MEDISCH TECHNISCH HANDELEN Anesthesie en wondsluiting LOKALE ANESTHESIE

  • Slides: 19
Download presentation
MEDISCH TECHNISCH HANDELEN Anesthesie en wondsluiting

MEDISCH TECHNISCH HANDELEN Anesthesie en wondsluiting

LOKALE ANESTHESIE Lokaal = plaatselijk Doel van lokale anesthesie: door middel van het anestheticum

LOKALE ANESTHESIE Lokaal = plaatselijk Doel van lokale anesthesie: door middel van het anestheticum de voortgeleiding van pijnprikkels naar de hersenen tijdelijk te onderbreken, zodat de pijnprikkel niet wordt waargenomen.

LOKALE ANESTHESIE Oppervlakte anesthesie: • Bevriezing (chloorethyl) • Spray • Druppels • Tampon •

LOKALE ANESTHESIE Oppervlakte anesthesie: • Bevriezing (chloorethyl) • Spray • Druppels • Tampon • Crème Per injectie: Infiltratie- en geleidingsanesthesie. * Lidocaïne-prilocaïnecrème (inwerktijd 30 -45 min) (bij prikangst). Alleen bij intacte wonden, slijmvliezen, geslachtsorganen en open beenwond (ulcura cruris).

ANESTHESIE Wordt breed ingezet bij m. n. kleine ingreepjes van de huid en onderliggende

ANESTHESIE Wordt breed ingezet bij m. n. kleine ingreepjes van de huid en onderliggende weefsels. Het principe is, dat het lokale anestheticum direct geïnjecteerd wordt in het betreffende weefsel, dat wil zeggen: dichtbij de bijbehorende zenuwstructuren. Voorbeelden: • Infiltratie anesthesie: intracutaan of subcutane infiltratie • Geleidingsanesthesie: volgens Oberst • Neuroaxiale anesthesie (bijvoorbeeld de ruggenprik).

INTRACUTANE INFILTRATIE Met 1 CC spuit en een dun naaldje wordt 0, 2 –

INTRACUTANE INFILTRATIE Met 1 CC spuit en een dun naaldje wordt 0, 2 – 0, 5 ML anestheticum ingespoten. Er ontstaat een huidkwaddel. Voorbeeld: aanleggen van infuus, kleine incisies (abces), punctie.

SUBCUTANE INFILTRATIE • Reikt tot subcutaan vetweefsel. • Uitvoering, lengte van de naalden, hoeveelheid

SUBCUTANE INFILTRATIE • Reikt tot subcutaan vetweefsel. • Uitvoering, lengte van de naalden, hoeveelheid anestheticum afhankelijk van omvang laesie, dikte huid, gewicht en/of leeftijd patiënt. • Kleine en oppervlakkige afwijkingen: naald via 1 insteekplaats onder laesie gebracht. • Bij grotere laesies (atheroomcyste, lipoom), is veldblok noodzakelijk. Dit houdt in dat het aantal prikgaatjes wordt beperkt. De naald wordt schuin ingebracht en net voor het verlaten van de huid een beetje gedraaid. Naald wordt in twee tegenoverliggende hoekpunten ingebracht.

GELEIDINGSANESTHESIE Geleidingsanesthesie volgens Oberst (anesthesie bij vingers en tenen). Aan beide zijden van de

GELEIDINGSANESTHESIE Geleidingsanesthesie volgens Oberst (anesthesie bij vingers en tenen). Aan beide zijden van de basis van de vinger of teen worden de zenuwtakken geblokkeerd. • Weinig anestheticum voor nodig; • Zorgvuldig plaats bepalen/pijnlijk; • 1 -2 ml Lidocaïne (geen adrenaline!); • Werking binnen 5 -10 minuten; • Afgebonden met rubberbandje en arterieklem van Péan.

