Leerstoornissen CONCEPTUEEL MODEL DIAGNOSTIEK 1 ALGEMEEN CONCEPTUEEL MODEL
- Slides: 78
Leerstoornissen CONCEPTUEEL MODEL DIAGNOSTIEK
1. ALGEMEEN CONCEPTUEEL MODEL
Diagnostiek van kinderen met leerstoornissen • CRITERIA OF SUBTYPES? HISTORIEK – normaliteitscriterium – discrepantiecriterium – exclusiecriterium – ‘ 70: leerstoornissen zijn geen unitaire groep maar verschillende subtypes – ‘ 90: foutenanalyse ipv neuropsychologische subtypes zoeken
Diverse normeringssystemen -1 SD leerprobleem pc 16 (of < pc 17) 15. 9% Cum. Perc. Z=-1 T=40 Stanine=3 -2 SD leerstoornis pc 2 (of <pc 3) 2. 3% Cum. Perc. Z=-2 T=30 Stanine=1
2. DYSLEXIE Leesstoornissen
Wat is lezen? Lezen=begrijpen van geschreven taal • Lezen=omzetten van tekens (grafemen) in klanken (fonemen) – teken – boom klank ‘boom’ • technisch lezen • begrijpend lezen betekenis
Leren lezen • INLEIDING – Lezen moet worden aangeleerd – Fonemisch bewustzijn stimuleren bij kinderen is essentieel Wat hoor je achteraan in kat? Wat rijmt op kat? Wat maak je van p. a. k?
Specifieke leesvoorwaarden Drie soorten leesvoorwaarden – Taalvoorwaarden (taalbeheersing=essentieel om vlot te lezen) – Perceptueel-motorische voorwaarden Auditieve discriminatie, Visuele discriminatie, Analyse, Synthese, L/R Hoog/laag oriëntatie, vocaal motorische beheersing en expressie – Objectieve voorwaarden Zingeving, objectivatie, fonologisch bewustzijn
Cerebrale organisatie van lezen • • • Prikkel komt binnen in de prim. Vis. Cortex Prikkel gaat Li/Re occipitaal (streepjes) Gyrus angularis (fonetische klank) Wernicke (temporaal) (betekenis/taalbegrip) Broco (frontaal) Gramm. Sequentiële structuren herkennen • + belang rechter hemisfeer (vis. Voorstellen)
Dual road theorie (Boder, 1973) • Letter per letter verklanken ANALYTISCH – k. a. t • Globaal tot herkenning van woordbeelden – kat=woordbeeld van ‘kat’ of ‘poes’ – moeder=woordbeeld van ‘moeder’ of ‘mama’ • Tussenvorm – ge/sch/i. f. t VISIE IS MOMENEEL OMSTREDEN.
Subtypes in dyslexie? • Boder (1973), Mattis, French & Rapin (1975), Denckla (1977) • Taalstoornisdyslexie • Auditieve leesstoornis • Visuele leesstoornis
Taalstoornisdyslexie • Anomie + belemmering in de ontwikkeling van woordbeelden • Bij het zien van een woordbeeld kan men dat beeld niet onmiddellijk benoemen • Taalbegrip, spraakimitatie en auditieve discriminatie vallen uit
Auditieve leesstoornis 67% • =disfonetisch of articulatorischegrafomotorische discoördinatie stoornis • bucco-linguïstische dyspraxie en grafomotorische moeilijkheden • problemen met AUDITIEVE SYNTHESE • compenseren met GLOBALE leesstrategie • kunnen hoog frequente woorden radend lezen, kunnen geen nonsens woorden lezen • vallen uit op KLEPEL
Visuele leesstoornis 10% • =visueel spatieel of diseidetische stoornis • uitval op VISUEEL RUIMTELIJKE perceptie, vooral zonder motoriek • compensatie met een ANALYTISCHE leesstrategie • BEL=KLEPEL
Balansmodel (Bakker) • Beginnend lezen – Re hemisfeer – Perceptueel (analytisch, spellend) lezen • Vlot lezen – Li hemisfeer – Linguistisch lezen vanuit context (globaal lezen)
