Leren hoe doe je dat LEREN Incidenteel leren

  • Slides: 25
Download presentation
Leren, hoe doe je dat?

Leren, hoe doe je dat?

LEREN ¡ Incidenteel leren (PER ONGELUK) = leren terwijl je denkt of doet, leren

LEREN ¡ Incidenteel leren (PER ONGELUK) = leren terwijl je denkt of doet, leren als ‘bijproduct’ ¡ Intentioneel leren (EXPRES) = leren a. d. h. v. doelen om gewenste leerresultaten te bereiken. Hierbij is bekend welke leerprestaties nodig zijn Belangrijk voor reflectie: ¡ Er gaan leeractiviteiten aan vooraf ¡ Is toe te schrijven aan een informatieverwerkingsproces: doe het bewust!!

LEREN op SCHOOL ¡ Met toetsen getest = op papier schrijven ¡ Je docent

LEREN op SCHOOL ¡ Met toetsen getest = op papier schrijven ¡ Je docent leest en geeft een punt ¡ Hoog punt alleen als je goede studievaardigheden hebt = leerstrategieën

INFORMATIEVERWERKING ALGEMEEN naar Van Beemen, 2001

INFORMATIEVERWERKING ALGEMEEN naar Van Beemen, 2001

CONCLUSIE AANDACHT zonder aandacht GEEN expres=bewust leren

CONCLUSIE AANDACHT zonder aandacht GEEN expres=bewust leren

LEREN BEGINT BIJ WAT JE AL KENT!!!! 1)Kennis ophalen uit LTG en klaarleggen in

LEREN BEGINT BIJ WAT JE AL KENT!!!! 1)Kennis ophalen uit LTG en klaarleggen in KTG 2)Nieuwe informatie naar KTG brengen 3)Met nieuwe informatie de ‘oude’ kennis bewerken 4)De bewerkte = nieuwe kennis weer opslaan

HOE? Neisser 2 hoofdtypen informatieverwerking: TOP DOWN en BOTTOM UP

HOE? Neisser 2 hoofdtypen informatieverwerking: TOP DOWN en BOTTOM UP

2 HERSENHELFTEN ¡ Linker hersenhelft: spraak/taal/rekenen/volgorde/ analyse van gehelen naar delen bottom up ¡

2 HERSENHELFTEN ¡ Linker hersenhelft: spraak/taal/rekenen/volgorde/ analyse van gehelen naar delen bottom up ¡ Rechter hersenhelft: beelden/kleuren/muziek/dimensies/ patronen eenheid/verbanden-samenstellen gehelen uit delen top down

2 HERSENHELFTEN

2 HERSENHELFTEN

BOTTOM UP naar Neisser Je begint met informatie verwerken als je een prikkel krijgt.

BOTTOM UP naar Neisser Je begint met informatie verwerken als je een prikkel krijgt. Op school: als je iets ziet, hoort of leest. Je leert vanuit de gegevens die je krijgt aangeboden. Je leert het liefst met woorden, via taal (woorden, zinnen, alinea’s)

TOP DOWN Als je een prikkel krijgt, ga je eerst naar je LTG. Je

TOP DOWN Als je een prikkel krijgt, ga je eerst naar je LTG. Je werkt met de kennis die je al hebt. Je hebt een beeld/idee in je hoofd nodig om te kunnen werken met de gegevens. Je legt een verband/ maakt een ’plaatje’, een geheel

VAKGERELATEERD BOTTOM UP Alphavakken Gammavakken: ¡ Stampen feiten/ begrippen ¡ volledige of te uitgebreide

VAKGERELATEERD BOTTOM UP Alphavakken Gammavakken: ¡ Stampen feiten/ begrippen ¡ volledige of te uitgebreide antwoorden geven ¡ Kern missen ¡ Vaktaal gebruiken TOP DOWN Bètavakken Gammavakken: ¡ inzicht tussen begrippen/grote lijnen snappen ¡ Vaak te korte antwoorden geven ¡ Kern raken ¡ Eigen taalgebruik hanteren

VOORKEURSTIJL ¡ ¡ Bepaalt welke studievaardigheden iemand het liefst gebruikt Is nuttig voor veel

VOORKEURSTIJL ¡ ¡ Bepaalt welke studievaardigheden iemand het liefst gebruikt Is nuttig voor veel leerprocessen Echter: ¡ bij onvoldoende resultaten: wellicht schiet je voorkeurstijl voor informatieverwerken tekort bij dit vak ¡ Wat zou je kunnen gebruiken uit de andere voorkeurstijl? ¡ Waar gaat het om bij dit vak?

