nfectiebeheersing bij werken n zorginstellingen CONSENSUSDOCUMENTEN HGR 8580
nfectiebeheersing bij werken n zorginstellingen CONSENSUSDOCUMENTEN HGR 8580 (2013) Dia’s gerealiseerd door mevr. Taminiau, mevr. Louis en mevr. Baltes van de HGR
BESTAANDE CONSENSUSDOCUMENTE N 1. Stofdichte afscherming – afzondering van de werfzone 2. Muren, vloeren en plafonds 3. Bekledingen 4. Meubilair en toebehoren 5. De sanitaire cel a) b) c) d) de badkamer en het bad de spoelbak en wastafel de douche de WC
BESTAANDE CONSENSUSDOCUMENTE N 6. Opslaglokaal in de verpleegeenheden voor ziekenhuisafval en vuil linnen 7. Utility-lokaal 8. De bedpanspoeler 9. De opslagplaats voor schoon of steriel materiaal
BESTAANDE CONSENSUSDOCUMENTE N 10. Schoonmaakberging in de verzorgingseenheid 11. Verwarming, verluchting en airconditioning 12. Bestrijding van insecten en schadelijke of ongewenste dieren
1. Stofdichte afscherming – afzondering van de werfzone Wanneer? Risico-matrix op niveau 3 of 4 Waarom? • Stofverspreiding voorkomen • Werfzone afzonderen
1. Stofdichte afscherming – afzondering van de werfzone Kenmerken • Vormvast • Schokbestendig • Stofdicht • Luchtdicht • Bedekt, aan de werfzijde, met een dekzeil • geplastificeerd, van vloer tot plafond • vastgemaakt op de vloer, het plafond en de zijkanten, • met dichtgestopte voegen
1. Stofdichte afscherming – afzondering van de werfzone Raadgevingen • Een dubbel plafond maken met een dekzeil volgens hetzelfde principe als de wand, indien nodig • Stofwanden buiten de werklokalen klaarmaken • Fysieke integriteit van de wand regelmatig nakijken in de loop van de werkzaamheden • vóór het opstarten van de werf door TZHH • in de loop van de werf en regelmatig • Niet gebruikte deur(en) sluiten en aan beide zijden stofdicht maken • Vensters van de aanpalende ruimten sluiten • Ventilatie van de werflokalen stopzetten
1. Stofdichte afscherming – afzondering van de werfzone Bijzonderheid: de stofwand met werfdeur(en) • Kenmerken en raadgevingen identiek aan die voor wanden zonder deur • Fysieke integriteit van de deur nakijken tijdens de werken • De deur tijdens de werken hermetisch sluiten • Een stofmat voor de buitendeur van de werf leggen en dagelijks onderhouden • De deur zo weinig mogelijk openen
2. Muren, vloeren en plafonds: A. Oppervlakte van de muren en de vloeren Kenmerken van de materiaalsoort waarmee de oppervlakt e van de muren en de vloeren bekleed is: • • glad zonder bewapening waterdicht gemakkelijk te reinigen en te ontsmetten • bestand tegen detergentia en ontsmettingsmiddel en • schokbestendig
2. Muren, vloeren en plafonds: A. Oppervlakte van de muren en vloeren • afgeronde hoeken Oppervlakt e van de muren en vloeren met • plinttegels: • hoog opstaand • gemakkelijk te reinigen • stofophoping vermijden • buizen in de wanden
2. Muren, vloeren en plafonds: B. Structuur van de gebruikte materialen • • Synthetische • bekleding: • Niet-poreus (vinyl) Aantal voegen beperken Randvoegen zijn VERBODEN Voegen thermisch solderen VLOEREN • Bij voorkeur identieke Synthetische bekleding als voor de vloer bekleding: MUREN
2. Muren, vloeren en plafonds: B. Structuur van de gebruikte materialen • Vochtbestendige platen Gipsplaten Tegelvloer • Grote afmetingen • Zonder zichtbare voegen • Afdichting
