ORDE VAN ADVOCATEN ST MAARTEN NIEUW VENNOOTSCHAPSRECHT IN

  • Slides: 26
Download presentation
ORDE VAN ADVOCATEN ST. MAARTEN “NIEUW VENNOOTSCHAPSRECHT IN SINT MAARTEN” Mr. K. Frielink Woensdag

ORDE VAN ADVOCATEN ST. MAARTEN “NIEUW VENNOOTSCHAPSRECHT IN SINT MAARTEN” Mr. K. Frielink Woensdag 21 mei 2014 Gerechtsgebouw, St. Maarten 17. 00 – 19. 00 uur

II Algemene bepalingen (Titel 1 Boek 2 BW) • Art. 2: 1 lid 3

II Algemene bepalingen (Titel 1 Boek 2 BW) • Art. 2: 1 lid 3 BW vastlegging rangorde van hoog tot laag: wet, statuten, vennootschappelijke overeenkomst en reglement • Art. 2: 1 lid 4 BW nietigheid bij strijd met hogere regeling • Art. 2: 1 leden 5 en 6 omschrijving statuten en reglement • Art. 2: 10 BW nieuwe regeling vertegenwoordiging • Art. 2: 11 BW nieuwe regeling tegenstrijdig belang sterk vereenvoudigd

 III Algemene bepalingen (Titel 1 Boek 2 BW) - vervolg • Art. 2:

III Algemene bepalingen (Titel 1 Boek 2 BW) - vervolg • Art. 2: 13 BW statutaire uitsluiting beroep op doeloverschrijding bij de stichting niet meer mogelijk / bij andere rechtspersonen: algemene vergadering mag besluit bevestigen of afstand van de mogelijkheid van beroep doen / vervaltermijn van 6 maanden is vervallen • Art. 2: 16 BW regeling bestuurdersaansprakelijkheid bij faillissement is verbeterd • Art. 2: 19 lid 1 BW verbod om commissarissen aan te stellen naast een ‘one-tier board’ geschrapt • Art. 2: 19 lid 3 BW commissarissen die rechtspersoon zijn worden op beperkte schaal toegelaten • Art. 2: 36 lid 1 BW mogelijkheid opgenomen om gebruik van elektronische communicatiemiddelen te beperken

IV Jaarrekeningregime grote rechtspersoon • Regeling gold reeds voor de grote NV als aan

IV Jaarrekeningregime grote rechtspersoon • Regeling gold reeds voor de grote NV als aan bepaalde criteria is voldaan (art. 2: 119 lid 2 BW): dat blijft zo • De regeling gold reeds voor de NV met een onafhankelijke Raad van Commissarissen (art. 2: 143 lid 1 BW): dat blijft zo • De regeling gold voor (de gewone) NV en BV ingeval van vrijwillige toepassing (artt. 2: 119 lid 3 en 2: 219 BW): dat blijft zo • Geldt nu ook voor grote stichting met een onderneming (art. 2: 58 BW), de grote vereniging met een onderneming (art. 2: 89 lid 3 BW), de coöperatie en de onderlinge waarborgmaatschappij (art. 2: 94 lid 7 BW).

V Jaarrekeningregime grote rechtspersoon - vervolg • De criteria: minimaal 20 fulltime werknemers, waarde

V Jaarrekeningregime grote rechtspersoon - vervolg • De criteria: minimaal 20 fulltime werknemers, waarde activa minimaal ANG 5 miljoen en een netto-omzet van minimaal ANG 10 miljoen • De regeling is van toepassing verklaard op de vereniging en stichting waaraan een onderneming is verbonden: dus is het bijzondere regime nu van toepassing op alle commerciële rechtspersonen als aan de criteria is voldaan • Gevolgen toepassing van dit regime: onder andere striktere regels inzake de jaarrekening (jaarrekening moet worden opgesteld volgens de door de International Accounting Standards Board vastgestelde normen; art. 2: 120 BW); inzagerecht belanghebbenden inzake de jaarrekening; bestuur moet een jaarverslag opstellen

VI Verplichtingen van verbintenisrechtelijke aard • Nieuw art. 2: 108 a/208 a BW voor

VI Verplichtingen van verbintenisrechtelijke aard • Nieuw art. 2: 108 a/208 a BW voor de NV en BV • Verplichtingen van verbintenisrechtelijke aard in de statuten • Verplichtingen jegens NV/BV, jegens derden, of tussen aandeelhouders onderling • Beperkt tot aandelen op naam, eventueel van een bepaalde soort

VII Verplichtingen van verbintenisrechtelijke aard - vervolg Soorten verplichtingen: • Verbod (bepaalde) concurrerende activiteiten

