Opleiding BINNENISOLATIE voor thermische renovatie Module 3 Train
Opleiding BINNENISOLATIE voor thermische renovatie Module 3 Train the trainer – 06/12/2016 - Brugge Page 1
INHOUD Module 3 Essentiële principes: synthese • Methodologie • Voorafgaande inspectie • Concept • Uitvoering Subsidies • Subsidievoorwaarden • Wettelijk kader • Verwachte theoretische energiebesparing Certificaat van bekwaamheid Page 2
METHODOLOGIE Methodologie voor het toepassen van binnenisolatie Is de bestaande gevel geschikt voor binnenisolatie? Analyse van de bestaande toestand Ambitieniveau Thermische weerstand Binnenisolatiesysteem MODULE 1 Opbouw van het systeem MODULE 1 Dampscherm Detaillering Koudebruggen Welke thermische weerstand is noodzakelijk om aan een bepaald ambitieniveau te voldoen? Welk binnenisolatiesysteem kan het best worden toegepast? Op welke manier kan inwendige condensatie worden beheerst? Hoe het risico op schimmelvorming ter plaatse van bouwknopen/koudebruggen voorkomen? Aandachtspunt: Zorg voor gestructureerd ontwerp en systematische planning Page 3
METHODOLOGIE Verandering van de bouwfysische prestatie De bouwfysische prestatie van de muur/wand verandert bij het plaatsen van binnenisolatie Deze aspecten verdienen de nodige aandacht: § Vochtbelasting en vorstbestendigheid § Luchtinfiltratie, -exfiltratie, en –circulatie § Koudebruggen Om problemen te vermijden, dienen de basisregels te worden gevolgd! Page 4
METHODOLOGIE Basisregels Beperkte regenbelasting Goed functionerende dampopen buitenafwerking Gezond binnenklimaat Goede luchtdichtheid Goed ontworpen bouwdetails Page 5
VOORAFGAANDE INSPECTIE Materiaalkarakteristieken Buitenafwerking § Type buitenafwerking bepalend: Ø Bescherming tegen slagregen Ø Drogingsvermogen van materialen/gevel Ø Waterabsorptie: indicatief te bepalen door Karsten-proef § Ideale buitenafwerking: Ø Weinig absorberend: beperking slagregenbelasting Ø Waterdampdoorlatend: droging mogelijk Ø In goede staat Page 6
VOORAFGAANDE INSPECTIE Materiaalkarakteristieken Metselwerk § Metselwerk mag als voldoende vorstbestendig worden beschouwd als geen vorstschade aanwezig is Vorstschade aan de gevelsteen Vorstschade ter plaatse van ornamenten Page 7
VOORAFGAANDE INSPECTIE Materiaalkarakteristieken Binnenafwerking § Bestaande afwerking bestaande uit bepleistering, behangpapier, verf, … § Vochtgevoeligheid Behangpapier Restanten van een pleisterafwerking Restanten van een binnenafwerking Page 8
VOORAFGAANDE INSPECTIE Materiaalkarakteristieken Binnenafwerking § Verwijderen van binnenafwerking in functie van de bestaande toestand en het beoogde isolatiesysteem Ø Behang > verwijderen (incl. onderliggende binnenbepleistering) Ø Tegels > verwijderen of een zeer dampdicht binnenisolatiesysteem aanwenden (vb. cellenglas) Ø Gipspleister > verwijderen indien zichtbare sporen van schade of verwijderen wanneer binnenisolatie dragend verlijmd zal worden § Behoud binnenafwerking heeft belangrijke invloed op de dampdiffusieweerstand van het systeem Ø In goede staat Ø Voldoende hechting aan ondergrond Ø Dampdoorlaatbaar § Rekenmethodiek: zie Module 1 Page 9
