Ontwikkelingsvoorsprong hoogbegaafdheid voor pedagogisch begeleiders 26 september 2017
Ontwikkelingsvoorsprong - hoogbegaafdheid voor pedagogisch begeleiders 26 september 2017 Jan Coppieters Els De Maeyer Greet Vanhove
Bij ontwikkelingsvoorsprong – hoogbegaafdheid denk ik aan …
I. Doelen van deze studiedag • Inzichten verwerven in de complexiteit van ontwikkelingsvoorsprong of hoogbegaafdheid • Inzichten verwerven in de specifieke onderwijsbehoeften van leerlingen met ontwikkelingsvoorsprong of hoogbegaafdheid • Mogelijkheden om schoolteams hierbij te ondersteunen verkennen • Deskundigheid, ervaring en materialen delen • Afstemmen hoe je deze input deelt in je regio/congregatie
I. Inhoud I. Kennismaking, verwachtingen, doelen, inhoud, focus II. Aspecten van hoogbegaafdheid II. 1. Intelligentie II. 2. Het multifactorenmodel van Mönks II. 3. Het multifactorenmodel van Heller II. 4. Zijnskenmerken II. 5. Profielen II. 6. Andere mogelijke kenmerken III. Hoe maken we binnen ons onderwijs het verschil voor hoogbegaafden III. 1. Vitamines voor groei III. 2. Growth mindset III. 3. Taxonomie van Bloom III. 4. De kracht van feedback en leren mislukken III. 5. Ritueel: de uitdaging!
Max Wat doet ertoe voor Max? Wat heeft hij nodig? Wat werkte niet?
Max max. lacante@hotmail. com Wat doet ertoe voor Max? Wat heeft hij nodig? Wat werkte niet?
I. Hoogbegaafden in onze maatschappij Extreem succesvol
I. Hoogbegaafden in onze maatschappij De realiteit 16% behaalt een universitair diploma 30% met IQ>130 valt uit op school en op het werk 60% met IQ>140 valt uit op school en op het werk
II. Aspecten van hoogbegaafdheid II. 1. Intelligentie II. 2. Het multifactorenmodel van Mönks II. 3. Het multifactorenmodel van Heller II. 4. Zijnskenmerken II. 5. Profielen II. 6. Andere mogelijke kenmerken
II. 1. Intelligentie 12
II. 1. Intelligentie • Omvat veel verschillende functies • Gemeten aan de hand van een algemene intelligentietest • Uitgedrukt in IQ (intelligentiequotiënt) • Ontstaat uit interactie tussen omgeving en aanleg 13
II. 1. Intelligentie Normaalverdeling van intelligentie
II. 1. Intelligentie Normaalverdeling van intelligentie Een gemiddeld IQ = 100 (SD 15) Begaafd: IQ tussen 120 en 130 (top 10% van leeftijdsgroep) Hoogbegaafd: IQ tussen 130 – 145 (top 2 -3% van leeftijdsgroep) Zeer hoogbegaafd: IQ hoger dan 145 (1 op 1 000) Exceptioneel hoogbegaafd (genie): IQ hoger dan 160 (< 1 op 10 000)
II. 1. Intelligentie meten: het CHC model Raymond Cattell John L. Horn John B. Carroll Intelligentie is hiërarchisch opgebouwd, met drie niveaus 16
II. 1. Intelligentie Nice to know • Een IQ-score is een schatting van de intelligentie (meetfouten) • IQ-testen zijn niet cultuurvrij • Systematisch lagere scores bij kansarmen/allochtonen • Schaarstetheorie (Eldar Shafir en Sendhill Mullainathan)
II. 1. Intelligentie: Schaarstetheorie Eldar Shafir: “Schaarstegevoelens beheersen je aandacht en houden schaarste in stand”
II. 1. Intelligentie: Nice to know • Een IQ-score is een schatting van de intelligentie (meetfouten) • IQ-testen zijn niet cultuurvrij • Systematisch lagere scores bij kansarmen/allochtonen • Schaarstetheorie (Eldar Shafir en Sendhill Mullainathan) • Een IQ-score is een momentopname. Let op met de interpretatie ervan. • IQ heeft absoluut waarde maar geen absolute waarde • IQ-test is een hulpmiddel • Prijzen om intelligentie kan leiden tot het kwetsbare soort intellectuele zelfvertrouwen dat uiteenspat bij een mislukking
II. 2. Multifactorenmodel Mönks Ontwikkelingsgelijken
II. 3. Multifactorenmodel Heller
II. 3. Multifactorenmodel Heller Meervoudige intelligentie uitgelicht
II. 3. Multifactorenmodel Heller
II. 3. Multifactorenmodel Heller
II. 3. Multifactorenmodel Heller Besluit • Het model biedt handvatten om te onderzoeken hoe het komt dat een kind met een hoog potentieel dit soms niet omzet in sterke prestaties. • Wetenschappelijke wereld besluit: • niet alleen cognitieve aspecten bepalen hoogbegaafdheid • naast het cognitieve luik is er ook een zijnsluik met vier kenmerken
II. 3. Multifactorenmodel Heller Link met brede ontwikkeling ZILL
Onderzoekscompetentie
Gezonde en veilige levensstijl
Klein motorisch bewegen
Muzische grondhouding
Talige grondhouding
Waardengevoeligheid en normbesef
Omgaan met gevoelens en behoeften
mediavaardigheid
rekenvaardigheid
Verbondenheid
mediawijsheid
Openkomen voor geloofstaal, symboliek, rituelen
Oriëntatie op natuur
groot motorisch en interactief bewegen
inlevingsvermogen
Muzische vaardigheid
Relationele vaardigheden
identiteit
Ondernemingszin
Muzische geletterdheid
Oriëntatie op bewegingscultuur
Schriftelijke taalvaardigheid
Levensbeschouwelijke en religieuze groei
Oriëntatie op de samenleving
Oriëntatie op de ruimte
Zintuiglijke ontwikkeling
veerkracht
Engagement voor duurzaam samenleven
Levensbeschouwelijke grondhouding
Zelfregulerend vermogen
Oriëntatie op techniek
Seksueel bewustzijn
Vertrouwen versus wantrouwen, mogelijkheden en beperkingen
Ondernemingszin
II. 4. De 4 zijnskenmerken van hoogbegaafden A. Perfectionisme Het kind legt zijn/haar lat hoog, soms te hoog. →Uitdaging voor opvoeders: realistische doelen helpen stellen zonder vertrouwen te verliezen Valkuilen van perfectionisme: • blokkering (“het is toch nooit zoals ik het wil”) • workaholic gedrag (alles moet perfect zijn) • verlies van vertrouwen in volwassenen (“waarom vindt de juf dat goed, je ziet toch zo dat deze tekening in niets lijkt op het echte voorwerp? ”)
II. 4. De 4 zijnskenmerken van hoogbegaafden B. Doordenken Veel verder doordenken dan een ander kind • blijven vragen en doorgaan • associëren en redeneren lijkt nauwelijks te stoppen als iets hun interesse wegdraagt Valkuilen van doordenken: • Kan leiden tot angsten • Kind wordt (onterecht) beschreven als sociaal-emotioneel zwak (wat het dus niet is) • Kind ziet vaak sneller gevaren • Kind stuit op zaken waar het emotioneel, gezien de leeftijd en ervaring, nog niet aan toe is (het is een kwestie van verwerking van gedachten die veel verder gaan dan bij een gewoon kind).