VII Verplichtingen van verbintenisrechtelijke aard - vervolg Soorten verplichtingen: • Verbod (bepaalde) concurrerende activiteiten • Verplichting tot aangaan aandeelhoudersovereenkomst • Verplichting tot het verschaffen van bepaalde informatie • Verplichting tot het tezamen met de rechtspersoon met derden contracteren in duidelijk omschreven gevallen

VIII De vennootschappelijke overeenkomst • Betreft de overeenkomst met vennootschapsrechtelijke werking • Toevoeging leden

VIII De vennootschappelijke overeenkomst • Betreft de overeenkomst met vennootschapsrechtelijke werking • Toevoeging leden 3 tot en met 6 aan de artt. 2: 127/227 BW • Vereist is dat alle aandeelhouders én de NV of BV partij zijn

IX Vergaderen en besluiten bij de NV en BV • Invoering begrip “vergaderrecht” (artt.

IX Vergaderen en besluiten bij de NV en BV • Invoering begrip “vergaderrecht” (artt. 2: 129/229 BW) • Vereenvoudiging besluitvorming buiten vergadering (artt. 2: 135/235 BW) • Invoering regeling als voor geen van de aandelen stem kan worden uitgebracht (artt. 2: 135 a/235 a BW)

X Aandeelhouder-bestuurde BV • Destijds ontworpen als eenvoudig functionerend model • Hoofdregel: alle aandeelhouders

X Aandeelhouder-bestuurde BV • Destijds ontworpen als eenvoudig functionerend model • Hoofdregel: alle aandeelhouders gelden als bestuurder (art. 2: 240 lid 1 BW) • Beperkt aantal uitzonderingen (art. 2: 240 lid 2 BW)

XI Enquêterecht • Regeling geldt nu voor alle (commerciële) rechtspersonen (art. 2: 270 BW);

XI Enquêterecht • Regeling geldt nu voor alle (commerciële) rechtspersonen (art. 2: 270 BW); voor 1 april 2014 alleen de mini-enquête bij de stichting • Geldt dus bij: commerciële stichting, commerciële vereniging, coöperatie, onderlinge waarborgmaatschappij, NV en BV. . . en bij de SPF • Bevoegde rechter: Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao en Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (art. 2: 271 BW).

XII Enquêterecht - vervolg Situaties waarin de mogelijkheid van (snel) ingrijpen via de rechter

XII Enquêterecht - vervolg Situaties waarin de mogelijkheid van (snel) ingrijpen via de rechter gewenst kan zijn: • De benoeming van Lord Crazy a. k. a. Ga tot bestuurder • De bestuurder blijkt een zakkenvuller te zijn die weigert te verantwoorden wat hij doet • De Raad van Commissarissen pleegt obstructie • Het dividendbeleid is al jarenlang onredelijk • Een president-commissaris die last heeft van ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) maakt het functioneren van de bestuurder onmogelijk • Door allerlei ruzies bestaat er een deadlock-situatie in een orgaan van de rechtspersoon

XIII Enquêterecht - vervolg Bevoegd tot indienen enquêteverzoek (art. 2: 271 BW): • Commerciële

XIII Enquêterecht - vervolg Bevoegd tot indienen enquêteverzoek (art. 2: 271 BW): • Commerciële stichting: iedere belanghebbende • OWM/Coop/Commerciële vereniging: minimaal 10% van de leden • NV/BV: aandeelhouders die (alleen of tezamen) minimaal 10% van het eigen vermogen vertegenwoordigen of minimaal 10% van het aantal stemmen t. a. v. alle onderwerpen kunnen uitbrengen • Openbaar ministerie al dan niet op verzoek van een belanghebbende op dringende gronden (denk aan overheidsvennootschappen en SPF) • De curator in geval van faillissement van de rechtspersoon • Degenen aan wie deze bevoegdheid in de statuten of bij overeenkomst met de rechtspersoon is gegeven Houders van certificaten van aandelen? De rechtspersoon zelf?

XIV Enquêterecht - vervolg • Bezwaren moeten eerst aan de rechtspersoon kenbaar zijn gemaakt

XIV Enquêterecht - vervolg • Bezwaren moeten eerst aan de rechtspersoon kenbaar zijn gemaakt met redelijke termijn om te reageren/maatregelen te nemen (art. 2: 273 BW) • Hof wijst het verzoek slechts toe wanneer blijkt van gegronde redenen om aan een juist beleid te twijfelen (art. 2: 274 lid 1 BW) • Hof kan verzoek afwijzen omdat het niet op redelijke gronden is gedaan: het Hof kan in dat geval op verzoek van de rechtspersoon vergoeding toekennen wat betreft directe kosten (art. 2: 274 lid 2 BW)

XV Enquêterecht - vervolg • Toewijzing verzoek en benoeming onderzoekers (art. 2: 274 BW)