2. Muren, vloeren en plafonds : C. (vals) plafond • Glad oppervlak • Gemakkelijk te reinigen (vals) plafond • Vochtbestendig • Bv. afwasbare minerale wol
3. Bekledingen 1. De valse plafonds 2. De muren 3. De vloeren 4. De voegen 5. De bekledingen van deuren en deuropeningen
3. De bekledingen: A. Valse plafonds Kenmerken van het materiaal • vormvast • glad • waterdicht • afwasbaar • geen vrijgave van stofdeeltjes • gemakkelijk vervangbaar Koude plafonds • om de kamers in de zomer af te koelen
3. De bekledingen: A. Valse plafonds • Naargelang de bestemming: Geen bijzondere voorschriften • Kantoren • Seminariezalen Glad, afwasbaar en niet poreus • Laboratorium • Operatiezaal Gedeeltelijk demonteerbaar • Gang • Administratieve lokalen
3. De bekledingen: A. Valse plafonds Kenmerken van de verlichtingstoestellen • Lampen ingebed in het valse plafond • Brandveilig • Waterdicht voor de vochtige lokalen
3. De bekledingen: B. Muren Kenmerken • Glad • Afwasbaar • Niet-poreus • Onderhoudsvriendelijk • Bestand tegen ontsmettingsmiddelen • Zonder scherpe hoeken • Zonder openingen • Buizen in de muren
3. De bekledingen: B. Muren Soorten materiaal Verf • Geen specifieke kenmerken PVC • Dikte van 2 mm • Thermisch gelaste voegen • Vloeren en muren in één stuk Wandpanelen Betegeling • Schuin • Geplakt • Melamine/gelaagde plaat/massieve gelaagde plaat • Tegels van grote afmetingen in vochtige ruimten • Smalle voegen
3. De bekledingen: C. Vloeren Kenmerken • Goede weerstand tegen Øwater Øchemische agentia Øontsmettingsmiddelen Øreinigingsmiddelen Øslijtage Øvervorming en structurele schade Øschokken Østoom • • Glad maar letten op het valrisico Niet-poreus Afwasbaar Onderhoudsvriendelijk Uniform Afgeronde hoeken Opstaande plinten Antislip en afhellend om het water af te voeren
3. De bekledigen: D. Verschillende soorten bekleding Soorten bekleding • Soepel ØRubber ØLinoleum ØVinyl • Hard ØBetegeling ØTer plaatse gegoten bekledingen
3. De bekleding: E. Voegen Zwakke schakel van de bekledingen Kenmerken • Glad • Plat • Smal • Geen holten en spleten met de muur • Thermisch gelast • Waterdicht uitgevoerd • Met schimmelwerende middelen voor vochtige zones • Niet-poreus en schimmelbestendig voor de tegelvloeren
3. De bekledingen: F. Deuren en deuropeningen Kenmerken • Bestand tegen Øspatten Øschokken Øchemische agentia Øslijtage • • • Glad Gemakkelijk afwasbaar In metaal en te verven Inox Glas
4. Meubilair en toebehoren Algemene kenmerken: • Elk meubel en toebehoren zijn verplicht: glad, gemakkelijk te reinigen, vochtbestending en bestand tegen § scheikundige producten en § schokken
4. Meubilair en toebehoren A. Algemene kenmerken (1) Meubilair tot het minimum beperken en aanpassen aan de diensten. Laden, rekken, TV, verlichtingstoestellen moeten gemakkelijk te reinigen zijn. Siliconenvoeg over heel de omtrek als het meubilair met steunvlakken in contact staat. Oprichting van verhoogde plint tot onderaan het meubel in geval van vast meubilair. Kasten tot tegen het plafond om stof bovenop de kasten te vermijden.
4. Meubilair en toebehoren A. Algemene kenmerken (2) Patientenkasten: voldoende legplanken voor scheiding vuil en proper, alsook schoenen. Laden met losse inlegbakken, uitneembaar en ontsmetbaar. Laden met afgeronde hoeken. Systeem waarbij losliggende kabels vermeden worden. Leuningen in de gangen: schokbestendig, bestand tegen ontsmettingsmiddelen en gemakkelijk te reinigen.