VOORAFGAANDE INSPECTIE Binnenklimaat Gezond binnenklimaat: § Relatieve luchtvochtigheid begrensd tussen 30% en 60% (uitersten niet langdurig aanhouden) § Efficiënte verwarming: minimale basistemperatuur van 15°C § Goede hygiënische ventilatie § Afvoer van geproduceerd vocht: Ø Beperken risico op inwendige condensatie Ø Verkleinen kans op oppervlaktecondensatie en schimmelvorming ter plaatse van koudebruggen Page 10
BINNENISOLATIECONCEPT Binnenisolatiesystemen Klassieke systemen Dampdichte systemen Inwendige condensatie wordt voorkomen door voldoende dampremmende materialen: • Dampdicht isolatiemateriaal • Extra dampscherm Dampdicht isolatiemateriaal Extra dampscherm Nieuwe systemen Damp-open/capillair-actieve systemen Interne condensatie wordt gebufferd in het isolatiemateriaal en/of de kleefmortel (*) gebruik steeds de kleefmortel voorgeschreven door de fabrikant van het capillair-actief systeem (belangrijk voor het goed functioneren van het systeem!) Condensaatbuffering in de kleefmortel Condensaatbuffering in het isolatiemateriaal Page 11
BINNENISOLATIECONCEPT Binnenisolatiesystemen Klassiek/dampdicht systeem Verkleefd of verlijmd Stijl- en regelwerk Geïntegreerd prefabsysteem Eisen aan de bestaande binnenafwerking -Ondergrond voldoende draagkrachtig -Geen zuigende ondergrond -Vlakheid (<8 mm/2 m) -Vlakheid -Geen verontreinigingen, behang, loszittende delen -Vochtbestendig -Niet gipshoudend 1 Indien gebruik wordt gemaakt van gekleefde of gelijmde bevestiging -Ondergrond voldoende draagkrachtig 1 -Geen zuigende ondergrond 1 -Vlakheid (<8 mm/2 m) -Geen verontreinigingen, behang, loszittende delen -Vochtbestendig -Niet gipshoudend 1 Aandachtspunt: Zorg ervoor dat de bestaande binnenafwerking aan de gestelde eisen voldoet Kies indien nodig een ander systeem Page 12
BINNENISOLATIECONCEPT Binnenisolatiesystemen Klassiek/dampdicht systeem – Stijl/regelwerk Aansluiting van de isolatie met de muur Aansluiting van het dampscherm Page 13
BINNENISOLATIECONCEPT Binnenisolatiesystemen Klassiek/dampdicht systeem – Prefab-systeem Page 14
BINNENISOLATIECONCEPT Binnenisolatiesystemen Dampopen systeem Systemen hebben voor- en nadelen Klassieke dampdichte systemen Capillair actieve systemen - Groter risico op vorstschade - Hoger vochtgehalte in metselwerk (houten vloerbalken!) + Kleiner risico op vorstschade + Lager vochtgehalte in metselwerk (houten vloerbalken? ) + Geen nadelige effecten van vochttransport naar kamer/binnenoppervlak + Thermisch robuuster - Vochttransport naar kamer/binnenoppervlak - Thermisch minder robuust (vocht!) - Belang correcte afwerking, … Minder ‘rechttoe-rechtaan systeem’ en… niet alle zogenaamde ‘capillair actieve systemen’ zijn even capillair actief/dampopen Page 15
BINNENISOLATIECONCEPT Binnenisolatiesystemen Dampopen systeem Systeemopbouw Altijd volvlakkig verkleven! Page 16
AANDACHTSPUNTEN Luchtinfiltratie, -exfiltratie en -circulatie In- of exfiltratie van lucht door de constructie voorkomen § Luchtstromingen kunnen ontstaan wanneer de gevel niet luchtdicht is en het binnenisolatiesysteem evenmin luchtdicht is § Deze stromingen moeten voorkomen worden omdat warme lucht in de constructie kan stromen en daar afkoelen met risico op inwendige condensatie Binnenafwerking Isolatie Houten draagvloer Plafondafwerking Metselwerk Page 17
