Overzicht van de zinsdelen functie vorm van de

  • Slides: 2
Download presentation
Overzicht van de zinsdelen functie vorm (van de kern) dominant ontledingsvraag noodzakelijke zinsdelen gezegde

Overzicht van de zinsdelen functie vorm (van de kern) dominant ontledingsvraag noodzakelijke zinsdelen gezegde WWG ZWW / / NWG KWW + NDG in de nominatief / NDG: Wie/Wat + KWW + ond. ? nominatief onderwerp infinitief bijzin: - infinitiefzin (onderwerp infinitiefzin: accusatief) Wie/Wat + gez. ? gezegde accusatief lijdend voorwerp infinitief bijzin: - infinitiefzin Wat + gez. ? Wie/Wat + WWG + ond. ? gezegde meewerkend voorwerp datief gezegde met vaste naamval vaak: Wie/Wat + WWG + ond. ? voorwerp ( bezitter) datief gezegde = vorm van esse Aan wie + behoren + ond. ? meestal nominatief of accusatief gezegde + zindeel waarmee BVG in NGG overeenkomt Hoe / Waartoe + gez. + ond. (+LV)? bepaling van gesteldheid (= BVG) gezegde Wat + WWG + ond. ? Aan wie + WWG + ond. + LV?

functie vorm (van de kern) dominant ontledingsvraag niet-noodzakelijke zinsdelen bijwoordelijke bepaling (= BWB) (verschillende

functie vorm (van de kern) dominant ontledingsvraag niet-noodzakelijke zinsdelen bijwoordelijke bepaling (= BWB) (verschillende rollen!) ablatief Wanneer/Hoe/Waarmee/Waarom … + gez. + ond. ? voorzetsel + acc. Waarheen/Waar … + gez. + ond. ? voorzetsel + abl. Door wie/Waaruit/Waar…+ gez. + ond. ? gezegde bijwoord Hoe/Waar/Wanneer … +gez. + ond. ? datief Voor wie + gez. + ond. ? bijzin: - onderschikkend voegwoord + ind. bepaling van gesteldheid (= BVG) alle naamvallen, maar vooral nominatief of accusatief Wanneer/Waarom … + gez. + ond. + …? gezegde + zinsdeel waarmee BVG in NGG overeenkomt Hoe (= in welke gesteldheid) +gez. + ond. + …? Overzicht van de zinsdeelstukken de kern is een noodzakelijk zinsdeelstuk en kan de vorm hebben van een substantief, voorzetsel + substantief of adjectief functie vorm dominant ontledingsvraag kern = substantief kern = voorzetsel + substantief niet-noodzakelijk zinsdeelstuk adjectief bijvoeglijke bepaling (= BVB) substantief in de genitief kern bijstelling: substantief in dezelfde naamval als de kern BVB-zin: betrekkelijk voornaamwoord + ind. kern: antecedent Welk(e) + kern? Wat voor (een) + kern? /