4. Meubilair en toebehoren B. Stoelen, zetels en meubilair Niet met stof bekleden, behalve in lokalen van de administratie. Bij voorkeur, eenvoudige modellen zonder te veel naden. Gemakkelijk te reinigen wielen. Ruimte tussen rugleuning en zitting voorzien.
4. Meubilair en toebehoren C. Deurkrukken spelen een belangrijke rol bij de overdracht van besmettingen via de handen. Voorkeur voor elleboog-, voetbediening of elektrisch oog. Systemen voor het openen van deuren zonder gebruik van de handen in plaatsen waar er een chirurgische handontsmetting wordt uitgevoerd.
4. Meubilair en toebehoren D. Elektrische bedieningen Schakelaars, oproepsysteem, bedbedieningssysteem. Indien mogelijk met de elleboog bedienen, Zie “Algemene kenmerken”.
4. Meubilair en toebehoren E. Scheidingswanden, gordijnen, overgordijnen en zonneschermen (1) E. 1. De scheidingswanden, gordijnen en overgordijnen Brand- en stofwerend en vlekbestendig. Indien geen wegwerpmateriaal: gemakkelijk (af)wasbaar en bestand tegen thermische en/of chemische ontsmetting.
4. Meubilair en toebehoren E. Scheidingswanden, gordijnen, overgordijnen en zonneschermen (2) • E. 2. Zonneschermen Binnenzonneschermen met horizontale lamellen zijn VERBODEN. Andere soorten zonnegordijnen toegelaten indien gemakkelijk te reinigen en te ontsmetten. Andere mogelijkheid: foliesoorten om op de ruiten te kleven (zonnewerend).
5. De sanitaire cel 1. Badkamer en bad 2. Spoelbak en wastafel 3. Douche 4. WC
5. De sanitaire cel A. Badkamer en bad Het lokaal verluchten of met een luchtextractor uitrusten. Gemeenschappelijke kenmerken voor alle badkuiptypes • Gemakkelijk te reinigen dankzij • Gladde wanden • Afgeronde vorm • Bestand tegen • schokken • krassen • chemische agentia • Toegang langs 3 of 4 zijden • Stop zonder ketting • Douchekop • Systeem van slanglediging • Gemakkelijk te demonteren en te reinigen Voorzien in een onderhoudscontract met de fabrikant en een ontsmettingsprocedure
5. De sanitaire cel A. Badkamer en bad Kenmerken van het kranenwerk • Gemakkelijk te reinigen • Mengkraan • • Thermostatisch Temperatuur van 70°C haalbaar Zo dicht mogelijk bij de wateruitgang Met een anti-legionellafilter (in het geval van hoog niveau van Legionella) • Straalbreker met verticale plaatjes
5. De sanitaire cel A. Badkamer en bad • Bijzonderheden Verzorging met baden met massagestralen of ontspannende baden Verzorging type therapeutisch “snoezelen” Verzorging patiënten met zware brandwonden Transportsysteme n • Geregeld onderhoud van het mechanisme van de massagestralen • Voorkeur veeleer naar luchtcirculatie- dan naar watercirculatiesystemen • Een ontsmettingsprocedure instellen • Badkuip met massagestralen • Bijzondere versiering • Rustgevende verlichting • Toebehoren bestand tegen vocht en gemakkelijk te ontsmetten • Zie consensusdocument 5 A
5. De sanitaire cel B. Spoelbak en wastafel 1. De wastafel en de spoelbak 2. Het kranenstelsel (zie consensusdocument 5 A) 3. De hevel 4. Het toebehoren 5. Plaats van de wastafels 6. Aansluiting van de toestellen
5. De sanitaire cel B. Spoelbak en wastafel Wastafel • Glad en onderhoudsvriendelijk materiaal (porselein, keramiek) • GEEN kromming, GEEN stop • Ruim • Afgeronde vorm om spatten te vermijden • Afgeronde randboorden en naar de kom gericht • Overloopstop bij voorkeur in acrylhars Spoelbak • Glad en onderhoudsvriendelijk materiaal (inox) • GEEN kromming, GEEN stop • Aangepaste diepte van het bekken in functie van het gebruik • Bestand tegen bijtende producten • Enkel of dubbel bekken in het werkoppervlak gegoten of uitgeklopt Materiaal vastmaken met kwaliteitsvolle siliconenvoegen, bestand tegen bacteriën en schimmels