AANDACHTSPUNTEN Luchtinfiltratie, -exfiltratie en -circulatie Luchtcirculatie tussen de isolatie en de oorspronkelijke gevel voorkomen • Luchtstroming kan zich voordoen wanneer de oorspronkelijke gevel voldoende luchtdicht is, maar de aansluiting tussen de binnenisolatie en de bestaande wand niet • Risico op inwendige condensatie Binnenafwerking Isolatie Houten draagvloer Plafondafwerking Metselwerk Page 18
AANDACHTSPUNTEN Luchtinfiltratie, -exfiltratie en -circulatie Luchtlekken als gevolg van doorboringen van het luchtscherm Oplossing: Continuïteit luchtscherm waarborgen door gebruik te maken van tapes, geprefabriceerde hulpstukken zoals manchetten, … Page 19
AANDACHTSPUNTEN Koudebruggen Risico op koudebruggen ter hoogte van bouwdetails en bouwknopen (aansluiting bouwdelen, niet-homogene wandopbouw, …): § Oppervlakte condensatie: Ø Condensatie op een koud oppervlak Ø Door correcte detaillering van bouwdetails lage oppervlaktetemperaturen voorkomen § Elimineren van koudebruggen is niet evident, correcte detaillering is noodzakelijk! Buitentemperatuur 0°C, Binnentemperatuur 20°C Buitenmetselwerk: 30 cm 13, 9 °C 11, 4 °C Temperatuurfactor = 0, 57 Binnenmetselwerk: 20 cm 18, 9 °C 14, 3 °C Isolatie (λ = 0, 04 W/m. K): 8 cm Temperatuurfactor = 0, 71 § Impact op thermische verliezen? De koudebrug wordt NIET versterkt. § Opgelet: dit geldt enkel op voorwaarde dat het BINNENKLIMAAT niet wijzigt § Belangrijke invloed van VENTILATIE (ventilatiesysteem aanwezig? ) Page 20
DETAILLERING Principes Schade voorkomen § § § § Binnen- en buitenhoeken Binnenmuren/Gemene muren Binnenvloeren Houten vloeren en balken (!) Vensters en deuren (!) Muurvoeten Dakvoeten Technische aansluitingen en installaties Page 21
DETAILLERING 2. Geen luchtstromingen achter de balkkop 1. Geen vochtdoorslag doorheen de gevel TO DO: Isopro. C Houten vloeren en balken Hoe schade vermijden? TO DO: VOORAF Bouwinfo. be ü Controleer de staat van de balkkoppen (rot? Insectenaantasting? vochtig? ) ü Houtvochtgehalte moet lager zijn dan 20%! ü Controleer de staat van de muur langs buiten (barsten? open voegen? ) ü Oriëntatie muur? (westkant meer neerslagbeslasting) ü Dikte muur? (dunner= meer kans op regendoorslag) ü Buitenafwerking muur? (bekleding? ) Rigips. de ü Bestudeer de luchtdichtheid van de muur (luchtlekken zichtbaar rond de balkkoppen? Loopt het pleisterwerk aan de binnenzijde van de gevel door ter hoogte van de vloer? ü Bestudeer de winddichtheid van de muur (is er een relatief luchtdichte laag aanwezig aan de buitenzijde: pleisterwerk bv. ? ) Page 22
DETAILLERING Houten vloeren en balken PRINCIPES OPTIMALE UITVOERING 1. Plaats isolatie ter hoogte van de vloer ü Zo goed mogelijk aansluitend op de isolatielaag erboven en eronder (volledige vulling, tot tegen de balken) 2. Plaats een luchtdichte laag ter hoogte van de vloer (tussen de balken) ü Zo goed mogelijk aansluitend op het luchtscherm erboven en eronder (bv. wachtfolie) én zijdelings (tegen balken) 3. Plaats isolatie boven en onder 4. Plaats luchtscherm boven en onder 5. Maak een luchtdichte verbinding tussen het luchtscherm tussen de balken en in de muur zodat het luchtscherm continu doorloopt ter plaatse van de houten vloer Page 23