EIGEN GEREEDSCHAPSKIST

EIGEN GEREEDSCHAPSKIST

ALPHAVAKKEN: talen leren BOTTOM UP ¡ ¡ Je werkt precies bij oefeningen Je onthoudt

ALPHAVAKKEN: talen leren BOTTOM UP ¡ ¡ Je werkt precies bij oefeningen Je onthoudt regels en uitzonderingen Let op: • verband tussen regels, • leer niet alles ‘los’ / per hoofdstuk TOP DOWN ¡ ¡ Werkt onnauwkeurig: ik snap de regel, inoefenen is saai, details worden gemist Mist uitzonderingen Let op: ¡ vaker herhalen (kleiner KTG voor woordjes) ¡ Maak schema’s met kleuren ¡ Oefeningen maken met schema erbij ¡ Kijk je werk na!!!!!!

BETAVAKKEN wiskunde, natuurkunde, scheikunde BOTTOM UP ¡ ¡ Bij oefeningen wordt precies gewerkt: regels

BETAVAKKEN wiskunde, natuurkunde, scheikunde BOTTOM UP ¡ ¡ Bij oefeningen wordt precies gewerkt: regels en uitzonderingen worden onthouden Stap voor stap benadering leidt niet tot voldoende inzicht in grote geheel: alles ‘los’ geleerd…. TOP DOWN ¡ ¡ ¡ snapt de formule, weet het antwoord direct inoefenen is saai, details worden gemist: onnauwkeurig Mist uitzonderingen/extra informatie Nodig om in vaste stappen te werken: nut ervan kennen KIJK NA!!!!!

GAMMAVAKKEN CENTRAAL: LEZEN TEKST VERWERKEN

GAMMAVAKKEN CENTRAAL: LEZEN TEKST VERWERKEN

LEZEN BOTTOM UP ¡ Je leest precies, in de goede volgorde. TOP DOWN ¡

LEZEN BOTTOM UP ¡ Je leest precies, in de goede volgorde. TOP DOWN ¡ ¡ Je leest radend: je voorspelt op basis van je kennis en ervaring wat er gaat komen Je wordt pas nauwkeurig als je iets niet begrijpt/verwacht

LEZEN Mischien heb je ze wel eens bekeken in grotten in Frankrijk of Spanje,

LEZEN Mischien heb je ze wel eens bekeken in grotten in Frankrijk of Spanje, die prachtigen grotschilderingen. Ze zijn gemaakt in een tijd dat mensen al niet konden schrijven. Daarom vormen deze grotschilderingen een belangrijke bron van infomatie voor het bestuderen van het leven van de apen in de prehistorie. Wat vertellen deze grootschilderingen ons?

VAUTJES Mischien heb je ze wel eens bekeken in grotten in Frankrijk of Spanje,

VAUTJES Mischien heb je ze wel eens bekeken in grotten in Frankrijk of Spanje, die prachtigen grotschilderingen. Ze zijn gemaakt in een tijd dat mensen al niet konden schrijven. Daarom vormen deze grotschilderingen een belangrijke bron van infomatie voor het bestuderen van het leven van de apen in de prehistorie. Wat vertellen deze grootschilderingen ons?

TEKST VERWERKEN HOE: model uit methode Nederlands 1. Lees titel hoofdstuk 2. Lees titel

TEKST VERWERKEN HOE: model uit methode Nederlands 1. Lees titel hoofdstuk 2. Lees titel paragrafen 3. Scan begrippen STOP: 1. Vraag je af wat je al van het onderwerp weet = activeren voorkennis 2. Haal belangrijke informatie uit alinea: aan begin of einde 3. Maak samenvatting/schema

DAN: MAAK OPGAVEN ALSOF HET EEN TOETS IS. Let op: 1) Reproductie 2) Inzicht

DAN: MAAK OPGAVEN ALSOF HET EEN TOETS IS. Let op: 1) Reproductie 2) Inzicht 3) Toepassing

TOT SLOT AL JE HUISWERK = MAAK + LEERWERK = VOORBEREIDING OP TOETSEN =

TOT SLOT AL JE HUISWERK = MAAK + LEERWERK = VOORBEREIDING OP TOETSEN = OPSCHRIJVEN WAT JE DOCENT WIL LEZEN

VRAGEN? Marink van Kessel Orthopedagoog/zorgcoördinator TBL m. vankessel@hethooghuis. nl

VRAGEN? Marink van Kessel Orthopedagoog/zorgcoördinator TBL m. vankessel@hethooghuis. nl