II. 4. De 4 zijnskenmerken van hoogbegaafden C. Sterke kritische instelling • Alles en iedereen wordt doorgelicht en de interpretatie hiervan is onomkeerbaar • Door hun rijk taalgebruik brengen ze vaak zaken botweg naar voor. Valkuilen van sterke kritische instelling: • Een klein kind dat ad rem en vlot spreekt, vindt iedereen “schattig” • Maar we moeten hen aanleren HOE je iets op een aanvaardbare manier zegt (anders lopen ze het risico als jongere en volwassene arrogant en bot over te komen).
II. 4. De 4 zijnskenmerken van hoogbegaafden D. Sterke rechtvaardigheidsgevoel • Gaan erg in op zaken die ze niet “juist” en “logisch” vinden. • Hebben te snel hun oordeel klaar. • Nemen het vaak op voor zwakkeren, mensen of toestanden die ze als behartigenswaardig beschouwen. Valkuilen sterk rechtvaardigheidsgevoel: • Zich verliezen in een verloren zaak. • Overkomen als eeuwige dwarsligger. • Gebruikt worden als sociale stormram. → Toon begrip voor de pijn van een kind dat iets onrechtvaardig vindt. De pijn is voor dat kind immers een realiteit.
II. 4. De 4 zijnskenmerken van hoogbegaafden
69
II. 5. Profielen Afhankelijk van de ontwikkelingswijze van een kind ontstaan verschillende profielen van hoogbegaafde kinderen. Betts & Neihart (1988) hebben een indeling gemaakt in zes profielen van hoogbegaafde leerlingen: - gebaseerd op jarenlange praktijkervaring in begeleiding van hoogbegaafden - de omschrijving geeft het kenmerkend gedrag en welke begeleiding nodig is
II. 5. Profielen Groepswerk Elke groep krijgt de zes profielen. Oefening: 1. Bespreek de verschillende profielen 2. Geef aan welke risico’s er zijn 3. Wat kan je doen om te ondersteunen?
II. 5. Profielen A. Anna, de succesvolle leerling - presteert goed - scoort hoog op toetsen - probeert te voldoen aan de (soms hoge) verwachtingen van ouders en leerkrachten. Risico: - bij te weinig uitdaging slaat verveling toe met allerlei nare gevolgen. Te doen: - voldoende uitdaging bieden - laten merken dat ze best eens mag schitteren - op het eigen niveau aan bod laten komen in de klas - verbreding en verdieping geven - kan opeenvolgende versnellingen beperken, maar niet altijd vermijden
II. 5. Profielen B. Bay, de uitdager - bron van grijze haren - stelt regels in discussie - lijkt vaak koppig - reageert erg tactloos en te direct - stelt zich op gelijke hoogte met de leerkracht (corrigeert bv fouten die de leerkracht maakt) - soms duidelijk storend gedrag Risico: - presteert niet altijd goed - zijn creativiteit wordt vaak wel herkend - maar men mist de signalen die op hoogbegaafdheid wijzen. - deze leerlingen zijn dus wél sociaal - door hun gevoel voor humor en het spontane vaak miss of mister populair Te doen: - uitdagingen om vervelend gedrag om te zetten in iets positiefs - geef ze positieve aandacht - geef ze voldoende ruimte binnen een kader van duidelijke afspraken - geef ze een moederlijke, zorgende aanpak i. p. v. straffend op te treden – bouw een goede leerkracht-kind-relatie op.
II. 5. Profielen C. Cindy, de onderduiker - meisjes - ze passen zich aan, om geaccepteerd te worden, om niet "anders" te zijn - ze bouwen onzekerheid op Risico: - aanmoedigen tot presteren werkt in de omgekeerde richting Te doen: - zonder te veel druk speciale activiteiten aanbieden - als het meisjes zijn, zorg er dan voor dat ze kunnen opkijken naar voorbeelden van sterke vrouwen in hun omgeving - geef ze succeservaringen - prijs ze maar wees discreet
II. 5. Profielen D. Dylan, de dropout - worden vaak véél te laat herkend als hoogbegaafd - hebben al een hele lijdensweg achter de rug van steeds weer afzakken naar lagere studierichtingen, schoolveranderingen, soms gedragstherapie (doorverwijzing type 3) - gekwetste en vaak boze kinderen Risico: - vertrouwen in volwassenen en het schoolsysteem verloren op de weg van onbegrip en verkeerde aanpak Te doen: - tenminste één of enkele betekenisvolle volwassenen leren kennen die hen kan motiveren - zorg voor niet-traditionele leerervaringen
II. 5. Profielen E. Evert, de zelfstandige leerling - de zogezegde "ideale" hoogbegaafde leerling - ook voor zichzelf - is succesvol - heeft goed beeld van zijn mogelijkheden - heeft voldoende zelfsturing om op te komen voor de eigen ideeën en behoeften. - komt zelden in de problemen omwille van de hoogbegaafdheid
II. 5. Profielen F. Fatima, hoogbegaafd met leer- en/of ontwikkelingsstoornis - de leer- en/of ontwikkelingsstoornis kan het zicht op de hoogbegaafdheid vertroebelen - of de hoogbegaafdheid kan de leer- en/of ontwikkelingsstoornis camoufleren Risico: - scholen zijn veel sterker in het remediëren dan in bieden van extra uitdagingen, waardoor men zich dan wel eens (begrijpelijk natuurlijk) gaat concentreren op het mankement. Te doen: - kinderen blijven uitdagen op hun sterke kanten.
