Natuurgidsencursus Midden Limburg Flora Overzicht Doelstelling Theorie vertalen
Natuurgidsencursus Midden Limburg Flora Overzicht
Doelstelling - Theorie vertalen naar de praktijk - Oefenen met begrippen * bast – schors * bijwortels – zijwortels * kroonblad – kelkblad * bladeren en blaadjes enz.
Inhoud van de presentatie 1 Indeling en naamgeving 2 Organen - hoofdorganen; morfologie en anatomie - afgeleide organen; morfologie 3 Fysiologie - fotosynthese - ademhaling - wortelvoeding 4 Voortplanting - geslachtelijk - ongeslachtelijk
Naamgeving en indeling plantenrijk Wetenschappelijke naam binaire nomenclatuur afgeleid van indeling plantenrijk Bijvoorbeeld: Lamium album = soortnaam Lamium = geslachtsnaam album = soortaanduiding (betekent wit)
Kenmerken hogere planten Bezitten: - bladeren, - stengels - wortels
Bladeren; functies -Fotosynthese (bladvoeding) -Gaswisseling -Verdamping (afkoeling)
Bladeren; bouw Aan een volledig blad onderscheiden we: bladschijf bladmoes bladsteel bladschede
Bladeren; nervatuur veernervig handnervig parallelnervig
Bladeren; randen gaaf gezaagd gekarteld getand gelobd gegolfd
Bladeren; randen
Bladeren; bladstanden tegenoverstaand kruisgewijs bladrozet verspreid wortelrozet kransstandig wortelstandig
Bladeren; vormen Waar zit de grootste breedte? ovaal pijlvormig langwerpig lancetvormig eirond hartvormig ruitvormig spatelvormig waaiervormig lijnvormig naaldvormig niervormig
Bladeren; doorsnede
Bladeren; fotosynthese(koolstofassimilatie) (en verdamping)
Bladeren e. a. ; verbranding (dissimilatie)
Stengels; functies -Stevigheid -Transport -Bevestigen van andere organen -Bijzondere functies bijv opslag
Stengels; bouw
Stengels; bijzondere vormen wortelstokken stengelknollen uitlopers bollen
Stengels: transport (vaatbundels) Zeefvaten houtvaten Dalende sapstroom Water met glucose Van bladgroen Stijgende sapstroom Water met zouten Van wortels
Stengels (kruidachtig); Celgroei
Stengels (houtachtig); transport
Wortels; functies -Opname van bouwstoffen -Bevestigen van andere organen -Verankering -Bevestigen van andere organen - Bijzondere functies bijv opslag
wortelsels 1. Hoofdwortel met zijwortels 2. Penwortel 3. Penwortel met reservevoedsel 4. Bijwortels Functie wortel Video 2
Wortels; hoofdwortelsel
Wortelharen 400 keer vergroot
. PLANTEN VOORTPLANTING
IVN Helden Voortplanting - Ongeslachtelijke voortplanting nakomelingen komen van 1 ouderplant * natuurlijke manieren * kunstmatige manieren - Geslachtelijke voortplanting uitwisseling van geslachtscellen tussen 2 individuen van dezelfde soort.
scheuren sporen IVN Helden Ongeslachtelijk voortplanting stekken Afleggen en aanaarden
Ongeslachtelijke voortplanting; IVN Helden celdeling knollen wortelstokken bollen
veredelen Uitlopers IVN Helden Ongeslachtelijke voortplanting; weefselkweek broedplantjes
De bouw van bloemen. Een bloem bestaat uit verschillende onderdelen: De kroonbladeren (meestal mooie, gekleurde bladeren). De stamper (het vrouwelijke deel van de bloem). De meeldraden (het mannelijk deel van de bloem). De kelkbladeren (de kleine groene blaadjes onder de bloemkroon). IVN Helden
Zijn meestal groot en mooi gekleurd om insecten te lokken (voor de bestuiving). Soms zijn deze kroonbladeren juist erg klein en groen gekleurd (bijv. bij gras). IVN Helden De kroonbladeren.
De meeldraden maken stuifmeelkorrels (dit is de ene helft om zaad te maken). De meeldraden bestaan uit twee onderdelen: Helmdraad (een soort stengeltje). Helmknop (hierin worden de stuifmeelkorrels gemaakt). IVN Helden De meeldraden.
