OBSERVEREN EN RAPPORTEREN Lesweek 3 DEZE LES Methoden

OBSERVEREN EN RAPPORTEREN Lesweek 3

DEZE LES Methoden: � � � Kwalitatief en kwantitatief Continue observatie Intervalobservatie Event sampling Participerend en niet-participerend observeren Registratiehulpmiddelen Oefenen met observeren Wikiwijs: http: //maken. wikiwijs. nl/60861/Observeren___Rapporter en

TEST YOUR AWERENESS: WHODUNNIT? https: //www. youtube. com/watch? v=ub. NF 9 QNEQLA

METHODEN Kwalitatief: � Kwantitatief: � Hoe vaak komt bepaald gedrag voor? Continue observatie: � � Je geeft de inhoud van het gedrag weer. Voortdurend observeren Gebruiken als je weet dat er iets aan de hand is, maar nog niet concreet wat precies. Intervalobservatie: � Observeren met een interval tussen de observaties.

METHODEN Event sampling = gebeurtenis observeren � Nagaan hoe vaak een bepaalde gebeurtenis zich voordoet. Participerend observeren: je maakt zelf deel uit van de observatie. � Als je als enige begeleider aanwezig bent. � Als je zelf deel uitmaakt van de onderzoeksvraag. � Nadeel: kans dat je niet alles waarneemt. Niet-participerend observeren

REGISTRATIEHULPMIDDELEN Beschrijvende observatie: � Alles opschrijven wat je opvalt. � Wordt vaak gebruikt bij continue observatie. � Nadeel: kost veel tijd en minder betrouwbaar.

REGISTRATIEHULPMIDDELEN Observatieschema: � Bevat gedragskenmerken die je kunt aankruisen of turven. � Voordelen: werkt snel, makkelijk te verwerken en te vergelijken. � Nadeel: je bekijkt het gedrag niet in samenhang met de omgeving.