ANESTHESIE ZIEKENHUIS https: //www. umcutrecht. nl/nl/Ziekenhuis/In-het-ziekenhuis/Voorbereiden/Eenziekenhuisopname-voorbereiden/Ruggenprik

ANESTHESIE ZIEKENHUIS https: //www. umcutrecht. nl/nl/Ziekenhuis/In-het-ziekenhuis/Voorbereiden/Eenziekenhuisopname-voorbereiden/Ruggenprik

NEURAXIALE ANESTHESIE

NEURAXIALE ANESTHESIE

LOKALE ANESTHESIE Voordelen: • Geen narcosegevaar; • Geen gevaar voor longen en bloedcirculatie; •

LOKALE ANESTHESIE Voordelen: • Geen narcosegevaar; • Geen gevaar voor longen en bloedcirculatie; • Geen klinische opname noodzakelijk; • Geen lichamelijke en/of geestelijke nawerking.

LOKALE ANESTHESIE Nadelen: • Stress voor patiënt door het bij bewustzijn blijven; • Aanrakingsgevoel

LOKALE ANESTHESIE Nadelen: • Stress voor patiënt door het bij bewustzijn blijven; • Aanrakingsgevoel blijft; • Mogelijkheid tot foute toediening, m. n. intraveneus; • Mogelijkheid tot het maken van fouten t. a. v. concentratie van de oplossing; • Mogelijkheid tot het maken van fouten t. a. v. de eventuele toevoeging van adrenaline (vasoconstrictie).

WONDSLUITING Wondsluitingmogelijkheden: • Hechtdraad; • Huidlijm; • Krammetjes en nietjes; • Zwaluwstaartjes.

WONDSLUITING Wondsluitingmogelijkheden: • Hechtdraad; • Huidlijm; • Krammetjes en nietjes; • Zwaluwstaartjes.

WONDSLUITING • Wonden ouder dan zo’n 6 uur worden in principe niet meer gehecht,

WONDSLUITING • Wonden ouder dan zo’n 6 uur worden in principe niet meer gehecht, omdat de wond zelf aan het sluiten is en het infectierisico dan groter is. • Uitzondering: in het gelaat wordt ook wel een periode van 12 uur aangehouden.

HECHTDRAAD Er zijn verschillende soorten hechtdraad: • Resorbeerbaar (oplosbaar): Vicryl, Dexon • Niet-resorbeerbaar (niet

HECHTDRAAD Er zijn verschillende soorten hechtdraad: • Resorbeerbaar (oplosbaar): Vicryl, Dexon • Niet-resorbeerbaar (niet oplosbaar): Ethilon • Traumatisch: losse naald en draad • Atraumatisch hechtdraad: naald aan draad

HECHTDRAAD Hechtdraad: • Bespoedigt de genezing; • Oogt over het algemeen cosmetisch fraaier, vergeleken

HECHTDRAAD Hechtdraad: • Bespoedigt de genezing; • Oogt over het algemeen cosmetisch fraaier, vergeleken met ‘nietjes’; • Donati-hechting (doorlopende hechting).

WONDSLUITING Hechtdraad is in verschillende diktes verkrijgbaar. Heel dun (6 -0) tot heel dik

WONDSLUITING Hechtdraad is in verschillende diktes verkrijgbaar. Heel dun (6 -0) tot heel dik (2 -0). • Voor gelaat meestal 5 -0 • Armen, benen, behaarde hoofd: 4 -0 • Gewrichten: 3 -0 Zie boek MTH voor meer info.

AGRAVES Agraves, ook wel ‘nietjes’ genoemd of ‘krammetjes’. • Inbrengen met agravepincet/agravetang; • Verwijderen

AGRAVES Agraves, ook wel ‘nietjes’ genoemd of ‘krammetjes’. • Inbrengen met agravepincet/agravetang; • Verwijderen met agravetang.

WONDSLUITING Weefsellijm/huidlijm: Geschikt voor kleine wondjes in het gezicht, waar weinig druk op komt.

WONDSLUITING Weefsellijm/huidlijm: Geschikt voor kleine wondjes in het gezicht, waar weinig druk op komt. Voorbeeld: Histo-acryl blauw en Delta-acryl blauw.

WONDSLUITING Zwaluwstaartje of hechtstrip. Wanneer toegepast: als de wond nog wat wijkt.

WONDSLUITING Zwaluwstaartje of hechtstrip. Wanneer toegepast: als de wond nog wat wijkt.