In de stamper zitten de eicellen. Het andere deel om zaadjes te maken. De stamper bestaat uit drie onderdelen: De stempel (een plakkerig uiteinde van de stamper voor het opvangen van de stuifmeelkorrels). De stijl (ook weer een soort stengeltje). Het vruchtbeginsel (hierin zitten de eicellen (zaadbeginsels) die bij bevruchting uitgroeien tot zaad). IVN Helden De stamper.
Dit verhaal gaat over hoe een stuifmeelkorrel van de helmknop bij de stempel komt. Het verhaal geldt alleen als het planten van dezelfde soort zijn. (dezelfde soortaanduiding) Pas als dit allemaal klopt dan spreken wij van bestuiving! IVN Helden Bestuiving
Kenmerken van insectenbloemen: Grote bloemen. Gekleurde bloemen. Ruiken lekker. (maken geurstoffen) Maken nectar. De stuifmeelkorrels zijn ruw en plakkerig (hierdoor plakken ze beter aan insecten vast) Opmerking: Insecten zijn statisch (hierdoor houden ze stuifmeel tijdelijk vast) IVN Helden Insectenbloemen.
Windbloemen. IVN Helden Kenmerken van windbloemen: Kleine bloemen. Geen speciale kleur bloemen, meestal groen. Geen lekkere geur. Geen nectar. Hele lange meeldraden. Maken heel veel stuifmeelkorrels. De stuifmeelkorrels zijn glad en licht zodat ze gemakkelijk met de wind mee zweven. De stempel is vaak erg groot (een soort handschoen/veer voor het opvangen van de stuifmeelkorrels)
Bevruchting. IVN Helden Er is een duidelijk verschil tussen bestuiving en bevruchting! Bij bestuiving gaat het erom dat de stuifmeelkorrels van de ene naar de andere plant gaan. (wind, insecten) Bij bevruchting moeten de stuifmeelkorrels naar de eicellen vervoerd worden (stuifmeelbuis).
In het zaad zit praktisch altijd voedsel en een kiemplantje (kiemen = groeien). Het is de bedoeling dat het zaad niet te dicht bij de ouderplant gaat groeien. De ouderplant moet dus een manier bedenken om zijn kinderen zover mogelijk bij hem/haarzelf weg te krijgen. IVN Helden Het zaad.
Vruchten en zaden. IVN Helden Een vrucht zit om de zaden heen en ontstaat uit het vruchtbeginsel. De zaden zijn de baby’s van de plant. Als je een zaad openmaakt zie je daarin een heel klein plantje; dit noemen wij de kiem. Verder zie je in het zaad: de zaadlobben, dit is het voedsel voor het kiemplantje om te gaan groeien.
De kroonbladeren hebben hun werk gedaan en vallen eraf. Ook de meeldraden en kelkbladeren hoeven niets meer te doen en verschrompelen. Het vruchtbeginsel begint te groeien. In de zaadbeginsels worden zaadjes gemaakt. IVN Helden Na de bevruchting.
Hoe kan een plant zijn zaden verspreiden? Dit kan op verschillende manieren: Door de plant zelf. Door wind en water. Door dieren en mensen. IVN Helden Manieren van verspreiding.
Sommige planten schieten hun zaadjes weg. Bijvoorbeeld de klaproos. De naam zegt het al de roos klapt open en gooit dan zijn zaadjes weg. IVN Helden Verspreiding door de plant zelf.
Verspreiding door de wind. Dit lijkt hetzelfde als bij windbestuiving maar toen werden de stuifmeelkorrels door de wind vervoert. Je kunt de wind dus ook gebruiken voor het verspreiden van zaadjes. Een goed voorbeeld hiervan is de paardenbloem met zijn pluisjes. IVN Helden
Verspreiding door dieren. Dit kan zelfs op vele verschillende manieren. Dieren eten de zaden op en poepen ze later weer uit. (bijv. besjes) De zaadjes kunnen aan de dieren blijven plakken als ze langs de plant lopen (bijv. kleefkruid) IVN Helden
Verspreiding vruchten en zaden Esdoorn: vleugels Paardebloem: wind Kleefkruid: Dier/mens IVN Helden Springzaad: schiet
- Slides: 47