MON PORTFOLIO Unit 25 Unit 28 Is het
- Slides: 98
MON PORTFOLIO Unité 25 – Unité 28
Is het jouw beurt? C’est ton tour?
Ja, het is mijn beurt. Oui, c’est mon tour.
Het is jouw beurt, Sven! C’est ton tour, Sven!
Hoe laat sta je op? Tu te lèves à quelle heure?
Ik sta op om 6 u. Je me lève à 6 h.
Waar was je je? Tu te laves où?
Ik was me in de badkamer. Je me lave dans la salle de bains.
Waar kleed je je aan? Tu t’habilles où?
Ik kleed me aan in mijn kamer. Je m’habille dans ma chambre.
Hoe laat vertrek je naar school? Tu pars à quelle heure à l’école?
Ik vertrek om 7. 40 u. Je pars à 7 h 40.
Hoe laat begint de school? L’école commence à quelle heure?
Om 8. 30 u. À 8 h 30.
Hoe laat eindigt de school ‘s morgens? L’école commence à quelle heure?
Ze eindigt om 11. 45. Elle finit à 11 h 45.
Wat doe je na school? Qu’est-ce que tu fais après l’école?
Ik ga bij de buren spelen. Je vais jouer chez les voisins.
Wat doe je ‘s avonds na het avondeten? Qu’est-ce que tu fais le soir après le souper?
Hoe laat ga je slapen? Tu vas dormir à quelle heure?
Ik chat met vrienden. Je chatte avec des copains.
Hoe laat ga je slapen? Tu vas dormir à quelle heure?
Om 21. 30 u. À 21 h 30.
Neem je een ontbijt? Tu prends un petit déjeuner?
Ja, om 7. 30 u. Oui, à 7 h 30.
Ga je naar huis voor het middagmaal? Tu rentres à midi pour le dîner?
Ja, ik ga naar huis. Oui, je rentre à la maison.
Nee, ik blijf op school voor een kleine maaltijd. Non, je reste à l’école pour un petit repas.
Hoe laat neem je het avondmaal? Tu prends le souper à quelle heure?
Om 18 u. À 18 h.
Ja, dat is juist. Oui, c’est correct.
Nee, dat is fout. Non, c’est faux.
Ik heb gewonnen. J’ai gagné.
Ik heb verloren. J’ai perdu.
Gisteren ben ik naar zee gegaan. Hier, je suis allé(e) à la mer. .
Ik heb een toffe zondag doorgebracht. J’ai passé un superdimanche.
Ik heb een grote wandeling gemaakt. J’ai fait une grande promenade.
Ik heb met vrienden met de bal gespeeld. Avec des amis, j’ai joué à la balle.
We hebben gewonnen. Nous avons gagné.
We hebben in de zee gezwommen. Nous avons nagé dans la mer.
M’n vriendin Sara heeft liedjes gezongen. Ma copine Sara a chanté des chansons.
We zijn tot half acht gebleven. Nous sommes restés jusqu’à 7 h et demie.
Ik ben om 20 uur naar huis gekeerd. Je suis rentré(e) à 20 h.
Doe jij aan sport? Tu fais du sport?
Ja, ik speel voetbal. Oui, je joue au foot.
Ja, ik speel basketbal. Oui, je joue au basket.
Ja, ik speel tennis. Oui, je joue au tennis.
Ja, ik ga zwemmen. Oui, je vais nager.
Wat doe je nog graag? Qu’est-ce que tu aimes faire encore?
Ik maak graag wandelingen. J’aime faire des promenades.
Ik kijk graag tv. J’aime regarder la télé.
Ik luister graag naar liedjes. J’aime écouter des chansons.
Ik speel graag met de kaarten. J’aime jouer aux cartes.
Eerst neem ik m’n schrift. D’abord je prends mon cahier.
Dan zoek ik de bladzijde. Puis je cherche la page.
Ten slotte maak ik de oefening. Enfin je fais l’exercice.
Gooi met de dobbelsteen! Lance le dé!
Nog een keer! Encore une fois!
Ik heb boter nodig. J’ai besoin de beurre.
Ik zou graag kaas willen. Je voudrais du fromage.
Hoeveel, a. u. b. ? Combien, s. v. p. ?
250 grammes.
Ziehier de kaas. Nog iets anders? Voici le fromage. Et avec ça?
Nee, dank u, dat is alles. Non, merci, c’est tout.
Hoeveel kost dit boek? Combien coûte ce livre?
18, 50 €.
Hebt u bananen? . Wat is de prijs? Vous avez des bananes? Quel est le prix?
3, 43 € per kilo. 3, 43 € le kilo.
Hoeveel is het samen? Ça fait combien?
Het is 22 euro. Ça fait 22 euros.
Ik begrijp het woord “une tartine” niet. Je ne comprends pas le mot “une tartine”.
Ik begrijp die zin niet. Je ne comprends pas cette phrase.
