Naar een nieuwe Vlaamse huursubsidie Studienamiddag Focus op
“Naar een nieuwe Vlaamse huursubsidie” Studienamiddag 'Focus op de private huur in beleid en onderzoek‘, Brussel, 11 januari 2018 Katleen Van den Broeck Gebaseerd op: Van den Broeck, Haffner, Winters & Heylen (2017)
Inhoud • 1: de huidige Vlaamse regeling • 2: subsidie gericht op de huurder (=vraag) • 3: modaliteiten en beoordelingscriteria bij ontwerpen huursubsidie • 4: voorbeelden uit sterkte-zwakte analyse van enkele voorstellen voor een huursubsidie – Scenario’s – Simulaties – Evaluatie 2
1: de huidige Vlaamse regeling Huidige subsidies gericht op de vraag (=huurders) in Vlaanderen: – de huurpremie voor huishoudens die in aanmerking komen voor een sociale huurwoning maar hier al minstens vier jaar op wachten – de huursubsidie voor huishoudens die “slecht” wonen en verhuizen naar een kwaliteitsconforme en aangepaste woning – inkomensvoorwaarden en berekening van het subsidiebedrag gelijk sinds mei 2014 3
1: de huidige Vlaamse regeling Huidige regeling • Afstemming beide systemen in 2014 – Subsidiebedragen gelijkgeschakeld: • 1/3 de huurprijs maar maximum subsidiebedrag; maximum huurprijs (alleenstaand=koppel) • Beperkte regionale differentiatie • Huursubsidie voorheen afh. inkomen maar niet van huurprijs – Automatische overgang huursubsidie naar huurpremie indien 4 jaar op wachtlijst shm • + inschrijven op wachtlijst indien huursubsidie sinds 2014 – Inkomensgrenzen: 17 230 € (2016) (alleenstaand=koppel; wel verhoging per p. t. laste) 4
1: de huidige Vlaamse regeling • Gebaseerd op nieuwe gegevens voor december 2015 – Administratieve data (huurpremie, huursubsidie voor en na mei 2014) – Hoogte subsidie • Huursubsidie toegekend voor mei 2014 (N=8 337): gemiddeld 165€ • Huursubsidie toegekend vanaf mei 2014 (N=2 761): gemiddeld 146€ • Huurpremie (N=7 288): gemiddeld 156€ – Verdeling naar inkomen • Zeer selectief: enkel 4 laagste decielen; +/- 2/3 de van de begunstigden in laagste inkomensdeciel – Verdeling naar leeftijd • Huursubsidie (voor: 35% in jongste groep; na: 49% in jongste groep) • Huurpremie: 41% in jongste groep; 59% 45 jaar of ouder – Verdeling naar gezinstype • Vooral alleenstaanden: zonder kinderen (voor: 49% / na: 48%) of met kinderen (voor: 26% / na: 31%) 5
2: subsidie gericht op de huurder • Definitie huursubsidie: – “Expliciete subsidie aan gebruikers van woondiensten om de betaalbaarheid te verbeteren” (Yates, 2012: 399) – Ook inkomensafhankelijk en leidt tot relatieve prijsverlaging van de huurwoning (Winters e. a. , 2004: 48) 6
2: subsidie gericht op de huurder • Doel huursubsidies? – Vanuit beleidsdoelen • Meestal vanuit betaalbaarheid van wonen gedreven (+kwaliteit!) • Ook bestrijden van armoede • Ook bv. verbeteren duurzaamheid, gezondheid – Met principes vanuit welvaartseconomisch perspectief • Relevante doelstellingen (principes) – Realiseren van sociale gelijkheid van kansen/billijkheid, zowel via horizontale als verticale herverdeling van middelen – Waarborgen van levensstandaarden via armoedebestrijding … • Voordelen (effecten mbt doelen/effectiviteit) • Maar ook nadelen: efficiëntieverliezen (bv. overconsumptie, negatieve effecten op arbeidsparticipatie) 7
2: subsidie gericht op de huurder • Verticale rechtvaardigheid – Huursubsidie=transfer naar huishoudens met lagere inkomens => inkomensafhankelijkheid – Doelgroep afbakenen! Wie heeft nood aan de subsidie (=wie woont onbetaalbaar + woningkwaliteit? ) 8