II. 5. Profielen F. Hoogbegaafd met leer- en/of ontwikkelingsstoornis Enkele voorbeelden van leer- of ontwikkelingsstoornissen die kunnen samen gaan met hoogbegaafdheid: • Dyslexie en dyscalculie • ADHD • ASS • Motorische ontwikkelingsstoornis “Intelligence is the ability to adapt to change. ” Stephen Hawking 78
II. 5. Profielen F. HB met leer- en/of ontwikkelingsstoornis, bv. ADHD OVEREENKOMSTIGE KENMERKEN ADHD HB Doorzettingsvermogen Concentratie Impulsiviteit Omgaan met autoriteit en gezag Hyperactiviteit Regels opvolgen 81
II. 5. Profielen F. HB met leer- en/of ontwikkelingsstoornis, bv. ADHD OVEREENKOMSTIGE KENMERKEN ADHD Doorzettingsvermogen Minder doorzettingsvermogen bij taken die niet tot een direct resultaat leiden HB Concentratie Impulsiviteit Omgaan met autoriteit en gezag Hyperactiviteit Regels opvolgen 82
II. 5. Profielen F. HB met leer- en/of ontwikkelingsstoornis, bv. ADHD OVEREENKOMSTIGE KENMERKEN ADHD HB Doorzettingsvermogen Minder doorzettingsvermogen bij Laag doorzettingsvermogen bij taken die niet tot een direct resultaat taken die onbelangrijk lijken leiden Concentratie Impulsiviteit Omgaan met autoriteit en gezag Hyperactiviteit Regels opvolgen 83
II. 5. Profielen F. HB met leer- en/of ontwikkelingsstoornis, bv. ADHD OVEREENKOMSTIGE KENMERKEN ADHD HB Doorzettingsvermogen Minder doorzettingsvermogen bij Laag doorzettingsvermogen bij taken die niet tot een direct resultaat taken die onbelangrijk lijken leiden Concentratieproblemen in bijna iedere situatie Impulsiviteit Omgaan met autoriteit en gezag Hyperactiviteit Regels opvolgen 84
II. 5. Profielen F. HB met leer- en/of ontwikkelingsstoornis, bv. ADHD OVEREENKOMSTIGE KENMERKEN ADHD HB Doorzettingsvermogen Minder doorzettingsvermogen bij Laag doorzettingsvermogen bij taken die niet tot een direct resultaat taken die onbelangrijk lijken leiden Concentratieproblemen in bijna iedere situatie Alleen aandacht voor interessante en uitdagende zaken Impulsiviteit Omgaan met autoriteit en gezag Hyperactiviteit Regels opvolgen 85
II. 5. Profielen F. HB met leer- en/of ontwikkelingsstoornis, bv. ADHD OVEREENKOMSTIGE KENMERKEN ADHD HB Doorzettingsvermogen Minder doorzettingsvermogen bij Laag doorzettingsvermogen bij taken die niet tot een direct resultaat taken die onbelangrijk lijken leiden Concentratieproblemen in bijna iedere situatie Impulsiviteit Impulsief en op zoek naar onmiddellijke behoeftebevrediging Alleen aandacht voor interessante en uitdagende zaken Omgaan met autoriteit en gezag Hyperactiviteit Regels opvolgen 86
II. 5. Profielen F. HB met leer- en/of ontwikkelingsstoornis, bv. ADHD OVEREENKOMSTIGE KENMERKEN ADHD HB Doorzettingsvermogen Minder doorzettingsvermogen bij Laag doorzettingsvermogen bij taken die niet tot een direct resultaat taken die onbelangrijk lijken leiden Concentratieproblemen in bijna iedere situatie Alleen aandacht voor interessante en uitdagende zaken Impulsiviteit Impulsief en op zoek naar onmiddellijke behoeftebevrediging Intellectuele vermogen ontwikkelt sneller en sterker dan het kritisch vermogen Omgaan met autoriteit en gezag Hyperactiviteit Regels opvolgen 87
II. 5. Profielen F. HB met leer- en/of ontwikkelingsstoornis, bv. ADHD OVEREENKOMSTIGE KENMERKEN ADHD HB Doorzettingsvermogen Minder doorzettingsvermogen bij Laag doorzettingsvermogen bij taken die niet tot een direct resultaat taken die onbelangrijk lijken leiden Concentratieproblemen in bijna iedere situatie Alleen aandacht voor interessante en uitdagende zaken Impulsiviteit Impulsief en op zoek naar onmiddellijke behoeftebevrediging Intellectuele vermogen ontwikkelt sneller en sterker dan het kritisch vermogen Omgaan met autoriteit en gezag Moeite met acceptatie van autoriteit en gezag Hyperactiviteit Regels opvolgen 88
II. 5. Profielen F. HB met leer- en/of ontwikkelingsstoornis, bv. ADHD OVEREENKOMSTIGE KENMERKEN ADHD HB Doorzettingsvermogen Minder doorzettingsvermogen bij Laag doorzettingsvermogen bij taken die niet tot een direct resultaat taken die onbelangrijk lijken leiden Concentratieproblemen in bijna iedere situatie Alleen aandacht voor interessante en uitdagende zaken Impulsiviteit Impulsief en op zoek naar onmiddellijke behoeftebevrediging Intellectuele vermogen ontwikkelt sneller en sterker dan het kritisch vermogen Omgaan met autoriteit en gezag Moeite met acceptatie van autoriteit en gezag Durft autoriteit ter discussie te stellen, verleent autoriteit bij verdienste Hyperactiviteit Regels opvolgen 89