5. De sanitaire cel B. Spoelbak en wastafel Kenmerken van de sifon • Gemakkelijk demonteerbaar Kenmerken van het toebehoren • Naast of boven de wastafel Papieren • Gemakkelijk bereikbaar handdoekjesverdeler • Individuele papieren handdoekjes Statieven voor zeep en handalcohol • Gemakkelijk te reinigen • Aan de muur bevestigd • Met de opening naar onder Vuilnisbak voor de papieren handdoekjes • Eenvoudige ring met een vuilniszak Verdeelsystemen voor PBM • Distributiesystemen aangepast voor de verschillende handschoenenmaten • Gemakkelijk te reinigen en bij te vullen
5. De sanitaire cel B. Spoelbak en wastafel Plaats van de wastafels en spoelbakken • Voorzien in warm en koud water • Plaats waar het personeel met rein en vuil materiaal omgaat • Plaatsing met TZHH bepalen (Bv. : toiletten, raadplegingskabinetten, badkamers, wasserij) Aansluiting Zie document preventie van Legionellose
5. De sanitaire cel C. Douche Criteria • Aan 2 wanden van leuningen voorzien • In sommige gevallen van een klapstoel voorzien • Gladde, reinigbare en ontsmetbare douchedeuren • Inloopdouches met een helling van 2 % of met een douchebak onder de vloerbekleding Bekledingen • Zie consensusdocument nr. 3
5. De sanitaire cel C. Douche Enkele details • Een systeem om de doucheslang te ledigen • Leidingen inwerken • Douchesproeikop reinigen, ontkalken en ontsmetten • Ventilatiesysteem in de ruimte voorzien
5. De sanitaire cel D. WC • • 1. WC 2. Waterspoeling 3. Muren en vloer 4. Bedpansproeiers 5. WC-borstel 6. Toebehoren 7. Vuilbakken
5. De sanitaire cel D. WC • In acht te nemen kenmerken: • Toilet aan de muur hangen om: • hoeken te vermijden • moeilijk te reinigen holtes te vermijden • voegen in de vloer te vermijden • de vloer gemakkelijker te reinigen • WC moet gemakkelijk te onderhouden zijn en een ronde vorm hebben. • Model met vlakke bodem is VERBODEN • WC-bril met of zonder deksel, alsook de indeling van de lokalen volgens het advies van het TZZH en het CZH. • Afneembare en gladde WC-bril
5. De sanitaire cel D. WC: de waterspoeling Bij nieuwe gebouwen, • In de muur integreren. • Inhoud van de waterspoeling: 6 L < I < 10 L • > 6 L: om de vorming van biofilms in de afvoerleidingen te gaan, • < 10 L: om de productie van druppeltjes in de lucht te vermijden. • Niet-gefiltreerd, onbehandeld en ongecontroleerd regenwater niet D. gebruiken. WC: muren en vloer • Muren en vloeren : zie consensusdocument 2
5. De sanitaire cel D. WC: Bedpansproeiers Sterk af te raden Gevaar voor besmetting van • onmiddellijke omgeving • de kledij van de zorgverlener • de handen van de zorgverlener • Aanwezigheid van bedpanspoelers in verpleegeenheden is wettelijk verplicht (zie consensusdocument 8 over de bedpanspoeler).
5. De sanitaire cel D. WC: borstel • NIET OP DE GROND • Borstel en houder zijn gemakkelijk te reinigen en te ontsmetten of gemakkelijk te vervangen
5. De sanitaire cel D. WC: toebehoren • Wc-papierverdeler – leuningen – klerenhanger – oproepsysteem: • gemakkelijk te reinigen • gemakkelijk te ontsmetten • met het minste gevaar voor besmetting • Wc-papier in een gesloten verdeler plaatsen of per patiënt vervangen.