2: subsidie gericht op de huurder • Horizontale rechtvaardigheid – Huishoudens in zelfde situatie => zelfde subsidie – Regeling is behoeftegeleid => budget – Eigendomsneutraliteit/gelijkheid over eigendomsvormen => woonsubsidie – Meeneembaarheid – Regionale differentiatie – Duur => niet tijdelijk – Niet-gebruik (niet kennen, stigmatisering, moeilijk) => Ieder die in aanmerking komt, moet subsidie kunnen ontvangen 9
2: subsidie gericht op de huurder • Inefficiënties/ongewenste effecten tegengaan – Overconsumptie • bij gebonden subsidie kan mogelijks teveel wonen dan gewenst worden geconsumeerd (moral hazard probleem) – Beperken door: • inkomensoverdracht te limiteren of beperkingen opleggen op geconsumeerde kwaliteit – bv. via maximum huurprijs of voorschriften voor kwaliteit • ontvanger prikkelen om niveau woonkwaliteit te kiezen dat ook zonder subsidie zou worden gekozen – Ex ante subsidie (referentiehuurprijs) stimuleert shop-around gedrag (voucher) (meer keuzevrijheid, subsidie gekend) » Tweezijdige en eenzijdige • Bij ongebonden subsidie (vast bedrag, voucher) geen gevaar voor overconsumptie en maximale keuzevrijheid – maar is bestedingsvrijheid wel gewenst door overheid? 10
2: subsidie gericht op de huurder • Inefficiënties/ongewenste effecten tegengaan – Prijsopdrijvend effect – Armoedeval/werkloosheidsval • Marginale druk (taper) van de regeling – Steil (subsidie sterk afbouwend met toenemend inkomen): grotere focus op bepaalde doelgroep + lagere kost; maar groter gevaar armoede-/werkloosheidsvallen – Minder steil=> meer mensen in aanmerking => grotere kost; minder gevaar voor arbeidsvallen – Uitvoerbaarheid • zo eenvoudig en transparant mogelijk uitvoeren van de regeling (+ voorkomen van misbruik/controle) => lagere (administratieve) kosten en minder niet-gebruik 11
2: subsidie gericht op de huurder Samenvatting doelstellingen/principes huursubsidie en link naar modaliteiten Doelstelling/principe Betaalbaarheid verbeteren Armoede bestrijden Verticale rechtvaardigheid Horizontale rechtvaardigheid Efficiëntie Tegengaan van overconsumptie Tegengaan van prijsopdrijving Tegengaan van armoede en werkloosheidsval Uitvoerbaarheid Kenmerk van regeling (modaliteit) Mate van targetting op basis van maatschappelijk gedefinieerde noden van onbetaalbaar wonen (prijs in relatie tot inkomen; kwaliteit) + maatwerk Behoeftengeleid, met ook: meeneembaar niet tijdelijk regionaal gedifferentieerd eigendomsneutraal niet gebruik/uitval voorkomen Bieden van keuzevrijheid door subsidie alleen te relateren aan inkomen of inkomen en referentie huurprijs + maxima Cfr overconsumptie Lagere marginale druk Geleidelijke afbouw Transparant, eenvoudig, controle (misbruik voor komen) 12
3: Modaliteiten en beoordelingscriteria bij ontwerpen huursubsidie Beoordelingscriteria Modaliteiten/draaiknoppen BELEIDSDOELEN Betaalbaarheid (inclusief kwaliteit en woonzekerheid) Armoedebestrijding DOELGROEP Administratief eenvoudig Andere voorwaarden: verhuis, kwaliteit woning, … Budgettaire haalbaarheid PRINCIPES VANUIT WELVAARTSECONOMISCH PERSPECTIEF Billijkheid: verticale billijkheid BEDRAG SUBSIDIE Billijkheid: horizontale billijkheid Efficiëntie: tewerkstelling (armoedeval, werkloosheidsval) Efficiëntie: overconsumptie Bedrag en keuze parameters Efficiëntie: prijsopdrijvend effect Meeneembaarheid Keuzevrijheid Regionale differentiatie Eigendomsneutraliteit Betalen aan huurder of verhuurder Koppelen aan sociale huisvesting Budgettaire overwegingen Administratie en take up Inkomensvoorwaarde Vermogensvoorwaarde Bedrag en verband met inkomen Bedrag en verband met feitelijke/referentiehuurprijs ANDERE UITVOERINGSASPECTEN Duurtijd programma en uitkeringsperiode 13