Bakker typologie • P DYSLEXIE – blijven spellend lezen – schakelen te laat over van Re naar Li hem. – Lezen traag, accuraat (weinig fouten) – Veel tijdconsumerende fouten (herhalingen, aarzelingen, inwendig spellen) • L DYSLEXIE – te snel globaal lezen – schakelen te snel over naar Li hem – Lezen snel, onnauwkeurig – Maken substantiële fouten (vervormingen, substibuties)
Diagnostiek van dyslexie • Logopedisch onderzoek – taalbegrip, woordenschat, fonemisch bewustzijn, geheugen voor woorden, spec. Leesvoorwaarden, deeltaken in leesproces, begrijpend luisteren, lezen zelf (EMT, KLEPEL, BEL) • Psychopedagogisch onderzoek – familiaal? – intelligentie
Een minuut test (EMT) (Brus & Voeten) (1979 -1999) • 116 onder elkaar gedrukte, niet samenhangende woorden (A en Bvorm) • technisch lezen : l minuut • 2 de-6 de lj • RU, afgeleide scores, SS (1 -19) • Prestaties vgl met leerjaarnormen (C, deciel) • Prestaties vgl met did. leeftijdsnormen
KLEPEL (vanden Bos e. a. , 1993) • • • Pseudo- en nonsenswoorden A en Bvorm LO en start secundair onderwijs RU, SS (1 -19) Voor welke vorm van dyslexie zinvol?
AVI-toetskaarten (1981) • Avi toetsen= 2 x 9 teksten verschillende AVIniveaus • Interpretatie op basis van – tijd nodig om tekst volledig te lzen – gemaakte fouten
Begrijpend lezen • BEL • Toetsen van Aernoutse • HYPERLEXIE= technisch lezen is OK, begrijpend lezen valt uit
Soort dyslexie? • Hannes TIQ WISC-R 95, EMT pc 50, KLEPEL pc 2, BEL pc 8 • Wim leest heel traag maar vrijwel foutloos. EMT pc 3, KLEPEL pc 3, BEL pc 12 • Arno leest radend met veel fouten. EMT pc 3, KLEPEL pc 3, BEL pc 2 • Ushi EMT pc 45, KLEPEL pc 40, BEL pc 2
Hot topics • Dyslexie gen • Gebruik van gekleurde lezen tav dyslexie. . .
3. DYSORTHOGRAFIE Spelling valt uit.
Wat is spellen? • Schrijven = expressie d. m. v. geschreven taal • Ons schrift = fonografisch schrift – systeem van tekens die klanken weergeven – in bepaalde volgorde produceren van tekens • Schrijven = motorische act – Fijne handmotoriek, oog-hand coördinatie
FONOGRAFISCH SCHRIFT • Begin: fonetisch schrift – kat, klok, pen • Later : niet-klankzuivere woorden op basis van spellingsregels – klinkerdief (bomen), verdubbelaar (kat’t’en) • Later : niet klankzuivere woorden op basis van woordbeelden – appel (apul), voogul (vogel), pokémon
MOTORISCHE ACT • Schrijfvoorwaarden: pincetgreep, ruimtelijke oriëntatie, kritisch onderscheidingsvermogen, oog-hand coördinatie, analyse, synthese, geheugen • Grondpatronen van letters Vertikaal, schuin en horizontaal lijnpatroon hoek-, ovaalpatroon, soorten spiraalpatronen
Dysorthografie • Spellingsprobleem • Schrijfprobleem
Spellingsprobleem • ALGEMEEN – probleem omdat men niet kan klanken omzetten in een woord gebruik makend van spellingsregels – probleem omdat men het vocabularium van gekende woorden niet kan bereiken
Spellingstoornis • Lexicale of orthografische dys(ortho)sgrafie – geen toegang tot woordbeeld – moet spellen, wat veel schrijffouten oplevert • VOLGUNDE DONDURDAG GAAN WU ZWEMUN MET TIENKIEWIENKIE • Fonologische dys(ortho)grafie – kan niet spellen op basis van klanken, kan geen nonsenswoorden schrijven • VOLGENDE DONDERDAG GAAN WE ZWEMMEN MET ?