II. 5. Profielen F. HB met leer- en/of ontwikkelingsstoornis, bv. ADHD OVEREENKOMSTIGE KENMERKEN ADHD HB Doorzettingsvermogen Minder doorzettingsvermogen bij Laag doorzettingsvermogen bij taken die niet tot een direct resultaat taken die onbelangrijk lijken leiden Concentratieproblemen in bijna iedere situatie Alleen aandacht voor interessante en uitdagende zaken Impulsiviteit Impulsief en op zoek naar onmiddellijke behoeftebevrediging Intellectuele vermogen ontwikkelt sneller en sterker dan het kritisch vermogen Omgaan met autoriteit en gezag Moeite met acceptatie van autoriteit en gezag Durft autoriteit ter discussie te stellen, verleent autoriteit bij verdienste Hyperactiviteit Rusteloos en bovenmatig actief Regels opvolgen 90
II. 5. Profielen F. HB met leer- en/of ontwikkelingsstoornis, bv. ADHD OVEREENKOMSTIGE KENMERKEN ADHD HB Doorzettingsvermogen Minder doorzettingsvermogen bij Laag doorzettingsvermogen bij taken die niet tot een direct resultaat taken die onbelangrijk lijken leiden Concentratieproblemen in bijna iedere situatie Alleen aandacht voor interessante en uitdagende zaken Impulsiviteit Impulsief en op zoek naar onmiddellijke behoeftebevrediging Intellectuele vermogen ontwikkelt sneller en sterker dan het kritisch vermogen Omgaan met autoriteit en gezag Moeite met acceptatie van autoriteit en gezag Durft autoriteit ter discussie te stellen, verleent autoriteit bij verdienste Hyperactiviteit Rusteloos en bovenmatig actief Behoefte aan uitdagende activiteiten Regels opvolgen 91
II. 5. Profielen F. HB met leer- en/of ontwikkelingsstoornis, bv. ADHD OVEREENKOMSTIGE KENMERKEN ADHD HB Doorzettingsvermogen Minder doorzettingsvermogen bij Laag doorzettingsvermogen bij taken die niet tot een direct resultaat taken die onbelangrijk lijken leiden Concentratieproblemen in bijna iedere situatie Alleen aandacht voor interessante en uitdagende zaken Impulsiviteit Impulsief en op zoek naar onmiddellijke behoeftebevrediging Intellectuele vermogen ontwikkelt sneller en sterker dan het kritisch vermogen Omgaan met autoriteit en gezag Moeite met acceptatie van autoriteit en gezag Durft autoriteit ter discussie te stellen, verleent autoriteit bij verdienste Hyperactiviteit Rusteloos en bovenmatig actief Behoefte aan uitdagende activiteiten Regels opvolgen Moeizaam regels opvolgen 92
II. 5. Profielen F. HB met leer- en/of ontwikkelingsstoornis, bv. ADHD OVEREENKOMSTIGE KENMERKEN ADHD HB Doorzettingsvermogen Minder doorzettingsvermogen bij Laag doorzettingsvermogen bij taken die niet tot een direct resultaat taken die onbelangrijk lijken leiden Concentratieproblemen in bijna iedere situatie Alleen aandacht voor interessante en uitdagende zaken Impulsiviteit Impulsief en op zoek naar onmiddellijke behoeftebevrediging Intellectuele vermogen ontwikkelt sneller en sterker dan het kritisch vermogen Omgaan met autoriteit en gezag Moeite met acceptatie van autoriteit en gezag Durft autoriteit ter discussie te stellen, verleent autoriteit bij verdienste Hyperactiviteit Rusteloos en bovenmatig actief Behoefte aan uitdagende activiteiten Regels opvolgen Moeizaam regels opvolgen Durft regels en tradities in twijfel trekken 93
II. 5. Profielen F. HB met leer- en/of ontwikkelingsstoornis, bv. ASS OVEREENKOMSTIGE KENMERKEN ASS HB Taalgebruik Kennisgebieden Creativiteit Sociale relaties Angsten Communicatie 94
II. 5. Profielen F. HB met leer- en/of ontwikkelingsstoornis, bv. ASS OVEREENKOMSTIGE KENMERKEN ASS Taalgebruik Gekunsteld taalgebruik, boekentaal, moeilijk onderscheiden van letterlijke en figuurlijke betekenis HB Kennisgebieden Creativiteit Sociale relaties Angsten Communicatie 95
II. 5. Profielen F. HB met leer- en/of ontwikkelingsstoornis, bv. ASS OVEREENKOMSTIGE KENMERKEN ASS HB Taalgebruik Gekunsteld taalgebruik, boekentaal, moeilijk onderscheiden van letterlijke en figuurlijke betekenis Verbaal sterk, logisch redeneren, correcte uitgangspunten en spelen met taal Kennisgebieden Creativiteit Sociale relaties Angsten Communicatie 96
II. 5. Profielen F. HB met leer- en/of ontwikkelingsstoornis, bv. ASS OVEREENKOMSTIGE KENMERKEN ASS HB Taalgebruik Gekunsteld taalgebruik, boekentaal, moeilijk onderscheiden van letterlijke en figuurlijke betekenis Verbaal sterk, logisch redeneren, correcte uitgangspunten en spelen met taal Kennisgebieden Beperkte kennisgebieden, niet flexibel omgaan met kennis, obsessieve kennisverwerving en stereotiep gedrag Creativiteit Sociale relaties Angsten Communicatie 97