3: Modaliteiten en beoordelingscriteria bij ontwerpen huursubsidie • Doelgroep? – Inkomensvoorwaarde: • waar moet de inkomensgrens liggen? Wie heeft nood aan de huursubsidie? (zie Heylen&Winters, 2017) – Empirisch/theoretisch onderbouwd of normatief – Aanpassing voor samenstelling huishouden (alleenstaand, koppel, aantal/leeftijd/volgorde personen ten laste) • welk inkomen? Belastbaar, besteedbaar? – Vermogensvoorwaarde • moeten vermogensvoorwaarden opgelegd worden + praktische haalbaarheid? – Andere voorwaarden • Huishoudkenmerken? Kwaliteit woning? Verhuis? Eigendomsvorm? 14
3: Modaliteiten en beoordelingscriteria bij ontwerpen huursubsidie Bedrag huursubsidie? HS = a(H-b. Y) – Verband met inkomen: • Eigen bijdrage? – Betaalbaar? Bv. 30% van besteedbaar inkomen • Inefficiënties door link met inkomen? – Tewerkstellingsvallen + overconsumptie – Empirisch onderzoek? Geen eenduidige conclusies 15
3: Modaliteiten en beoordelingscriteria bij ontwerpen huursubsidie Bedrag huursubsidie? HS = a(H-b. Y) – Welke huurprijs: • Indien geen verband => keuzevrijheid grootst + minste gevaar overconsumptie of prijsopdrijvend effect • Feitelijke huurprijs of referentiehuurprijs? – Maatwerk hoogst via feitelijke huurprijs – Tegengaan overconsumptie en prijsopdrijvend effect via gebruik van referentiehuurprijs / maximum HP • Referentiehuurprijs: eenzijdig of tweezijdig? • Empirisch? – Effecten op overconsumptie niet duidelijk – Wel prijsopdrijvende effecten, zeker waar markt krap, waar verhuisd moet worden 16
4: voorbeelden uit sterkte-zwakte analyse van enkele voorstellen voor een huursubsidie • Scenario’s opstellen – Niet-veranderlijke elementen – Veranderlijke elementen • Simulaties – Omvang en verdeling doelgroep – Hoogte subsidiebedragen – Effecten: betaalbaarheid & verdeling • Evaluatie 17
4: scenario’s opstellen Beoordelingscriteria Modaliteiten/draaiknoppen BELEIDSDOELEN DOELGROEP Betaalbaarheid Inkomensvoorwaarde Kwaliteit Vermogensvoorwaarde Woonzekerheid Andere voorwaarden: verhuis, kwaliteit woning, … Armoedebestrijding BEDRAG SUBSIDIE Administratief eenvoudig Verband met inkomen Budgettaire haalbaarheid PRINCIPES VANUIT WELVAARTSECONOMISCH PERSPECTIEF Billijkheid: verticale billijkheid Verband met feitelijke/referentiehuurprijs Bedrag en keuze parameters ANDERE UITVOERINGSASPECTEN Billijkheid: horizontale billijkheid (incl. eigendomsneutraliteit) Duurtijd programma en uitkeringsperiode Efficiëntie: tewerkstelling (armoedeval, werkloosheidsval) Meeneembaarheid Efficiëntie: overconsumptie Regionale differentiatie Efficiëntie: prijsopdrijvend effect Betalen aan huurder of verhuurder Keuzevrijheid Koppelen aan sociale huisvesting Administratie en take up 18
4: Scenario’s opstellen niet-veranderlijke elementen Afbakening doelgroep – Inkomensvoorwaarde: • Uit analyse waar inkomensgrens moet liggen (zie Heylen&Winters, 2017) – Empirisch/theoretisch onderbouwd of normatief – Aanpassing voor samenstelling huishouden (alleenstaand, koppel, aantal/leeftijd/volgorde personen ten laste) • Welk inkomen? Belastbaar inkomen (rekening houdend met kind-voordelen) • Resultaat: grens belastbaar inkomen voor 1 p HH = 21 500 € (anno 2013) – Vermogensvoorwaarde • Financieel vermogen? praktische haalbaarheid? => eigendomsvoorwaarde: geen woning/bouwgrond – Andere voorwaarden • Verhuis? Niet nodig • Eigendomsvorm? Private huursector • Maximum huurprijs: referentiehuurprijs x 1, 3 19