Schrijfproblemen • Ideationele apractische dysgrafie – kunnen letters en woorden kopiëren – kunnen niets schrijven in een dictee • Spatiële dysgrafie – oriëntatieafwijkingen b d, neglect b o
Diagnostiek • Gelijk aan dyslexie • PI Dictee (Geelhoed e. a. , 1994): 135 woorden in zinnen 1 ste-6 de leerjaar • AUDI 50 : 50 woorden dictee • ANALYTISCH LEES- EN SCHRIJFOND. (Goetmaeckers): grafemen, woorden, zinnen dictee
Soort spellingsprobleem • Wim schrijft ‘vurboodun voor onbuvoegdun, ophupast werkun’ op een bord • Katrien schrijft traag maar maakt geen fouten tegen hoogfrequente woorden. Ze kan echter geen nieuwe woorden schrijven.
4. DYSCALCULIE Rekenstoornissen
Rekenstoornissen • 10% problemen, 4% LS • Problemen met – perceptuele input (6=9) – procedurale aspecten 36+4=76; 82 -15=73 – taal, voorstellingsvermogen (50 is 1 meer dan ? ‘ 51’) – aandacht, geheugen
Wat is rekenen? • Gebruik maken van logografische symbolen (Van Borsel, 1998) 1=één +=plus • HTEstructuur • Klankzuivers getalwoorden Minder logische getalwoorden (ll ééntien/20 tweetig)
• Koppeling hoeveelheid/betekenis getalwoord symbool • boom één 1 • Voorbereiden rekenvaardigheden – psychologische voorwaarde (conservatie, correspondentie) – kernvoorwaarde (classificatie, seriatie) • Neo-Piagetiaanse inzichten (tellen, taal)
Tellen • • • Tellen via herkennen Akoestisch tellen (eerste rekenrijpheid 3 j) Asynchroon tellen (pre-aritthmatisch 4 j) Synchroom, structurerend tellen (4 j 6 m) Resultatief tellen (tweede rekenrijpheid 5 j) Verkort tellen
In welk telstadium? • Stijn telt het aantal kippen Er zijn 11 kippen. Hij telt 1 2 3 4 5 6 zé-ven 8 né-gen’ • Geert telt het aantal glazen aan tafel. Hij verschuift de glazen om ze te tellen maar bekomt een correct aantal (nl 4) • Opa en oma komen erbij. Ilse telt ‘we zijn nu met 5, 6 mensen’.
Soort cognitieve vaardigheden • • • L taken S taken K taken T taken V taken P taken C taken N taken R taken
L opgave STIPPENOPGAVE – Set oefeningen met getallen 2 , 3, 40, 42, 50, 53 – (L ). Stippenopgave – Verbind het correcte aantal stippen met het overeenkomstige getal 2, 3, 40, 42, 50, 53
S opgave TEKENOPGAVE – (S ). Tekenopgave • Leg de betekenis van + en = met je eigen woorden uit
P opgave REKENOPGAVE – (P ). Rekenopgave – 3+50= – 42 -3=
K opgave GETALLENLIJNOPGAVE – (K). Getallenlijnopgave – Teken 2, 3, 40, 42, 50 en 53 op een getallenlijn. – 53 bestaat uit … groepjes van 10 en … losse elementen. – 42 bestaat uit … groepjes van 10 en … losse elementen
T opgave ZINOPGAVE – (T ). Zinopgave – 40 meer dan 2 is ? – 3 minder dan 50 is ?
C opgave KNIKKEROPGAVE – (C ). Knikkeropgave – Lisse heeft 3 knikkers. Ze krijgt 50 knikkers bij. Hoeveel knikkers heeft ze nu nog? – Lisse heeft 40 knikkers. Ze geeft 2 knikkers weg. Hoeveel knikkers heeft ze nu nog?
R opgave STICKEROPGAVE – (R ). Stickeropgave – Kjell heeft 2 knikkers en 1 sticker. Hij krijgt 40 knikkers bij. Hoeveel knikkers heeft hij nu?