II. 5. Profielen F. HB met leer- en/of ontwikkelingsstoornis, bv. ASS OVEREENKOMSTIGE KENMERKEN ASS HB Taalgebruik Gekunsteld taalgebruik, boekentaal, moeilijk onderscheiden van letterlijke en figuurlijke betekenis Verbaal sterk, logisch redeneren, correcte uitgangspunten en spelen met taal Kennisgebieden Beperkte kennisgebieden, niet flexibel omgaan met kennis, obsessieve kennisverwerving en stereotiep gedrag Brede en diepgaande algemene kennis op diverse gebieden, verworven kennis in een breed kennisnetwerk Creativiteit Sociale relaties Angsten Communicatie 98
II. 5. Profielen F. HB met leer- en/of ontwikkelingsstoornis, bv. ASS OVEREENKOMSTIGE KENMERKEN ASS HB Taalgebruik Gekunsteld taalgebruik, boekentaal, moeilijk onderscheiden van letterlijke en figuurlijke betekenis Verbaal sterk, logisch redeneren, correcte uitgangspunten en spelen met taal Kennisgebieden Beperkte kennisgebieden, niet flexibel omgaan met kennis, obsessieve kennisverwerving en stereotiep gedrag Brede en diepgaande algemene kennis op diverse gebieden, verworven kennis in een breed kennisnetwerk Creativiteit Paniek bij open opdrachten, gebrek aan creatief denken Sociale relaties Angsten Communicatie 99
II. 5. Profielen F. HB met leer- en/of ontwikkelingsstoornis, bv. ASS OVEREENKOMSTIGE KENMERKEN ASS HB Taalgebruik Gekunsteld taalgebruik, boekentaal, moeilijk onderscheiden van letterlijke en figuurlijke betekenis Verbaal sterk, logisch redeneren, correcte uitgangspunten en spelen met taal Kennisgebieden Beperkte kennisgebieden, niet flexibel omgaan met kennis, obsessieve kennisverwerving en stereotiep gedrag Brede en diepgaande algemene kennis op diverse gebieden, verworven kennis in een breed kennisnetwerk Creativiteit Paniek bij open opdrachten, gebrek aan creatief denken Houden van open vraagstelling en zijn creatief Sociale relaties Angsten Communicatie 100
II. 5. Profielen F. HB met leer- en/of ontwikkelingsstoornis, bv. ASS OVEREENKOMSTIGE KENMERKEN ASS HB Taalgebruik Gekunsteld taalgebruik, boekentaal, moeilijk onderscheiden van letterlijke en figuurlijke betekenis Verbaal sterk, logisch redeneren, correcte uitgangspunten en spelen met taal Kennisgebieden Beperkte kennisgebieden, niet flexibel omgaan met kennis, obsessieve kennisverwerving en stereotiep gedrag Brede en diepgaande algemene kennis op diverse gebieden, verworven kennis in een breed kennisnetwerk Creativiteit Paniek bij open opdrachten, gebrek aan creatief denken Houden van open vraagstelling en zijn creatief Sociale relaties Zwakke sociale vaardigheden en zwak empathisch vermogen Angsten Communicatie 101
II. 5. Profielen F. HB met leer- en/of ontwikkelingsstoornis, bv. ASS OVEREENKOMSTIGE KENMERKEN ASS HB Taalgebruik Gekunsteld taalgebruik, boekentaal, moeilijk onderscheiden van letterlijke en figuurlijke betekenis Verbaal sterk, logisch redeneren, correcte uitgangspunten en spelen met taal Kennisgebieden Beperkte kennisgebieden, niet flexibel omgaan met kennis, obsessieve kennisverwerving en stereotiep gedrag Brede en diepgaande algemene kennis op diverse gebieden, verworven kennis in een breed kennisnetwerk Creativiteit Paniek bij open opdrachten, gebrek aan creatief denken Houden van open vraagstelling en zijn creatief Sociale relaties Zwakke sociale vaardigheden en zwak empathisch vermogen Hebben soms moeite met aangaan van sociale relaties met leeftijdsgenoten Angsten Communicatie 102
II. 5. Profielen F. HB met leer- en/of ontwikkelingsstoornis, bv. ASS OVEREENKOMSTIGE KENMERKEN ASS HB Taalgebruik Gekunsteld taalgebruik, boekentaal, moeilijk onderscheiden van letterlijke en figuurlijke betekenis Verbaal sterk, logisch redeneren, correcte uitgangspunten en spelen met taal Kennisgebieden Beperkte kennisgebieden, niet flexibel omgaan met kennis, obsessieve kennisverwerving en stereotiep gedrag Brede en diepgaande algemene kennis op diverse gebieden, verworven kennis in een breed kennisnetwerk Creativiteit Paniek bij open opdrachten, gebrek aan creatief denken Houden van open vraagstelling en zijn creatief Sociale relaties Zwakke sociale vaardigheden en zwak empathisch vermogen Hebben soms moeite met aangaan van sociale relaties met leeftijdsgenoten Angsten Verhoogde kans op angsten en/of dwangneuroses Communicatie 103