4: scenario’s opstellen niet-veranderlijke elementen Hoogte subsidie en verband met huurprijs – Gebruik referentiehuurprijs • Basis uit Heylen&Winters (2017) – Mediaanhuurprijzen voor woningen van adequate kwaliteit – Verschillende huurprijzen voor stedelijk en buitengebied – Verschillende prijzen voor 1, 2 of 3 kamers • Aangepast voor meerdere kamers • Voorbeeld: HH in stedelijk gebied met 2 ptl: 700€ (max HP 30% hoger: 910€) – Eénzijdig/tweezijdig • Tweezijdigheid laat maximaal de voordelen van referentiehuurprijzen toe • Eénzijdigheid beperkt de kost 20
4: scenario’s opstellen Veranderlijke modaliteiten Bedrag huursubsidie en verband met inkomen HS = a(H-b. Y) – Verband met inkomen volgens methode besteedbaar inkomen: • Gebaseerd op betaalbaarheidsindicator woonquote (WQ) – Eigen bijdrage = 30% van beschikbaar inkomen – Verband met inkomen volgens methode resterend inkomen • Gebaseerd op betaalbaarheidsindicator resterend inkomen (RI) – Eigen bijdrage = inkomen dat overblijft na aftrek andere basisbenodigdheden – Verband met inkomen: vast bedrag variërend over inkomenscategorie • Redelijk aansluitend bij 30% van beschikbaar inkomen 21
4: Scenario’s opstellen Veranderlijke modaliteiten • Toelatingsvoorwaarde: kwaliteit van de woning – Moet de huurwoning waarin gesubsidieerd huishouden woont van toereikende kwaliteit zijn? Ja/nee • Overzicht scenario’s Scenario Subsidiebedrag verband met inkomen=eigen bijdrage 0, 3 BI BI RI VI BI_kw RI_kw VI_kw (BI) x x RI=BI MBN (RI) x x Vast bedrag per inkomens categorie (VI) x x BI=besteedbaar inkomen; RI=resterend inkomen; VI=vast bedrag per inkomenscategorie Kwaliteitstoets Nee Ja x x x 22
4: Simulaties omvang en verdeling doelgroep • Omvang Voorwaarden Inkomensvoorwaarde + Vermogensvoorwaarde + Maximum HP voorwaarde** + Kwaliteitsvoorwaarde 1 (niet ontoereikend) + Kwaliteitsvoorwaarde 2 (niet structureel ontoereikend) Aandeel * 45, 9 Aantal* 230 235 N* 1 395 44, 2 221 707 1 395 39, 0 195 485 1 395 15, 2 77 496 675 27, 3 138 658 675 *Aandeel en aantal private huurders. **Maximum HP=1, 3 x referentiehuurprijs Bron: eigen berekeningen op basis van GWO 2013 23
4: Simulaties omvang en verdeling doelgroep • Verdeling over inkomensquintielen Equivalente inkomensquintielen 1 2 3 4 5 + Maximum huurprijs voorwaarde + Kwaliteitsvoorwaarde 1 25, 4 23, 6 22, 5 15, 7 12, 8 Inkomensvoorwaarde + Vermogensvoorwaarde 51, 1 42, 5 6, 5 0 0 49, 3 44, 2 6, 5 0 0 43, 2 52, 5 4, 4 0 0 100 100 Alle private huurders • Aandeel private huurders per inkomensquintiel dat in aanmerking komt % private huurders in aanmerking Inkomensvoorwaarde IV+ VV + maximum IV + VV + MHPV + (IV) + vermogens- huurprijs voorwaarde kwaliteitsvoorwaarde (VV) (MHPV) Equivalente inkomensquintielen 1 91, 8 78, 1 30, 1 2 78, 5 72, 0 33, 9 3 12, 5 11, 0 2, 7 4 0, 1 0 5 0 0 0 24
4: Simulaties hoogte subsidiebedragen Eigen bijdrage= 30% van besteedbaar inkomen HS=max. xxx euro HS=50% van nodig HS=eenzijdige variant Eigen bijdrage= inkomen na aftrek minimum benodigd budget zonder huur HS=max. xxx euro HS=50% van nodig HS=eenzijdige variant Eigen bijdrage= vast bedrag variërend per inkomenscategorie HS= max. xxx euro HS=50% van nodig HS=eenzijdige variant N WQ N RI N VI Zonder kwaliteitsvoorwaarde Met kwaliteitsvoorwaarde Gemiddeld voor wie in Totaal aanmerking komt (€) benodigd Per Per Per jaar bedrag maand (in mio €) HS>0* 184 196 2 210 432 161 174 1 931 150 113 92 111 193 121 98 145 257 1 362 1 105 1 328 2 320 266 216 260 429 106 80 101 165 115 87 110 248 1 270 965 1 213 1 980 98, 5 74, 8 94 153 86 97 157 179 113 128 257 209 1 026 1 160 1 884 2 151 190 215 349 421 77, 7 83 139 150 117 124 208 188 932 990 1 664 1 804 71, 8 76, 3 128 140 102 90 111 547 508 547 119 104 159 501/389* 393/314* 439/335* 1 228 1 076 1 334 547 508 547 240 210 261 547 508 547 91 75 99 98 96 98 113 94 124 89* 68* 74* 1 087 902 1 190 98 96 98 84, 2 69, 9 92, 2 98 96 98 Bron: eigen berekeningen op basis van GWO 2013 25