Heb je zin om te eten? Tu as envie de manger?
Wil je iets? Tu veux quelque chose?
Een beetje vlees? Un peu de viande?
Nee, ik wil niets. Non, je ne veux rien.
Waarom niet? Pourquoi pas?
Ik ben ziek. Je suis malade.
Is Tom gelukkig? Tom est heureux?
Nee, hij is ongelukkig. Non, il est malheureux.
Heb je honger? Tu as faim?
Wat wil je eten? Qu’est-ce que tu veux manger?
Ik zou een boterham met chocolade willen. Je voudrais une tartine avec du chocolat.
Akkoord. En ik ga een dessert nemen. D’accord. Et moi, je vais prendre un dessert.
Wanneer gaan we eten? On va manger quand?
Ik heb honger! J’ai faim!
We eten om 18 uur. On mange à 18 h.
Je moet nog een beetje wachten. Il faut encore attendre un peu.
Hoeveel suiker wil je? Tu veux combien de sucre?
Een kilo suiker. Un kilo de sucre.
Zijn er veel sinaasappels? Il y a beaucoup d’oranges?
Nee, er zijn weinig sinaasappels. Non, il y a peu d’oranges.
Ik zou een glas water en een pot jam willen. Je voudrais une bouteille d’eau et un pot de confiture.
Er zijn te veel leerlingen in deze school. Il y a trop d’élèves dans cette école.
Wil je iets? Tu veux quelque chose?
Nee, ik wil niets. Non, je ne veux rien.
Men moet naar de leraar luisteren! Il faut écouter le prof!
Jullie moeten opletten! Il faut faire attention!
- Heupbeen walvis
- Feodale verhoudingen
- Uit het oog uit het hart
- Regenead
- Water kruipt waar het niet gaan kan
- Smout hespe en spek tekst
- Het leven praktische lessen uit het boek
- What is a portfolio
- Mon portfolio
- Je suis né pour t'aimer
- Unit 4 pre-production portfolio example
- Unit 3 digital portfolio assignment 1
- Unit 10, unit 10 review tests, unit 10 general test
- Uitleg werkwoordspelling
- Kringloop van het water
- Opwekking 464
- Bedankt voor het welkom heten
- Het nieuwe rijden cursus
- Wat kost het ijzer
- Wat is een persoonsvorm
- Het stokske gedicht
- Poolklimaat begroeiing
- De of het brood
- Og ot a llagyre
- Die sonvanger
- Rijstkorrel schaakbord
- Onderverdeling dierenrijk
- Als de here het huis niet bouwt
- Het argument
- Hoe vind je het lijdend voorwerp
- Pasen jezus is opgestaan
- Omdat gij het zijt
- Hoeveel coupletten heeft het wilhelmus
- Singulatu
- Zaadkanaaltjes
- Master in de bedrijfseconomie en het bedrijfsbeleid
- Hoe vind je een deelonderwerp
- Lange klanken
- Leerlijnen voor het basisonderwijs
- Het zeven kleuren lied
- Is zeesla een sporenplant
- Indeling plantenrijk
- Ik wandel in het licht met jezus bladmuziek
- Symbool soortelijke warmte
- Zinsdelen benoemen
- Hoe vind je het meewerkend voorwerp
- Wat is een lijdend voorwerp
- Onbep vnw
- Domein middeleeuwen tekenen
- Botsend deeltjes model
- De herinnering blijft aan die clown met zijn lach
- Het stokske
- Evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid berekenen
- Rijtje esse
- Nw gezegde
- Kan het dametje
- Het merk ik
- Het jaar van de olifant
- Algoritme euclides
- Toetsen in het hoger onderwijs
- Hart van aanbidding tekst
- Wat is een signaalwoord
- Vr. vnw
- Glorie aan het lam tekst
- Waar zitten macrofagen in het lichaam
- Motto boek
- Ek het n huisie by die see gedig
- Weerklank 189
- Contactvaardig betekenis
- De verspreiding van het christendom in europa
- Treinreis van het leven
- De trein van het leven
- De biefstuk van het zoete water
- Bez vnw
- Mooier kunnen we het niet maken belastingdienst
- Bouw van het hart
- Aan de maaltijd wordt het stil
- Windroos noord oost zuid west
- De letterboom
- Water in het verre oosten
- Voegwoord
- Het in verlede tyd
- Bladmoes
- Hoe kom je op het dark web
- Onderdelen van een tekst
- Weerkaart turkije
- Grootheid van massa
- 42 aandachtsgebieden omaha
- Subjectiviteit
- Ik ben een dinosaurus en wandel door het bos
- Mattheus 9 hsv
- Eerste les latijn
- Tinthac.net
- Kritisch denken binnen het verpleegkundig proces
- Het volk dat in duisternis wandelt zal een groot licht zien
- Inktvis skelet
- Water op het schoolplein
- Bijwoord wat is dat
- Welk getal ligt precies in het midden rekenmachine