5. De sanitaire cel D. WC: Vuilbakken • In de dameswc, • Bijkomend vuilbakje met dubbele sluitingsklep (geur). • Bij gebrek, in zakjes voorzien voor de verwijdering van maandverbanden.
6. Opslaglokaal • Zie HGR 5109 en 8075 Kenmerken • Zo dicht mogelijk bij het logistieke circuit • Gesloten en ontoegankelijk voor het publiek • Uitsluitend voor dit gebruik voorbehouden en minstens één maal om de 24 uur leeggemaakt • Met verplaatsbare karren • Correct verlucht
6. Opslaglokaal • Zie HGR 5109 en 8075 Kenmerken • Met een toestel dat vermijdt dat dieren en insecten binnenkomen • Alle dagen reinigen • Afmetingen van het lokaal verenigbaar met de afvalproductie • Vloer en wanden: glad, vochtbestendig, afwasbaar en gemakkelijk te ontsmetten • Plinten: opstaand en gelast – afgeronde wandhoeken
7. Utility-lokaal Definities • Zone voor verwerking van vuil materiaal • Zone voor opslag van afval en vuil linnen Kenmerken van het lokaal • Centraal gelegen in de zorgeenheid • Lokaal in onderdruk indien er een verluchtingssysteem aanwezig is • Niet-gerecycleerde lucht • Afwasbare muren • Gesloten lokaal
7. Utility-lokaal • Kenmerken van het materiaal Slokop Bedpanspoeler Werkoppervlak voorbehouden voor het vuile materiaal Oppervlak voorbehouden voor het reine materiaal • Gemakkelijk te reinigen en te ontsmetten • Zonder hoeken • Opgehangen of ingebouwd • Geen bedpansproeier • Afvoer van minstens 100 mm • Zie consensusdocument 8 • Materiaal sorteren vóór het wassen en ontsmetten • Om er het gewassen en gedesinfecteerde materiaal op te leggen
7. Utility-lokaal • Kenmerken van het materiaal Spoelbak • Zie consensusdocument 5 B Containers • Per type afval • Pedaalemmersysteem om te openen, als er een deksel is Karren • Verplaatsbaar om contact met de vloer te vermijden Opbergkasten • Voldoende • Enkel voor rein materiaal • Zie consensusdocument 4
8. De bedpanspoeler • Keuze van een nieuwe bedpanspoeler voorgelegd voor advies aan het TZHH. • Instelling • interne procedure van gebruik voor het personeel • overeenkomst voor onderhoud (of een onderhoudsplan) • Controle en validatie van de cyclussen één maal per jaar volgens de voorschriften van de fabrikant (zie norm 158831).
8. De bedpanspoeler Kenmerken 1. Onder tabletten of tussen meubelen ingebouwde bedpanspoelers vermijden, omdat de tussenruimte dan niet meer kan worden gereinigd. 2. Bedpanspoeler en het te reinigen materiaal zijn op elkaar afgestemd. 3. Automatische lediging moet mogelijk zijn zonder manuele tussenkomst. 4. Het wassen moet van onberispelijke kwaliteit (eerst koud en dan warm water) zijn. 5. Voorzien van een veiligheidsinstallatie zodat openen tijdens de cyclus onmogelijk is.
8. De bedpanspoeler Kenmerken 6. Met warm water (90°C) gevoed en dus voorzien van een onafhankelijk verwarmingselement. 7. Beschikt over een veiligheidssysteem bij niet bereiken van de ontsmettingstemperatuur of in geval van een tekort aan producten. 8. Beschikt over een openingssysteem dat noch spatten noch aerosols veroorzaakt. 9. Beschikt over voldoende en goed gerichte stralen.
8. De bedpanspoeler Kenmerken 10. Beschikt over een systeem om kalkaanslag te vermijden. 11. De buitenoppervlakken moeten gemakkelijk afwasbaar zijn: glad en zonder opstaande randen. 12. De was- en ontsmettingskamer vertoont geen enkele dode hoek en is bij voorkeur lasnaadvrij. 13. De verwijdering van afvalwater is zo opgevat dat terugloop en waterstilstand vermeden worden.