4: Simulaties hoogte subsidiebedragen Gemiddelde subsidiebedragen volgens inkomensquintielen inclusief HS=0, zonder kwaliteitsvoorwaarde Basisscenario Equivalente inkomensquintielen 1 2 3 4 5 Eigen bijdrage=30% besteedbaar inkomen Eigen bijdrage= inkomen na aftrek minimum benodigd budget zonder huur Eigen bijdrage= vast bedrag variërend per inkomenscategorie 239 142 58 0 363 50 0 0 239 135 30 0 Gemiddelde subsidiebedragen volgens inkomensquintielen inclusief HS=0, met kwaliteitsvoorwaarde Basisscenario Eigen bijdrage= inkomen Eigen bijdrage= vast na aftrek minimum Eigen bijdrage=30% bedrag variërend per besteedbaar inkomen benodigd budget zonder inkomenscategorie huur Equivalente inkomensquintielen 1 2 3 4 5 212 127 55 334 41 0 211 110 34 26
4: Simulaties effecten op betaalbaarheid • Betaalbaarheid kent grootste verbetering onder de basisscenario’s • Beperkingen omwille van budget leiden tot minder hoge subsidiebedragen => lager effect op betaalbaarheid • Waar kwaliteitsvwde ingesteld neemt betaalbaarheid iets minder sterk toe (voor wie in aanmerking komen) 27
4: Simulaties effecten op verdeling • Sterke verdeling naar laagste inkomensdeciel (basisscenario’s tss 43 en 56%) • Scenario’s die eigen bijdrage baseren op resterend inkomen verdelen meest naar laagste inkomensdecielen • Maximum huursubsidie opleggen verdeelt minder sterk naar laagste inkomensdeciel • Kwaliteitsvwde opleggen verdeelt minder naar laagste inkomensdeciel 28
4: Evaluatie scenario’s beoordeeld op beleidsdoelen Enkele voorbeelden: Scenario’s Administratieve eenvoud Basis Maximum subsidiebedrag Bedrag: a<1 (50% HS) Eénzijdige variant Budgettaire haalbaarheid* Basis Maximum subsidiebedrag Bedrag: a<1 (50% HS) Eénzijdige variant Zonder kwaliteitsvoorwaarde Met kwaliteitsvoorwaarde Eigen Eigen bijdrage = bijdrage = 30% inkomen na vast bedrag besteedbaar aftrek variërend per inkomen minimum inkomensbenodigd categorie budget zonder huur VI_kw WQ RI WQ_kw RI_kw + + ++ + + + + + 29
4: Evaluatie - scenario’s beoordeeld op sociale billijkheid & inefficiënties Scenario’s Verticale billijkheid* Basis Maximum subsidiebedrag Bedrag: a<1 Eénzijdige variant Overconsumptie Basis Maximum subsidiebedrag Bedrag: a<1 Eénzijdige variant Prijsopdrijvend effect Basis Maximum subsidiebedrag Bedrag: a<1 Eénzijdige variant Zonder kwaliteitstoets Met kwaliteitstoets Eigen Eigen bijdrage = bijdrage = 30% inkomen na vast bedrag besteedbaar aftrek variërend per inkomen minimum inkomensbenodigd categorie budget zonder huur VI_kw WQ RI WQ_kw RI_kw + ++ + + + + + + ++ ++ + + + + + + + + + + + + + + + + 30
Besluitende opmerkingen • Beslissen over beoordelingscriteria en modaliteiten – Hoe ziet de huursubsidie eruit en waarom? • Tweede-orde effecten! – Simulaties geven idee van effect – Maar bvb. verandering van eigendomsvorm, verhuis naar betere kwaliteit woning niet voorspelbaar • Overgang oud naar nieuw en uitbreiding nieuw – Begunstigden oud systeem in aanmerking voor nieuw? – Hoe binnen startbudget blijven? • First come, first served? • Kwaliteitsvoorwaarde opleggen? • Aanleggen pool woningen geschikt voor huursubsidie? • Beste scenario? – Afhankelijk van (gewicht van) beoordelingscriteria 31
- Slides: 31