lezen www antoinetteberns nl Piet is op het
lezen www. antoinetteberns. nl
Piet is op het dak. Piet is op de boot. Piet is op de fiets.
Piet draagt een zak. Piet draagt een pak. Piet draagt de staf.
Een muis voor de zak. Een muis in de zak. Een muis naast de zak.
De S van zak. De S van Piet. De S van Sint.
Een klomp met een Een klomp met hooi. Een klomp met snoep. .
Piet is in huis. Piet is in de stal. Piet is op straat.
Sint zit op het paard. Sint voert het paard. Sint loopt naar het paard.
Een schoen met een brief. Een schoen met een peen. Een schoen met een pak.
Piet is bij sint. Piet is bij een kind. Piet is bij het paard.
Piet is op het dak. Piet is bij de deur. Piet is bij het raam.
rijmt boot noot brood bed groot boom sloot rijmt niet
rijmt dak das zak tak doek pak slak rijmt niet
rijmt veer vier beer voor peer weer vaar rijmt niet
rijmt boek doek boer zoek koe bok rijmt niet
rijmt maan haan maak gaan maar staan naam rijmt niet
rijmt paard kaart paar haard staart poort taart rijmt niet
rijmt sint kind zand wind lint stil zit rijmt niet
rijmt snoep stoep snoet poep snap roep snuit rijmt niet
Mijn broek is rood. Mijn vest is zwart. Mijn muts is groen.
Mijn broek is paars. Mijn kraag is wit. Mijn muts is geel.
Ik heb een zak. Mijn bloes is blauw. Mijn broek is rood.
Mijn broek is paars. Ik heb een zak. Ik draag een vest.
Ik heb geen zak. Mijn bloes is geel. Mijn vest is rood.
Mijn broek is blauw. Ik draag een pak. Ik bloes is groen.
Mijn kraag is wit. Mijn bloes is groen. Mijn muts is rood.
Mijn muts is paars. Mijn bloes is geel. Ik draag een pak.
Het wordt al donker. De maan schijnt. Op de stoep loopt een poes.
De poort is dicht. Eén piet is op het dak. Eén piet belt aan.
Piet staat bij de deur. Piet luistert bij het raam. De auto rijdt weg.
Sint en piet steken over. De poes staat nu bij piet. In één huis is licht aan.
De piet op het dak is weg. Voor de poort staat nog een piet. In één huis is licht aan.
De piet bij de poort is moe. Sint kijkt om. De maan schijnt.
Een meisje kijkt door het raam. De poes zit voor de deur. De piet bij het raam is weg.
Piet loopt naar de deur. De poes loopt met piet mee. Sint loopt naar het paard.
De maan is achter de wolk. Het meisje is weg. De zak staat voor de deur.
De lichten zijn uit. Sint en de pieten zijn weg. Het is nacht.
Daan had zijn werk het eer st af. Ik was intussen ook bijna klaar. Linda keek stiekem af bij David. Zoek deze woorden in de zin.
Fleur liep iets sneller door. Ze was in t ien minuten thuis. Hamza kon haar niet bijhouden. Zoek deze woorden in de zin.
Over een paar d agen ben ik jarig. Ik hoop op een leuk feestje. Dat weten ze wel voor mij te regelen. Zoek deze woorden in de zin.
De ober komt naar ons tafeltje. Liever geen pasta f luistert Sem. Zou ik ook pizza kunnen krijgen? Zoek deze woorden in de zin.
Papa kreeg voetbalplaatjes voor mij. Maar ik spaar d ie plaatjes niet. Toch aard ig om aan mij te denken. Zoek deze woorden in de zin.
- Slides: 47