DETAILLERING Vensters en deuren Theoretisch optimale oplossing ZIJRAND Retourisolatie ZEER STERK aangeraden! Isolatielaag ononderbroken luchtscherm ononderbroken ventilatie binnenruimte Page 24
SUBSIDIES synthese d ≥ 7 cm Opleiding Binnenisolatie – Module 1 d ≥ 7 cm Page 25
WETTELIJK KADER Premie binnenisolatie 2017 en 2018 indien: - - Eindfactuur vanaf 1/1/2017 Woningen aangesloten op distributienet voor 1/1/2006 (ook niet -woongebouwen komen in aanmerking voor premie) Werken begeleid door een architect met controle op de uitvoering van de werken, OF plaatsen van de isolatiematerialen wordt uitgevoerd door een aannemer waarvan op het ogenblik van de uitvoering minstens de zaakvoerder of een werknemer beschikt over een certificaat van bekwaamheid of een certificaat van bekwaamheid als aspirant Geen DHZ Rd ≥ 2 m²K/W (de Rd-waarde van een bestaande isolatielaag en van de afwerkingslaag mag niet mee verrekend worden om aan de minimumeis te komen) STS vanaf 2019 Opleiding Binnenisolatie – Module 1 Page 26
SUBSIDIES Totaalrenovatiebonus voor investeringen vanaf 2017 1 voucher per woning of wooneenheid. Binnen een periode van 5 jaar na eerste geactiveerde eindfactuur, minstens 3 nieuwe investeringen uitvoeren uit volgende lijst (de investering die zorgde voor de activatie meegeteld). 1) 2) 3) 4) 5) 6) 7) dak- of zoldervloerisolatie >= 30 m², spouw, buitenisolatie of binnenisolatie >= 30 m² vloerisolatie >= 30 m², nieuwe beglazing >= 5 m², zonneboiler, warmtepomp, Ventilatiesysteem Voorwaarde: de volledige woning moet geïsoleerd zijn conform de minimale isolatieeisen voor het krijgen van een premie vanaf 2017 voor dak, vloer, muur, beglazing om voor de betreffende maatregel mee te tellen. Opleiding Binnenisolatie – Module 1 Page 27
SUBSIDIES Totaalrenovatiebonus voor investeringen vanaf 2017 Totaal: tot 4750 euro bonussen, bovenop de individuele premies Meer info: www. energiesparen. be Opleiding Binnenisolatie – Module 1 Page 28
SUBSIDIES Verwachte theoretische energiebesparing - Oppervlakte binnenisolatie [m²] - Vb. voorgevel 35, 05 m², wordt na-geïsoleerd (R=2 m²K/W) - Verbetering globale U-waarde [W/m²K] - Vb. U-waarde ongeïsoleerd 3 W/m². K (Rtot=0, 33 m². K/W) U-waarde geïsoleerd: 1/Rtot = 1/(0, 33 + 2) = 0, 43 W/m². K Besparing= (3 -0, 43)= 2, 57 W/m²K - Impact koudebruggen - Vb. - niet in rekening gebracht => overschatting energiebesparing! - Kengetal/omrekenfactor naar aardgasbesparing - Vb. 35, 05 m² * 2, 57 W/m²K * 3600 s/h *24 h/dag * 2415 normale equivalente graaddagen/jaar * 0, 065 EUR/k. Wh = 339 EUR/jaar Reële energiebesparing? Sterk afhankelijk van het stookgedrag van de bewoners voor en na de werken! Opleiding Binnenisolatie – Module 1 Page 29
SUBSIDIES Enquête BUtgb Opmerking: gegevens enquête op basis van circa 500 respondenten Opleiding Binnenisolatie – Module 1 Page 30