XV Enquêterecht - vervolg • Toewijzing verzoek en benoeming onderzoekers (art. 2: 274 BW) • Kosten van het onderzoek en zekerheid daarvoor (art. 2: 274 lid 3 BW) • Aanwijzingen van het Hof aan de onderzoekers (art. 2: 275 lid 1 BW)

XVI Enquêterecht - vervolg In iedere stand van een geding kan het Hof desverzocht

XVI Enquêterecht - vervolg In iedere stand van een geding kan het Hof desverzocht een voorlopige voorziening treffen (art. 2: 276 lid 1 BW). Het gaat om (art. 2: 276 lid 3 BW): • schorsing van de werking van een besluit van een orgaan van de rechtspersoon, dan wel een bevel om een besluit geheel of ten dele in te trekken, de uitvoering daarvan geheel of ten dele op te schorten of de gevolgen daarvan geheel of ten dele ongedaan te maken; • schorsing van een of meer bestuurders of commissarissen; • tijdelijke aanstelling van een of meer bestuurders of commissarissen, met of zonder toekenning van een ten laste van de rechtspersoon komende beloning; • tijdelijke afwijking van daarbij aangegeven bepalingen van de statuten, een vennootschappelijke overeenkomst als bedoeld in lid 3 van de artt. 2: 127/227 BW of een reglement; • tijdelijke ontneming van stemrecht; • tijdelijke overgang van aandelen titel van beheer; en • een tot de rechtspersoon of andere persoon als bedoeld in art. 2: 7 lid 1 BW gericht bevel om bepaalde handelingen te verrichten of na te laten.

XVII Enquêterecht - vervolg Enkele bepalingen inzake het onderzoek zelf. Art. 2: 277 BW:

XVII Enquêterecht - vervolg Enkele bepalingen inzake het onderzoek zelf. Art. 2: 277 BW: • Verplichting tot medewerking (voormalige) bestuurders etc. • Toegang tot alle boeken, bescheiden en andere gegevensdragers • Hof kan bevelen geven (met dwangsom voor de rechtspersoon) • Relatieve geheimhoudingsplicht onderzoekers Art. 2: 278 BW: • Onderzoekers maken een verslag dat ter griffie wordt gedeponeerd • Het verslag moet eerst in concept zijn voorgelegd aan de bestuurders van de rechtspersoon en aan de Rv. C als die er is • De onderzoekers moeten in het eindverslag gemotiveerd reageren op de gemaakte opmerkingen • Het Hof kan bepalen dat het verslag geheel of gedeeltelijk ter inzake ligt voor door het Hof aan te wijzen personen of voor een ieder

XVIII Enquêterecht - vervolg De tweede fase: op verzoek kan het Hof vaststellen dat

XVIII Enquêterecht - vervolg De tweede fase: op verzoek kan het Hof vaststellen dat uit het verslag blijkt dat er sprake is geweest van wanbeleid (art. 2: 282 lid 1 BW). Het Hof kan vervolgens, op verzoek, een of meer voorzieningen treffen als het Hof op grond van de uitkomst van het onderzoek geboden acht (art. 2: 282 lid 2 BW). Definitieve voorzieningen (art. 2: 283 BW): • De voorlopige voorzieningen van art. 2: 276 lid 3 BW (of de verlenging daarvan) • De vernietiging van een besluit van een orgaan van de rechtspersoon • Het ontslag van een of meer bestuurders of commissarissen • Ontbinding of splitsing van de rechtspersoon

XIX Grensoverschrijdende (cross-border) omzetting • Omzetting in een buitenlandse rechtspersoon of omgekeerd werd vroeger

XIX Grensoverschrijdende (cross-border) omzetting • Omzetting in een buitenlandse rechtspersoon of omgekeerd werd vroeger zetelverplaatsing genoemd • De NV en BV kunnen door middel van omzetting emigereren (art. 2: 304 lid 1 BW); de stichting alleen onder voorwaarden (art. 2: 306 BW) • Bij emigratie: vereiste van persoonlijke aansprakelijkstelling door bestuurders en aandeelhouders is geschrapt • Eén uitzondering: ingeval de omzetting plaatsvindt zonder dat daarvan op voorhand officieel mededeling is gedaan (art. 2: 304 lid 5 BW) • Introductie verzetregeling voor schuldeisers of contractuele wederpartijen (art. 2: 305 BW) • Zie voor interregionale omzetting: Grensoverschrijdende fusie en omzetting sinds 10 -10 -‘ 10, Caribisch Juristenblad 4 (2013), blz. 3 -9

XX Grensoverschrijdende (cross-border) fusie • Inbound fusie (immigratie) bestond al: buitenlandse rechtspersoon fuseert als

