Politieke stromingen 2 1 tm 2 3 2

  • Slides: 16
Download presentation
Politieke stromingen 2. 1 t/m 2. 3

Politieke stromingen 2. 1 t/m 2. 3

2. 1 Nieuwe politieke bewegingen • Antwoorden op het Liberalisme • • Roomskatholieken Protestanten

2. 1 Nieuwe politieke bewegingen • Antwoorden op het Liberalisme • • Roomskatholieken Protestanten antirevolutionairen Feministen Socialisten

2. 1 De 1 e politieke partijen • Protestanten = confessionelen • Anti-revolutionaire Partij

2. 1 De 1 e politieke partijen • Protestanten = confessionelen • Anti-revolutionaire Partij (ARP) 1878 • Abraham Kuyper • Katholieken = confessionelen • Rooms-Katholieke Staats Partij (RKSP) 1926 • Schaepman • Schoolstrijd • Christelijk denken in wetgeving • Tegen ideeën van Verlichting en Franse Revolutie • Schoolstrijd • Emancipatie van R-K bevolking • Rijke protestantse burgers en eenvoudige protestantse arbeiders en middenstanders • Kleine luyden = eenvoudige mensen • Rijke katholieke burgers en katholieke arbeiders

2. 2 De 1 e politieke partijen • Socialisten • Sociaal Democratische Bond (SDB)

2. 2 De 1 e politieke partijen • Socialisten • Sociaal Democratische Bond (SDB) 1881 • Socialisten • Sociaal Democratische Arbeiders Partij (SDAP) 1894 Domela Nieuwenhuis Revolutie Sociaal-revolutionair Verbeteren leefomstandigheden • Gelijkheid in maatschappij • • Troelstra Algemeen stemrecht Sociaal- democraten Verbeteren leefomstandigheden • Gelijkheid in maatschappij

2. 2 De 1 e politieke partijen • Liberalen • 1885 Liberale Unie •

2. 2 De 1 e politieke partijen • Liberalen • 1885 Liberale Unie • Behouden politieke macht

2. 2 Liberale tegenstellingen • Conservatief-liberalen • Nachtwakersstaat • Armenzorg en lief dadigheidsinstellingen •

2. 2 Liberale tegenstellingen • Conservatief-liberalen • Nachtwakersstaat • Armenzorg en lief dadigheidsinstellingen • Progressief-liberalen • Actieve overheid • Overheid zorgt voor behoeftigen

2. 2 Nederland ‘nachtwakersstaat’ • Liberalen willen zo weinig mogelijk bemoeienis door staat met

2. 2 Nederland ‘nachtwakersstaat’ • Liberalen willen zo weinig mogelijk bemoeienis door staat met het leven • • Enige taken van de overheid zijn: Defensie leger Openbare orde politie Infrastructuur • Zorg voor armen door kerk en liefdadigheidsinstellingen

2. 2 Sociale kwestie • De slechte leef – en werkomstandigheden van de arbeiders

2. 2 Sociale kwestie • De slechte leef – en werkomstandigheden van de arbeiders rond 1900 • Liberalen geen taak van overheid maar van liefdadigheidsinstellingen • Socialisten taak van overheid hervormingen sociale

2. 2 Sociale hervormingen • • • Progressief-liberalen Sociale wetgeving: 1874 Kinderwet Woningwet Ongevallenwet

2. 2 Sociale hervormingen • • • Progressief-liberalen Sociale wetgeving: 1874 Kinderwet Woningwet Ongevallenwet leerplicht • Socialisten • Doel = algemeen kiesrecht • Sociale wetgeving = niet genoeg om Sociale Kwestie op te lossen

2. 2 Vrouwenemancipatie • Vrouwen uit hogere burgerij verzetten zich tegen bestaande sociale verhoudingen.

2. 2 Vrouwenemancipatie • Vrouwen uit hogere burgerij verzetten zich tegen bestaande sociale verhoudingen. • Vrouwen werden zelfbewuster door liefdadigheidswerk.

2. 2 Feminisme 1 e feministische golf 1880 -1919 • Aletta Jacobs 1 e

2. 2 Feminisme 1 e feministische golf 1880 -1919 • Aletta Jacobs 1 e vrouw aan universiteit • Doel = vrouwenkiesrecht (Aletta Jacobs en Wilhelmina Drucker) • Uit kring hogere burgerij • Geen steun van arbeidersvrouwen • Te druk met gezin en werk • Geen steun confessionele vrouwen • Vrouwen horen thuis bij het gezin

2. 3 De pacificatie 1917 • Pacificatie = tijdelijke vrede in 2 e kamer

2. 3 De pacificatie 1917 • Pacificatie = tijdelijke vrede in 2 e kamer over: • Algemeen kiesrecht (dit willen socialisten) • Schoolstrijd = overheid betaalt niet alleen openbaar onderwijs, maar ook bijzonderwijs (Dit willen confessionelen) • Progressief liberalen, socialisten en confessionelen steunen elkaar bij stemming over grondwetswijziging 2/3 meerderheid nodig in 2 e Kamer

2. 3 Veranderingen in het kiesrecht • 1917 • • 1919 Algemeen kiesrecht voor

2. 3 Veranderingen in het kiesrecht • 1917 • • 1919 Algemeen kiesrecht voor mannen passief kiesrecht voor vrouwen Van districtenstelsel naar stelsel van evenredige vertegenwoordiging Actief kiesrecht voor vrouwen

2. 3 Kiesdeler • Aantal stemmers: totaal aantal zetels 2 e kamer = aantal

2. 3 Kiesdeler • Aantal stemmers: totaal aantal zetels 2 e kamer = aantal benodigde stemmen voor 1 zetel • Voorbeeld: • 6 miljoen stemmers : 150 zetels = • 40. 000 stemmen voor 1 zetel

2. 3 Verzuiling Vanaf 1880 Maatschappij verdeeld in 4 groepen Politieke stromingen eigen kranten

2. 3 Verzuiling Vanaf 1880 Maatschappij verdeeld in 4 groepen Politieke stromingen eigen kranten Ontdekken van eigen identiteit Kranten, betere wegen, spoorlijnen, telegraaf Landelijke organisaties verzuiling Zuilen gaan dwars door lagen van de samenleving dus arme en rijk bij christelijke (confessionele) zuilen • Mensen gaan alleen om met mensen van hun eigen zuil verzuilde samenleving • •

2. 3 De vier zuilen • • Socialistische Katholieke Protestantse Liberale • Kranten, onderwijs,

2. 3 De vier zuilen • • Socialistische Katholieke Protestantse Liberale • Kranten, onderwijs, politiek, vrije tijd, omroepen, vakbonden