Persoonsvorm Je kunt vertellen wat de persoonsvorm is

  • Slides: 10
Download presentation
Persoonsvorm Je kunt vertellen wat de persoonsvorm is Je kunt de persoonsvorm in een

Persoonsvorm Je kunt vertellen wat de persoonsvorm is Je kunt de persoonsvorm in een zin benoemen

Hoe vind je de persoonsvorm? • De persoonsvorm is altijd een werkwoord. Er zijn

Hoe vind je de persoonsvorm? • De persoonsvorm is altijd een werkwoord. Er zijn drie manieren om de persoonsvorm te vinden: 1. Verander de tijd van de zin 2. Verander het aantal personen in de zin 3. Maak een ja/nee vraag.

Voorbeeld Mijn vader heeft een motor. 1. Verander de tijd: mijn vader had een

Voorbeeld Mijn vader heeft een motor. 1. Verander de tijd: mijn vader had een motor. 2. Verander het aantal personen: mijn ouders hebben een motor. 3. Maak een ja/nee vraag: Heeft mijn vader een motor? Heeft verandert van vorm (had en hebben) of komt als eerste werkwoord in de zin te staan. Dan is heeft dus de persoonsvorm.

Nog een voorbeeld • Ik heb vertrouwen in mijzelf. • 1. verander de tijd

Nog een voorbeeld • Ik heb vertrouwen in mijzelf. • 1. verander de tijd • 2. verander het aantal personen • 3. maak een ja/nee vraag De persoonsvorm is:

En nu zelf: • Mijn beste vriend heeft een scooter. • 1. • 2.

En nu zelf: • Mijn beste vriend heeft een scooter. • 1. • 2. • 3. De persoonsvorm is:

Oefenen maar: • Maak de opdrachten van het werkblad. Je hebt hiervoor 15 minuten.

Oefenen maar: • Maak de opdrachten van het werkblad. Je hebt hiervoor 15 minuten. • Ben je klaar, begin dan met de woordzoeker.

Controleren • Vergelijk je antwoorden met die van je buurman. • Hebben jullie verschillende

Controleren • Vergelijk je antwoorden met die van je buurman. • Hebben jullie verschillende antwoorden, bespreek die dan. • Komen jullie samen niet tot een antwoord, vraag dan de leraar.

De antwoorden • • • Jack leest een boek. Tamara geeft haar moeder een

De antwoorden • • • Jack leest een boek. Tamara geeft haar moeder een bos bloemen. Mijn vader repareert zijn auto. Vorige week moest ik naar de tandarts. Vanavond eten we spaghetti. Wie kookt het eten vanavond? Ik ga op de fiets naar de sportschool. Heb jij je fiets op slot gezet? Gisteren was ik mijn sleutel kwijt. Gelukkig heb ik hem terug gevonden.

 • • • Hoe laat begint vanavond de voetbaltraining? Heb jij je huiswerk

• • • Hoe laat begint vanavond de voetbaltraining? Heb jij je huiswerk al gemaakt? De docent had voor vandaag geen huiswerk opgegeven. Wanneer vier jij je verjaardag? Dat zou ik graag in het weekend doen. Ik kan de volgende dag dan fijn uitslapen. Met mijn vrienden speel ik graag games. Vind jij racespelletjes ook zo leuk? Mijn moeder vroeg of ik de boodschappen wilde doen. Omdat ze zo verkouden was, wilde ze liever niet naar buiten

Wat heb je geleerd? • De persoonsvorm is altijd een werkwoord. • Je kunt

Wat heb je geleerd? • De persoonsvorm is altijd een werkwoord. • Je kunt de persoonsvorm vinden door: • De tijd te veranderen • Het aantal personen te veranderen • Een ja/nee vraag te maken.