II. 5. Profielen F. HB met leer- en/of ontwikkelingsstoornis, bv. ASS OVEREENKOMSTIGE KENMERKEN ASS HB Taalgebruik Gekunsteld taalgebruik, boekentaal, moeilijk onderscheiden van letterlijke en figuurlijke betekenis Verbaal sterk, logisch redeneren, correcte uitgangspunten en spelen met taal Kennisgebieden Beperkte kennisgebieden, niet flexibel omgaan met kennis, obsessieve kennisverwerving en stereotiep gedrag Brede en diepgaande algemene kennis op diverse gebieden, verworven kennis in een breed kennisnetwerk Creativiteit Paniek bij open opdrachten, gebrek aan creatief denken Houden van open vraagstelling en zijn creatief Sociale relaties Zwakke sociale vaardigheden en zwak empathisch vermogen Hebben soms moeite met aangaan van sociale relaties met leeftijdsgenoten Angsten Verhoogde kans op angsten en/of dwangneuroses Verhoogde kans op faalangst Communicatie 104
II. 5. Profielen F. HB met leer- en/of ontwikkelingsstoornis, bv. ASS OVEREENKOMSTIGE KENMERKEN ASS HB Taalgebruik Gekunsteld taalgebruik, boekentaal, moeilijk onderscheiden van letterlijke en figuurlijke betekenis Verbaal sterk, logisch redeneren, correcte uitgangspunten en spelen met taal Kennisgebieden Beperkte kennisgebieden, niet flexibel omgaan met kennis, obsessieve kennisverwerving en stereotiep gedrag Brede en diepgaande algemene kennis op diverse gebieden, verworven kennis in een breed kennisnetwerk Creativiteit Paniek bij open opdrachten, gebrek aan creatief denken Houden van open vraagstelling en zijn creatief Sociale relaties Zwakke sociale vaardigheden en zwak empathisch vermogen Hebben soms moeite met aangaan van sociale relaties met leeftijdsgenoten Angsten Verhoogde kans op angsten en/of dwangneuroses Verhoogde kans op faalangst Communicatie Gebrek aan communicatieve diepgang 105
II. 5. Profielen F. HB met leer- en/of ontwikkelingsstoornis, bv. ASS OVEREENKOMSTIGE KENMERKEN ASS HB Taalgebruik Gekunsteld taalgebruik, boekentaal, moeilijk onderscheiden van letterlijke en figuurlijke betekenis Verbaal sterk, logisch redeneren, correcte uitgangspunten en spelen met taal Kennisgebieden Beperkte kennisgebieden, niet flexibel omgaan met kennis, obsessieve kennisverwerving en stereotiep gedrag Brede en diepgaande algemene kennis op diverse gebieden, verworven kennis in een breed kennisnetwerk Creativiteit Paniek bij open opdrachten, gebrek aan creatief denken Houden van open vraagstelling en zijn creatief Sociale relaties Zwakke sociale vaardigheden en zwak empathisch vermogen Hebben soms moeite met aangaan van sociale relaties met leeftijdsgenoten Angsten Verhoogde kans op angsten en/of dwangneuroses Verhoogde kans op faalangst Communicatie Gebrek aan communicatieve diepgang Kunnen misplaatste communicatie bijsturen 106
II. 5. Profielen Besluit: • kinderen evolueren, een bepaald "type" ben je niet voor het leven • een goede begeleiding thuis en op school kan de scherpste kantjes vermijden • een goede begeleiding thuis en op school kan de kinderen helpen evolueren naar een evenwicht dat best is voor henzelf ONVOORWAARDELIJKE AANVAARDING – RESPECT – VERTROUWEN – GELOVEN IN (Edison)
II. 6. Andere kenmerken van hoogbegaafden • • • Actiever, doet meer en met meer inzet Eindeloze energie Vroegtijdige taalontwikkeling Enorm geheugen Leergierig Concentratievermogen Zelfstandig Is zich bewust van leven en dood Uitgesproken wiskundig inzicht Op zoek gaan naar ontwikkelingsgelijken Een sterk gevoel voor humor
III. Hoe kunnen we binnen ons onderwijs het verschil maken voor hoogbegaafden? Alle kenmerken en modellen creëren kansen om hoogbegaafde leerlingen in hun ontwikkeling te ondersteunen. Voorwaarden: • Het hele schoolteam bezit deze kennis en onderschrijft de visie van ondersteunen en begeleiden. • De visie om hoogbegaafden te coachen maakt onderdeel uit van de schooleigen visie op zorg. • Deze visie wordt transparant gemaakt voor alle stakeholders (team, ouders en leerlingen).
III. Hoe kunnen we binnen ons onderwijs het verschil maken voor hoogbegaafden?
III. Hoe kunnen we binnen ons onderwijs het verschil maken voor hoogbegaafden? III. 1. Vitamines van groei III. 2. Growth mindset III. 3. Taxonomie van Bloom III. 4. De kracht van feedback en leren mislukken III. 5. Ritueel: de uitdaging!
III. Hoe kunnen we binnen ons onderwijs het verschil maken voor hoogbegaafden? III. 1. Vitamines van groei: ABC Universele basisbehoeften • Behoefte aan Autonomie • Jezelf mogen zijn, vrijwilligheid, psychologische vrijheid, …. • Behoefte aan ver. Bondeheid • Geliefd worden, zorg dragen, warme band, … • Behoefte aan Competentie • Bekwaam zijn, doelen bereiken, zich ontplooien BRON: Vansteenkiste, M. & Soenens, B (2015). Vitamines voor groei. Acco Uitgeverij.
