Methodisch werken Thema 12 Ervaringsdeskundigheid Mogelijkheden van de

Methodisch werken Thema 12 | Ervaringsdeskundigheid

Mogelijkheden van de cliënt Bij het centraal stellen en verbeteren van de mogelijkheden van het kind heb je vaardigheden en kwaliteiten moeten inzetten Er is een hulpvraag (ontwikkelingsvraag) maar kijk vooral ook naar het functioneren Welke mogelijkheden heeft het kind al in zichzelf? Zoom in op: 1. Fysieke toestand en fysiek functioneren 2. Cognitief functioneren 3. Emotioneel functioneren 4. Gedragsmatig functioneren

Vanuit de praktijk… Jullie kennen het allemaal wel; Een jongetje speelt niet echt met andere kinderen en blijft wat apart staan Vaak is er meer aan de hand dan je zo op het eerste oog ziet Het kind ziet er ongelukkig uit Fysiek is het kind in staat alles te doen wat de andere kinderen ook doen Cognitief lijkt het er echter op dat het kind niet snapt wat de bedoeling is Het kind reageert te laat en wordt buitengesloten Gevolg is; onbegrip en woede (emotioneel functioneren) wat zich kan uiten in slaan, duwen, trekken etc. Zeg dan nooit: wat een lastig kind maar kijk waar de hulpvraag ligt Kijk wat er in aanleg wél goed gaat en wat er mogelijk is om de functiegebieden die niet goed gaan te ondersteunen

Ontdekken van eigen mogelijkheden Kinderen vinden nieuwe en onbekende situaties soms spannend en het kan hen bang/onzeker maken Vaak zit hem erin dat ze niet zeker zijn en hun mogelijkheden nog niet kennen Wat is dan een veilige reflex waarin kinderen duiken? Zich vastklampen aan hetgeen ze wel kunnen en kennen Dit werkt belemmerend omdat het kind de uitdaging niet aangaat om nieuwe mogelijkheden aan te boren Ben je ziek, blijf je dan daarin hangen of benut je mogelijkheden om met de juiste middeltjes de beperkingen te minimaliseren en je alsnog kunt meedoen.

Veilig uitproberen Eigen mogelijkheden ontdekken is dus heel belangrijk Voorwaarde is dat het kind hiervoor de ruimte krijgt. Hoe kun je daarvoor zorgen? Verschillende prikkelende situaties (omgeving/spelvormen/activiteiten) aanbieden Zorg voor kleine stapjes om te kunnen experimenteren

Kwaliteit van leven Te voorzichtig omspringen met aanleren nieuwe vaardigheden is niet goed Mogelijkheden tot groei en ontwikkeling worden niet benut Dan ontneem je het kind mogelijkheden zich te ontwikkelen Verbetering komt niet van de grond

Goed voelen en sociale relaties Levenskwaliteit zit hem niet alleen in lichamelijk en psychisch welbevinden Het zit hem ook in zinvolle sociale relaties Leven is samenleven Je wilt als begeleider bijdragen aan zinvol en goed bestaan Richt je daarbij op het in stand houden en vergroten van eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid

Stimuleren autonomie bij kinderen Belangrijke rol is weggelegd voor de pedagogisch medewerker. Wie kan een voorbeeld noemen van een handeling die een kind autonoom uitvoert? v Zelfstandig naar de wc gaan v Gymkleren aan en uit doen v Veters strikken Het kind werkt aan een opdracht die het zelf kiest of waarvan het kind snapt waarom het er aan werkt. Het expliciet uitleggen van een leerdoel aan de leerlingen en ze een keuze bieden helpt hierbij. Autonomie vergroten

Echte keuze bieden Dat het fijn werkt als kleuters geen hulp nodig hebben bij het naar de wc gaan spreekt voor zich. Ouders ervan overtuigen hoe belangrijk het is dat ze dit zelf kunnen voor ze starten in groep 1 is geen overdaad. Bij het werken aan een opdracht die het kind zelf koos of weten waarom het kind aan die taak werkt – is een belangrijke rol voor de PM’er weggelegd. De kans dat kinderen afmaken waar ze aan begonnen zijn is aanzienlijk groter als ze een keuze hebben in wat ze gaan doen. Een echte keuze: probeer als leerkracht niet te veel zelf te bepalen waar de kleuters aan werken. Laat ruimte over voor fantasie

Maak leerdoel voor kind expliciet Het expliciet maken van het ‘leerdoel’ is een goede manier om kleuters heel gericht aan een taak te laten werken. Hoe doe je dat? Wie heeft een doel met een kind bereikt waar je trots op bent? Leg uit waarom je het belangrijk vindt dat een kind een taakje op een bepaalde manier doet Neem het kind daarbij serieus. § ‘Een leerkracht op basisschool vroeg de kinderen om een heksenketel te maken, waarbij ze dunne reepjes moesten scheuren van gekleurd papier. § Behoorlijk gestuurd, zou je zeggen, is daar wel ruimte voor autonomie?

Betrokken bij eigen taak Bij het stimuleren van autonomie bij kinderen moet de leerkracht dus regelmatig schipperen tussen leerkracht-gestuurd en leerling-gestuurd werken. Om aandacht evenredig te verdelen is het vooral belangrijk om in het oog te houden hoe de kleuter betrokken is en blijft bij zijn eigen taak. Opdracht: Hoe stimuleer je autonomie (zelfredzaamheid)? 1. Beschrijf een situatie over een kindje op je stage waarbij je in een bepaalde handeling zijn of haar autonomie zou willen vergroten. 2. Hoe kan het kind dat (ontwikkelings)doel bereiken en wat heeft het kind daarbij nodig. Dus hoe zou je hem/haar daarbij kunnen begeleiden?

Angerenstein Ga naar welzijn. angerenstein. nl Ga naar Pedagogisch Werk Ga dan naar boek Methodiek en begeleiden Naar VW thema 12 Maak opdracht 3, 4, 5 Sla je opdrachten goed op in je pc, is aan het eind van LP 7 je bewijs van inzet en voorwaarde om de toets te kunnen halen.