8. De bedpanspoeler Kenmerken 14. Gewenste temperatuur voor spoelen (maximum 60° C om hechting van afvaldeeltjes aan de wanden te vermijden) en ontsmetten (> 90°C gedurende een minuut) moet gewaarborgd zijn (EN 15883). 15. Beschikt over een automatische cyclus (parameters tijd & temperatuur) die gebruikers niet kunnen wijzigen. Voorkeur voor toestellen waarbij tijdens de cyclus op de temperatuur kan worden toegezien. 16. Thermische ontsmetting is te verkiezen boven chemische ontsmetting, met stoom bij 90°C gedurende één minuut. Er moet op toegezien worden dat het materiaal rein en goed droog is. 17. De bussen moeten gemakkelijk te vervangen zijn en dit moet in een procedure beschreven zijn.
8. De bedpanspoeler Kenmerken Niveau van ontsmetting 70°C 80°C 90°C A 0 = 60 ± vegetatieve bacteriën 10 min 1 min 6 sec A 0 = 600 ± virussen 100 min 1 min 200 min 2 min 500 min 5 min A 0 = 1. 200 A 0 = 3. 000 Alles behalve sporen 93°C 1 min • “A” is defined as the equivalent time in seconds at 80 °C to produce a given disinfection effect. • When the z value is 10 °C, the term A 0 is used. • The A 0 value of a moist heat disinfection process is the equivalent time in seconds at a temperature of 80 °C delivered by that process to the product with reference to microorganisms possessing a z value of 10 °C.
9. De opslagplaats voor schoon of steriel materiaal Definitie • Specifieke ruimte voor het opslaan van rein, gereinigd en gedesinfecteerd materiaal Kenmerken • Deur GESLOTEN • In overdruk • Langs het bevoorradingscircuit • Dagelijks gereinigd • Specifiek opslaan van het steriele materiaal (zie HGR 7848) Opmerkingen • Hydroalcoholische oplossing (HAO) • Voorraden beperkt • Modulair systeem
10. Schoonmaakberging in de verzorgingseenheid Definitie • Te voorzien in voldoende ruimte om het onderhouden en gereinigd materiaal en de schoonmaakproducten op te bergen en op te slaan. Kenmerken • Gemakkelijk te reinigen • Deur die op slot kan • Slokop voorzien van een opklapbaar rooster voor de emmer • Lokaal in onderdruk als er een ventilatiesysteem aanwezig is • HA-verdeler • Bij gebruik van wasautomaten lokaal aanpassen Reinigingslinnen: zie HGR 8075
11. Verwarming, verluchting en airconditioning 1. Verwarming 2. Verluchting 3. Airconditioning 4. Filters
11. Verwarming, verluchting en airconditioning A. Verwarming Inleiding • Plaatsing en onderhoud van materialen uitgevoerd door opgeleid personeel Verwarming • Soorten verwarming: warmwaterradiatoren (centrale verwarming) • Radiatormodellen: • Eenvoudige fysische vorm van de radiator en gemakkelijk te reinigen • Glad, plat en fijne voegen (vloer en muren) • Zonder lege ruimte met de muur/vloer • Geëmailleerde radiatoren omdat ze afgerond zijn of • Staalplaat in de vorm van panelen
11. Verwarming, verluchting en airconditioning B. Ventilatie Algemeenheden • Uitrusting aangepast aan de microbiologische luchtkwaliteitseisen (HGR 8364: BCO) • Ventilatiemonden: gemakkelijk toegankelijk, gemakkelijk te reinigen en te ontsmetten • Onderhoudsprocedure van de ventilatieroosters • Na elke technische interventie op de installatie moet men nagaan of er geen lekken of stofophoping aanwezig zijn. Voor diensten met bijzondere ventilatie, zie consensusdocument 11
