65 plussers • Meer risico op bijwerkingen, inclusief valpartijen en cognitieve achteruitgang
Praktijkvoorbeeld ‘de Linde (2)’ • Gem benzo-belasting ≈ 0. 9 mg lorazepam • Gem a. p. belasting ≈ 3. 2 mg haldol
Overige opvallende zaken t. a. v. Psychofarmaca gebruik • • • promethazine akineton polyfarmacie 2 soorten antidepressiva 2 (of meer) soorten benzo’s • Somatische medicatie moet nog nagelopen worden
STOPP / START • Criteria om potentieel schadelijke medicatie te detecteren • Geven geen alternatief • Lijst met groepen medicijnen, met waarschuwingen voor (bekende) bijwerkingen en interacties • Bij staken goed monitoren (klachtenlijst? ) van de gevolgen van afbouw
“multimorbiditeit” Genetische factoren Risicofactoren: Roken Weinig fysieke activiteit Diabetes Mellitus Hoge bloeddruk Hyperlipidaemie Genetische factoren Andere omgevingsfactoren Depressie Somatische symptomen Andere omgevingsfactoren Myocardinfarct CVA Perifeer vaatlijden Cognitieve symptomen †
- Slides: 9