CERTIFICAAT VAN BEKWAAMHEID => Certificaat op persoonlijk niveau Voorwaarden: - - De opleiding volgen (minstens 60% aanwezigheid): Module over wettelijk kader, subsidieregeling en essentiële aspecten bij de plaatsing van binnenmuurisolatie, in minimaal 1 lesuur (= module 3); Alle modules, indien een deelnemer de opleiding moet volgen alvorens opnieuw te kunnen deelnemen aan het examen, in minimaal 7 (6 + 1) lesuren (= module 1, 2 en 3). Slagen voor het examen (score van minstens 60%): Meerkeuzevragen; 1 uur, gesloten boek; Kandidaten die niet voor het examen slagen, kunnen zich maar eenmaal opnieuw inschrijven voor een nieuw examen. Als ze voor dat nieuw examen niet slagen, kunnen ze pas opnieuw deelnemen aan een volgend examen nadat ze opnieuw de opleiding (= alle modules) hebben gevolgd. Opleiding Binnenisolatie – Module 1 Page 31
CERTIFICAAT VAN BEKWAAMHEID => Certificaat op persoonlijk niveau Voorwaarden: - Minstens drie jaar beroepservaring in binnenmuurisolatie => “certificaat van bekwaamheid”; Geen beroepservaring => “certificaat van bekwaamheid als aspirant” Er kan een certificaat van bekwaamheid verkregen worden indien er binnen de geldigheidsperiode van het certificaat voldaan is aan de voorwaarde van beroepservaring. Þ Voor toekenning premies binnenisolatie wordt geen onderscheid gemaakt tussen deze twee categorieën Opleiding Binnenisolatie – Module 1 Page 32
CERTIFICAAT VAN BEKWAAMHEID Aanvraag certificaat bij het VEA: - Automatisch verkrijgen van ‘certificaat als aspirant’ na slagen in examen; Mogelijkheid om ‘certificaat van bekwaamheid’ te verkrijgen => aantonen beroepservaring: oplijsten van minstens 5 werven in een tijdspanne van minstens 3 jaar, met adresgegevens; Þ Om burger te informeren welke aannemers gecertificeerd zijn, wordt een publieke lijst op website VEA geplaatst. Aannemer kiest zelf of hij hierop gepubliceerd wil worden. Geldigheid certificaat: - 5 jaar geldig; Wordt verlengd indien voldoende bijscholing werd gevolgd (voorwaarden nog niet bepaald). Intrekken certificaat door het VEA: - Wanneer het werk van een gecertificeerde aannemer van onvoldoende kwaliteit getuigt, of; Wanneer een gecertificeerde aannemer de voorwaarden van de certificering niet naleeft. Þ Nieuw certificaat: opnieuw volgen van opleiding (korte of lange) + slagen voor examen Opleiding Binnenisolatie – Module 1 Page 33
ERKENNING OPLEIDINGSINSTELLING Aanvraag erkenning bij het VEA: - - Als opleidingsinstelling en/of exameninstelling; Opleiding: vast opleidingsmateriaal: Korte (module 3) opleiding en/of; lange (module 1 + 2 + 3) opleiding; Uitbreiding lesmateriaal mogelijk. Vrijwillige oriëntatietest (beschikbaar op www. energiesparen. be/binnenisolatie) Examen: verschillende examenreeksen. Þ Alle voorwaarden & aanvraagformulier: www. energiesparen. be Opleiding Binnenisolatie – Module 1 Page 34
DANKWOORD Deze opleiding kwam tot stand op initiatief van het VEA in het kader van het kwaliteitskader binnenisolatie. Ze werd opgesteld door WTCB & KUL (actie kaderend in het project Renofase) met de gewaardeerde medewerking van CIR. DISCLAIMER Hoewel deze cursus met de meeste zorg opgesteld werd en de inhoud ervan overeen komt met de actuele wetenschappelijke kennis en de stand der techniek, vormt deze geen officiële publicatie en kan dus niet als referentie gebruikt worden. © VEA, Brussel, 2016 Opleiding Binnenisolatie – Module 1 Page 35
- Slides: 35