III. Hoe kunnen we binnen ons onderwijs het verschil maken voor hoogbegaafden? III. 2. Growth mindset http: //www. youtube. com/watch? v=26 h 02 O 1 B 3 eo Carol Dweck Professor Psychologie aan de Stanford University
III. Hoe kunnen we binnen ons onderwijs het verschil maken voor hoogbegaafden? III. 2. Growth mindset
III. Hoe kunnen we binnen ons onderwijs het verschil maken voor hoogbegaafden? III. 2. Growth mindset
III. Hoe kunnen we binnen ons onderwijs het verschil maken voor hoogbegaafden? III. 2. Growth mindset
III. 2. Growth mindset Fixed mindset Growth mindset
III. 2. Growth mindset Fixed mindset • Mijn intelligentie/talent is een vast gegeven Growth mindset
III. 2. Growth mindset Fixed mindset • Mijn intelligentie/talent is een vast gegeven • Mijn prestaties onthullen hoe intelligent/getalenteerd ik ben Growth mindset
III. 2. Growth mindset Fixed mindset • Mijn intelligentie/talent is een vast gegeven • Mijn prestaties onthullen hoe intelligent/getalenteerd ik ben • Ik zorg er maar beter voor dat ik slim/getalenteerd overkom Growth mindset
III. 2. Growth mindset Fixed mindset • Mijn intelligentie/talent is een vast gegeven • Mijn prestaties onthullen hoe intelligent/getalenteerd ik ben • Ik zorg er maar beter voor dat ik slim/getalenteerd overkom Growth mindset • Mijn intelligentie/talent kan ik verder ontwikkelen
III. 2. Growth mindset Fixed mindset Growth mindset • Mijn intelligentie/talent is • Mijn intelligentie/talent kan • Mijn prestaties onthullen • Mijn prestaties geven weer een vast gegeven ik verder ontwikkelen hoe intelligent/getalenteerd hoe ik het op dit moment al ik ben kan • Ik zorg er maar beter voor dat ik slim/getalenteerd overkom
III. 2. Growth mindset Fixed mindset Growth mindset • Mijn intelligentie/talent is • Mijn intelligentie/talent kan • Mijn prestaties onthullen • Mijn prestaties geven weer • Ik zorg er maar beter voor • Ik wil graag bijleren en een vast gegeven ik verder ontwikkelen hoe intelligent/getalenteerd hoe ik het op dit moment al ik ben kan dat ik slim/getalenteerd overkom slimmer/getalenteerd worden
III. 2. Growth mindset Fixed mindset Regel 1: Zorg dat je altijd verstandig overkomt. Als dat niet kan, doe de opdracht dan niet. Growth mindset
III. 2. Growth mindset Fixed mindset Regel 1: Zorg dat je altijd verstandig overkomt. Als dat niet kan, doe de opdracht dan niet. Growth mindset Regel 1: Leer, leer: 'zeg me wanneer ik fout ben, want ik wil leren’
III. 2. Growth mindset Fixed mindset Regel 1: Zorg dat je altijd verstandig overkomt. Als dat niet kan, doe de opdracht dan niet. Regel 2: Inspanningen leveren is een vies woord. Growth mindset Regel 1: Leer, leer: 'zeg me wanneer ik fout ben, want ik wil leren’
III. 2. Growth mindset Fixed mindset Growth mindset Regel 1: Zorg dat je altijd verstandig overkomt. Als dat niet kan, doe de opdracht dan niet. Regel 1: Leer, leer: 'zeg me wanneer ik fout ben, want ik wil leren' Regel 2: Inspanningen leveren is een vies woord. Regel 2: Hard werken is de sleutel
III. 2. Growth mindset Fixed mindset Growth mindset Regel 1: Zorg dat je altijd verstandig overkomt. Als dat niet kan, doe de opdracht dan niet. Regel 1: Leer, leer: 'zeg me wanneer ik fout ben, want ik wil leren' Regel 2: Inspanningen leveren is een vies woord. Regel 2: Hard werken is de sleutel Regel 3 Verberg je fouten. Falen betekent: je hebt het niet.
III. 2. Growth mindset Fixed mindset Growth mindset Regel 1: Zorg dat je altijd verstandig overkomt. Als dat niet kan, doe de opdracht dan niet. Regel 1: Leer, leer: 'zeg me wanneer ik fout ben, want ik wil leren' Regel 2: Inspanningen leveren is een vies woord. Regel 2: Hard werken is de sleutel Regel 3 Verberg je fouten. Falen betekent: je hebt het niet. Regel 3 Fouten zijn menselijk. Ik gebruik ze om eruit te leren.
III. 2. Growth mindset The effect of praise on mindset
III. 2. Growth mindset Prijs kinderen om hun inspanningen, niet om hun intelligentie! Leg de nadruk op het leren, niet op de punten!
Benjamin Zander How to give an A https: // https www. youtube. com/watch? v=q. TKEByg. Qic 0
Mandy Harvey: Deaf Singer Earns Simon's Golden Buzzer With Original Song America's Got Talent 2017
III. Hoe kunnen we binnen ons onderwijs het verschil maken voor hoogbegaafden? III. 2. Growth mindset Mensen met een growth mindset: - Staan meer open voor uitdagingen en constructieve, kritische feedback - Gaan veerkrachtiger om met tegenslag en dingen die niet meteen lukken - Geloven sterker dat de eigen inzet het verschil kan maken - Schrijven hun succes en mislukkingen eerder toe aan hun inzet dan hun aangeboren talent - Kunnen beter met en van anderen leren - Hebben meer kans om de top te halen en daar te blijven
III. Hoe kunnen we binnen ons onderwijs het verschil maken voor hoogbegaafden? III. 2. Growth mindset De nadruk leggen op intelligentie geeft altijd een nadelig resultaat: → weinig zelfkennis (cfr audities van Idols) → geen vertrouwen of veerkracht → weinig leerstrategieën → fixed mindset
III. Hoe kunnen we binnen ons onderwijs het verschil maken voor hoogbegaafden? III. 2. Growth mindset Is mindset waarneembaar? Lees onderstaande zinnen en omcirkel het getal dat aangeeft in hoeverre je het ermee eens bent. Er zijn geen goede of slechte antwoorden. Je hebt een bepaalde hoeveelheid intelligentie en je kunt niet veel doen om dat te veranderen. 1 2 3 4 5 6 Je intelligentie is iets van jezelf waar je niet veel aan kunt veranderen. 1 2 3 4 5 6 Je kunt nieuwe dingen leren, maar je kunt je basisintelligentie niet echt veranderen. 1 2 3 4 5 6
http: //blog. mindsetworks. com/what-s-my-mindset? view=quiz
III. Hoe kunnen we binnen ons onderwijs het verschil maken voor hoogbegaafden? III. 2. Growth mindset Bereken de gemiddelde score: Score van 4 tot 6 = Growth mindset Score van 1 tot 3 = Fixed mindset Wil jij je mindset veranderen?
