Parallel schakeling Wat is een parallel schakeling Is














- Slides: 14
Parallel schakeling
Wat is een parallel schakeling Is een schakeling waar stroom verdeel wordt over componenten
Toepassingen Ø Vermogensbeperking: Door de stroom te verdelen over componenten worden de individuele componenten minder thermisch belast. Ø Ontwikkelen van een componentwaarde: Door weerstanden of condensatoren handig te combineren kunnen waardes samengesteld worden die niet in de handel beschikbaar zijn. Ø Meting: Door een (juist geijkte) hoog ohmige voltmeter parallel te schakelen met een lage weerstand kan een stroom worden gemeten. Ø Voeding: Omdat de spanning over alle componenten of deelschakelingen bij parallelschakeling (idealiter) gelijk is, is het gemakkelijkst om apparaten parallel geschakeld te voeden.
Spanning Utot= U 1=U 2= U 3
Stroomsterkte Itot = I 1+I 2+ I 3
Parallelschakeling van twee weerstanden Weerstand R 1 Weerstand R 2
Parallelschakeling van twee weerstanden aangesloten op een batterij Weerstand R 1 = 150 ohm Spanning = 4, 5 V Weerstand R 2 = 300 ohm
Parallelschakeling van twee weerstanden aangesloten op een batterij Weerstand R 1 = 150 ohm I = 0, 03 A I = 0, 015 A Spanning = 4, 5 V U 1 = 4, 5 V R 1 R 2 U 2 = 4, 5 V Weerstand R 2 = 300 ohm Parallelschakeling: Let op de Stroomsterkte! Spanning door de weerstanden is gelijk!
Parallelschakeling van twee weerstanden a h c s l e ll a r a P ! k j i l aangesloten op een batterij e t g e i n en d n a t rs R 1 = 150 ohm e e Weerstand w e d r o do I = 0, 03 A m o tro s : g I = 0, 015 A kelin Spanning = 4, 5 V U 1 = 4, 5 V R 1 i l e k a h c s l Paralle r e v o g n i n ng: span R 2 U 2 = 4, 5 V ijk! l e g s i n e and t s r e e w e d Weerstand R 2 = 300 ohm
Totale stroom bereken It = I 1+I 2+I 3 It = 4 A+3 A+2 A It= 9 A
Deel stroom bereken R 1 = 9 Ω R 2 = 12 Ω R 3 = 18 Ω I 1= Ut/R 1 I 1 = 36 V/9Ω I 1 =4 A I 2= Ut/R 2 I 2 = 36 V/12Ω I 2 =3 A I 3= Ut/R 3 I 3 = 36 V/18Ω I 3 =2 A
Vervangingsweerstand bereken It = I 1+I 2+I 3 It = 6+4+2 It = 12 A Rt= Ut/It Rt= 120/12 R 1= 20 Ω R 2= 30 Ω R 3= 60 Ω Ut=120 V Rt= 10 Ω I 1= Ut/R 1 I 1 = 120 V/20Ω I 1 =6 A I 2= Ut/R 2 I 2 = 120 V/30Ω I 2 =4 A I 3= Ut/R 3 I 3 = 120 V/60Ω I 3 =2 A
Zijn er nog onduidelijkheden