LGBTQI wat is dat allemaal Basisles over de
LGBTQI+ wat is dat allemaal? Basisles over de genderkoek
1. Wat is gender? Een definitie. Verwijst naar de sociaal en cultureel (aangeleerde) verschillen tussen jongens en meisjes.
1. Wat is gender? Gender = geslacht?
2. De genderkoek Gender is complex. Het is niet binair. Niet of/of. Soms zelfs en/en. Een beetje dit, een beetje dat. Een hele koek kortom, en daarom de moeite waard om er je tanden eens in te zetten.
2. De genderkoek Het geslacht Je lichamelijke huishouding: geslachtskenmerken, hormonen, chromosomen, … man intersekse vrouw
2. De genderkoek Intersekse
2. De genderkoek Genderidentiteit Je innerlijke gevoel van mannelijkheid, vrouwelijkheid, beiden of geen van beiden. Transgender Je innerlijke gevoel komt (grotendeels) niet overeen met je geboortegeslacht. Cisgender Je innerlijke gevoel komt (grotendeels) overeen met je geboortegeslacht.
2. De genderkoek Transgender: Overkoepelende term voor iedereen die zich niet cisgender voelt.
2. De genderkoek Transgender: transman / transvrouw Iemand die zich niet goed voelt bij het geboortegeslacht en in transitie gaat. Transvrouw: iemand die bij de geboorte als jongen werd geregistreerd maar een voornamelijk vrouwelijke genderidentiteit heeft. Transman: iemand die bij de geboorte als meisje werd geregistreerd maar een voornamelijk mannelijke genderidentiteit heeft.
2. De genderkoek Transgender: travestie (crossdressing) Iemand die op bepaalde momenten de kleding, taal en gedrag van het andere (geboorte)geslacht aanneemt. Travestie Showtravestie dragking / dragqueen
2. De genderkoek Transgender: genderqueer / gender nonbinair Iemand die zich niet goed voelt bij het hokje man/vrouw. Deze persoon voelt zich zowel man als vrouw, of geen van beiden.
2. De genderkoek Genderexpressie De manier waarop je je toont aan de buitenwereld. Dit kan gaan over je kleding, kapsel, manier van lopen, gebaren, zithouding, . . . cultuurafhankelijk context. Afhankelijk Vb. : vrijgezellenfeest tijdsafhankelijk
2. De genderkoek Seksuele oriëntatie De manier waarop je je toont aan de buitenwereld. Dit kan gaan over je kleding, kapsel, manier van lopen, gebaren, zithouding, . . . Op wie je verliefd wordt Wie je opwindt
3. LGBTQI+ Acronym Dit is een letterwoord om seksuele, gender- en geslachtsdiversiteit aan te duiden. L= lesbisch, G= gay (homo), B= biseksueel, T= transgender, Q= queer, I= intersekse. De plus staat dan voor alle personen en groepen die buiten de (cis)gender- en heteronorm vallen, maar niet onder 1 van de genoemde letters.
3. Je seksuele identiteit Jij ontwikkelt je eigen seksuele identiteit op basis van deze vier onderdelen: geslacht, genderidentiteit, genderexpressie en seksuele oriëntatie. zelfbenoeming uniek persoonlijk
onderwijs@cavaria. be
- Slides: 16