11. Verwarming, verluchting en airconditioning B. Ventilatie Luchtverversing • 37 % vermindering van microorganismenconcentratie t. o. v. oorspronkelijke niveau • Als frequent verdunning van de lucht kwaliteit van de lucht Drukregeling • De drukregeling wordt bekomen door het verschil tussen het volume toegevoerde lucht en het afgezogen volume. Filtratie • Verkrijgen van zuiverder lucht dan buitenlucht • Procedure voor behandeling van filters voorzien • Plaats van luchtkokers nauwkeurig bepalen, in de overheersende windrichting en ver van verbrandingsovens, roosters om vervuilde lucht te verwijderen, verwarmingsketels, koeltorens • Bescherming van de luchtkokers bij werven en werken in de nabijheid
11. Verwarming, verluchting en airconditioning B. Ventilatie Luchtrecirculatie • Een deel van de lucht opnieuw gebruiken om te vermijden dat er warmte en koeling naar buiten gaat. • Verse lucht aanbrengen is onontbeerlijk, want recirculatie maakt de lucht armer aan O 2. Luchtkanalen • Materiaal: stevig, binnen als buiten glad zodat er geen stof kan blijven hangen • Vóór de plaatsing: luchtkanalen in een reine en droge plaats opslaan met volledige afsluiting van de uiteinden. • Bij de plaatsing: open uiteinden beschermen, luchtkanalen zuiveren om vervuiling te vermijden.
11. Verwarming, verluchting en airconditioning C. Airconditioning Temperatuurregeling en vochtigheidsregeling Temperatuur • Gebruikelijke lokalen: 20°C < T < 25°C • Operatiezaal: 18°C < T < 23°C • Centraal door insufflatie van Luchtvochtighei waterstoom d • 30 % < L < 65 % Technisch onderhoud van de installatie • Onder de verantwoordelijkheid van gekwalificeerd personeel • Naleven van de periodische controles • Controle en onderhoud minstens één maal per jaar met een rapport aan het TZHH
11. Verwarming, verluchting en airconditioning D. Filters Categorieën filters • Aantal besmettende deeltjes in de lucht verhoudingsgewijs verminderen (zie tabel ASHRAE) Plaatsen van de filters • Plaatsing en onderhoud uitgevoerd door opgeleid personeel • Prefilters: • Plaatsing voor de filter • Van goede kwaliteit • Eindfilters (absoluut of HEPA): • De filters moeten op het uiteinde van het verdeelkanaal en zo dicht mogelijk bij het lokaal geplaatst worden. • De ondoordringbaarheid van de voeg tussen kanaal en filtercassette is essentieel, omdat die onder hoge druk komen te staan, • Inwerkingstelling: • methodische oplevering van de installatie • regelmatige controle van de efficiëntie van de filters (lekken, snelheidsverlies)
11. Verwarming, verluchting en airconditioning D. Filtres Plaatsen van de filters Frequentie van de vernieuwing hangt af van • • type filter installatie filtrerende oppervlakte verzadiging • Vervanging van een filter • bij afwezigheid van de patiënt • grondige reiniging en ontsmetting • Filterkeuze: overeenkomstig de geldende wetgeving • Na onderhoud of reparatie, defect of stoornis: • Immuungedeprimeerde patiënten dragen een FFP 2 masker OF • Immuungedeprimeerde patiënten verplaatsen naar een ader lokaal waar de ventilatie niet onderbroken geweest is.
12. Bestrijding van insecten en schadelijke of ongewenste dieren Inleiding • Optreden op verschillende niveaus • Afwerkings- en isolatiematerialen • Geveldecoratie • Het op zich nemen door gespecialiseerde bedrijven met de IDPB
12. Bestrijding van insecten en schadelijke of ongewenste dieren Kakkerlakken, mieren, Groeven en spleten Keuze voor goed gelijmde en gelaste bekledingen Voegen (zie fiche 3) Isolatiematerialen Duiven Knaagdie r Bestanddele n van gevels Groeven en spleten in de vloer Rots-of Verfraaiinge glaswol n, balkons vermijden tenzij bedekt door ondoordringbare panelen spleten in de vloer opvullen Antiknaagdierroo -sters vóór vensters vlak boven de grond
- Slides: 71