III. Hoe kunnen we binnen ons onderwijs het verschil maken voor hoogbegaafden? III. 3. Taxonomie van Bloom ontdekte - lagere denkvaardigheden en hogere denkvaardigheden - elk volgend denkvermogen is complexer - het is een dynamisch systeem - het gaat tussen denken en handelen Besluit: voor je iets begrijpt moet je het kunnen herinneren en voor je het kunt toepassen moet je het begrijpen
III. Hoe kunnen we binnen ons onderwijs het verschil maken voor hoogbegaafden? III. 3. Taxonomie van Bloom Nice to know: De taxonomie is naar de huidige maatschappij aangepast: • onthouden = weten waar je welke info kan vinden • communicatie en samenwerking zijn als belangrijke elementen opgenomen Denkvaardigheden van lagere orde: Begrijpen – herhalen en samenvatten Denkvaardigheden van hogere orde: Kritisch denken – probleemoplossend denken – uitlokken van discussie – zelfstandig op zoek gaan naar info – stimuleren Zie ZILLL Alle lessen die rekening houden met de verschillende leerniveaus geven uitdaging aan sterke kinderen maar ook aan alle andere kinderen!
III. Hoe kunnen we binnen ons onderwijs het verschil maken voor hoogbegaafden? III. 4. De kracht van feedback en leren mislukken Waar Feedga ik up heen? Hoe Feeddicht ik forward de kloof? Waar Feedben ik back nu?
III. Hoe kunnen we binnen ons onderwijs het verschil maken voor hoogbegaafden? III. 4. De kracht van feedback en leren mislukken Elke vraag kan op vier niveaus worden gesteld Taakniveau Procesniveau Zelfregulerend niveau Niveau van de persoon
III. Hoe kunnen we binnen ons onderwijs het verschil maken voor hoogbegaafden? III. 4. De kracht van feedback en leren mislukken "Ik heb meer dan negenduizend keer misgeschoten in mijn carrière als basketballer. Ik heb bijna driehonderd wedstrijden verloren. Zesentwintig keer kon ik de winnende treffer scoren, maar miste ik. Ik mislukte telkens en steeds weer in mijn leven. En daarom ben ik geslaagd. “ (Michael Jordan)
III. Hoe kunnen we binnen ons onderwijs het verschil maken voor hoogbegaafden? III. 4. De kracht van feedback en leren mislukken Fouten bijhouden: - In een logboek: welke fout heb je gemaakt? Waarom was deze nuttig? Wat heb je ervan geleerd? - aparte opdrachten geven waarbij ze beseffen wat het is om fouten te maken en eruit te leren. Vb: voetballen met je andere voet, opzoeken hoe laatbloeiers de top toch bereikt hebben: JK Rowling, Einstein, Churchill, enz
III. Hoe kunnen we binnen ons onderwijs het verschil maken voor hoogbegaafden? III. 5. De uitdaging Elke uitstekende les hoort een uitdaging te bevatten (is onderdeel van een rijke leeromgeving). Sherman en Key (1932) “Kinderen ontwikkelen zich in zoverre als hun omgeving dat van hen vraagt. ”
III. Hoe kunnen we binnen ons onderwijs het verschil maken voor hoogbegaafden? III. 5. De uitdaging Uitdagen = bewust oefenen = zich inzetten - Uitdagingen die uitstijgen boven het huidige prestatieniveau - Binnen een veilige en optimale leeromgeving - Met directe feedback - Door herhaling zich kunnen verbeteren Nice to know Oefenen van wat je al kan heeft geen zin. Enkel je richten op wat moeilijker is en verder reikt dan ons bereik.
III. Hoe kunnen we binnen ons onderwijs het verschil maken voor hoogbegaafden? III. 5. De uitdaging Een uitdaging: - Doet een beroep op creativiteit - Bevat open opdrachten - Heeft een hoge mate van complexiteit - Stimuleert een onderzoekende houding - Lokt een reflectieve houding uit - Lokt interactie uit - ….
III. Hoe kunnen we binnen ons onderwijs het verschil maken voor hoogbegaafden? III. 5. De uitdaging: aan de slag We verdelen ons in vier groepen. Twee groepen gaan de slag om een brug te bouwen. Twee groepen observeren en registreren wat er gebeurt. Kijk vanuit: - Vitamines van groei, - Growth mindset, - Taxonomie van Bloom, - De kracht van feedback en leren mislukken.
III. Hoe kunnen we binnen ons onderwijs het verschil maken voor hoogbegaafden? III. 5. De uitdaging: aan de slag Opdracht: bouw met je groep een brug - Met 20 vellen A 3 -papier - Tussen 2 tafels die 35 cm uit elkaar staan - De vlakke brug moet de afstand tussen de 2 tafels overspannen, mag niet aan de tafels worden vastgeplakt, mag niet op een andere manier worden ondersteund of opgehangen. - De brug moet ten minste 20 cm breed zijn. - Na 10 tot 15 minuten komen we langs om te bepalen hoe sterk de brug is. We leggen een gewicht van 1 kg dwars op het midden van de brug. De brug moet zo geconstrueerd zijn dat het gewicht niet kan wegglijden en dat de brug niet meteen instort.
III. Hoe kunnen we binnen ons onderwijs het verschil maken voor hoogbegaafden? III. 5. De uitdaging: aan de slag 1. Bruggenbouwers 2. Observatoren: • Vitamines van groei: autonomie, verbondenheid en competentie • Growth mindset • Taxonomie van Bloom • De kracht van feedback en leren mislukken
III. 5. Uitdaging: Max Wat moet, volgens Max, een leerkracht doen om alle leerlingen tot leren te brengen?
Meer weten? www. prodiagnostiek. be www. bekina. org www. eduratio. be www. hoogbegaafd. nl www. hoogbegaafdvlaanderen. be www. letop. be www. mensa. be www. ond. vlaanderen. be www. migent. be http: //members. home. nl/stoffele/infohoogbegaafd. htm#Hoogbegaaf dheid http: //www. hoogbegaafd-uitgedaagd. nl/ http: //hoogbloeier. be/ http: //platformmindset. nl/ Youtube: afspeellijst talentenlab
http: //www. youtube. com/watch? v=2 x 3 z. Kx 5 NRfo
Zijn er nog verwachtingen of noden?
- Slides: 157