XX Grensoverschrijdende (cross-border) fusie • Inbound fusie (immigratie) bestond al: buitenlandse rechtspersoon fuseert als verdwijnende rechtspersoon met een vergelijkbare rechtsvorm van Boek 2 BW (art. 2: 323 a BW) • Introductie van de outbound fusie (emigratie): rechtspersoon in de zin van Boek 2 BW als verdwijnende rechtspersoon fuseert met een verkrijgende rechtspersoon naar buitenlands recht (art. 2: 323 b BW) • Voorwaarde bij inbound en outbound: het recht dat die buitenlandse rechtspersoon beheerst mag zich niet tegen de fusie en de wijze waarop deze tot stand komt verzetten

XXI De personenvennootschap • Grondige herziening: maatschap en VOF afgeschaft • Personenvennootschappen nu geregeld

XXI De personenvennootschap • Grondige herziening: maatschap en VOF afgeschaft • Personenvennootschappen nu geregeld in één wetboek • Openbare vennootschap (art. 7: 801 lid 1 BW) • Stille vennootschap (art. 7: 801 lid 2 BW) • Commanditaire vennootschap (art. 7: 836 lid 1 BW)

XXII De personenvennootschap - vervolg • Openbare vennootschap als aan drie cumulatieve criteria is

XXII De personenvennootschap - vervolg • Openbare vennootschap als aan drie cumulatieve criteria is voldaan: (i) beroep of bedrijf; (ii) voor derden op duidelijk kenbare wijze naar buiten optreden en (iii) optreden onder een door haar als zodanig gevoerde naam • Stille vennootschap: elke personenvennootschap die niet aan alle drie de criteria voldoet • Commanditaire vennootschap: als zodanig optredende openbare vennootschap die naast één of meer gewone vennoten, ook één of meer commanditaire vennoten heeft • Commanditaire vennoot: (i) mag arbeid inbrengen, maar moet (daarnaast) geld en/of genot van goederen inbrengen én (ii) moet zijn uitgesloten van de bevoegdheid rechtshandelingen te verrichten (art. 7: 836 lid 2 BW)

XXIII De personenvennootschap - vervolg • Vennoten van een openbare vennootschap zijn hoofdelijk verbonden

XXIII De personenvennootschap - vervolg • Vennoten van een openbare vennootschap zijn hoofdelijk verbonden voor de verbintenissen (art. 7: 813 BW) • Vennoten van een stille vennootschap zijn ieder voor een gelijk deel verbonden, tenzij in de overeenkomst met de derde is bepaald dat zij voor ongelijke delen of hoofdelijk verbonden zijn (art. 7: 813 lid 3 BW). • De commanditaire vennoot deelt niet verder in het verlies dan het bedrag dat hij heeft ingebracht of moet inbrengen (art. 7: 836 a BW)

XXIV De personenvennootschap - vervolg • Continuïteit vennootschap bij uittreding vennoot is uitgangspunt •

XXIV De personenvennootschap - vervolg • Continuïteit vennootschap bij uittreding vennoot is uitgangspunt • Relatieve ontbinding (art. 7: 818 lid 1 BW) • Goederenrechtelijke afwikkeling uittreding (art. 7: 821 BW) • Opvolging door erfgenaam/erfgenamen (art. 7: 822 BW)

XXV De personenvennootschap – vervolg • Omzetting openbare vennootschap in NV of BV (art.

XXV De personenvennootschap – vervolg • Omzetting openbare vennootschap in NV of BV (art. 7: 832 lid 1 BW) • Notariële akte van omzetting vereist (art. 7: 832 lid 3 BW) • Omzettingsbalans moet aan de akte worden gehecht (art. 7: 833 lid 1 BW) • Door omzetting wordt de openbare vennootschap ontbonden (art. 7: 834 lid 1 BW) • Bijzondere regeling aansprakelijkheid vennoten die aandeelhouder worden (art. 7: 834 lid 3 BW) • Aansprakelijkheid oude schulden blijft bestaan (art. 7: 834 lid 4 BW)

SPIGT DUTCH CARIBBEAN KAREL FRIELINK ADVOCAAT/ PARTNER T: +5999 4618700 E: KAREL. FRIELINK@SPIGTDC. COM

SPIGT DUTCH CARIBBEAN KAREL FRIELINK ADVOCAAT/ PARTNER T: +5999 4618700 E: KAREL. FRIELINK@SPIGTDC. COM OP KAREL’S LEGAL BLOG (HTTP: //WWW. CURACAO-LAW. COM) WORDT UITVOERIG VERHAALD OVER HET RECHT VAN HET CARIBISCHE DEEL VAN HET KONINKRIJK. VOOR VRAGEN EN OPMERKINGEN: KAREL. FRIELINK@SPIGTDC. COM