V opgave FILMOPGAVE – (V ). Filmopgave – 50 is 3 meer dan ? – 40 is 2 minder dan?
N opgave BETAALOPGAVE – (N ). Betaalopgave • Je moet 42 fr betalen. Hoe betaal je dat best? Met 2 stukken van 20 fr? Met 3 stukken van 20 fr of met 1 stuk van 50 fr?
Rekenproblemen soort • • • L-probleem S-probleem K-probleem T-probleem V-probleem P-probleem 50 lezen en 1 lezen + en x lezen en interpreteren 50 en 1 situeren op getallenas 1 meer dan 50 is? 50 is 1 meer dan? 50+1=
Soort rekenproblemen • C-probleem Wim had 50 knikkers. Hij gaf l knikker weg. Hoeveel knikkers heeft hij nu nog over? • N-probleem Wim had 50 knikkers. Geert had 40 knikkers. Wim gaf l knikker weg. Hoeveel knikkers heeft Wim nu zeker nog ? Kies uit 40, 50, 90, 89 • R probleem Wim had 50 knikkers. Geert had 40 knikkers. Wim gaf l knikker weg. Hoeveel knikkers heeft Wim nu over? (exact antwoord mogelijk)
Cerebrale organisatie rekenen • Bilateraal • Van achter (occipitaal) naar voor (frontaal) • Ook subcortex nodig (geheugen, aandacht)
• Occipito-temp. : S L –R –L 69 79 74 45 52 67 • Pariëtaal P – Verwerking, sequenties 35+4=75 of 72 -16=64 • Frontotemporaal –TCRV
Rekenstoornissen • KOSC (1974, 1981) – Verbale DC dysfasie – Lexicale DC problemen met lezen van rekenk. Symbolen, rekendyslexie – Grafische DC problemen met schrijven van rekenk. Symbolen, rekendysorthografie – Practognostische DC (komen niet tot getalbegrip, blijven preoperationeel denken) – Ideognostische DC (blijven concreeet denken) – Operationele DC
• NJIOKITJIEN – DC ten gevolge van gestoorde randvoorwaarden – Centrale dyscalculie • BORGHOUTS VAN ERP – Fase II
• ROURKE (1978, 1989) – DC van verbale type (lezen en rekenen valt uit) – DC van spatiële type (alleen rekenen valt uit) – Vooral empirisch gevalideerd bij jongens (Share et al. , 1988)
• MC Cl. OSKEY et al. (1986, 1995) – getalkennis DC – geheugen DC: andere ontwikkeling – procedurele DC : tragere ontwikkeling • VAN BORSEL(1998) – Logografische DC (problemen geschreven taal: koppeling woord-symbool probleem) – Semantische DC (problemen gesproken taal: koppeling betekenis-woord probleem)
Diagnostiek • Veenman – algemeen conceptuele kennis – domeinspecifieke kennis – metacognitieve kennis – geautomatiseerde rekenvaardigheden – domeinspecifieke vaardigheden – metacognitieve vaardigheden
Intelligentie OT visueel voorstell Re hem TVIQ I, O, R, W, B, CIJ TPIQ OT, PO, BP, FL, SU, DH PO logisch denken Re hem I algemene ontwikkeling O abstractie R contextrijke toep. T/C W passieve woord. T B logisch denken Li-hem CIJ geheugen. DC BP analyse&synthese meetk Fl analyse & synthese meetk SU visueel geheugen, tempo Dh planmatig werken Let op significantie RU SS Stand Afw + sign Flynn-effect
Rekentests: GRIPA (1987) -Catteeuw & Gheskiere -globale rekentest (conceptueel rekenen, domeinspec. kennis & vaardigheden) -GRIPA 1 tem 4 (2 -5 lj. ) -22 min tot 58 min -n= 327 tot 375 lln -pc normen/ scoort streng
TTR (1992) -De Vos -getalsfeiten -afnameduur 5 minuten -Nederlandse normering -Vlaamse normering: percentielnormen
KRT (1995) -Cracco et al. (1995) -1 ste tem 6 de lj -n=3246 lln -goede psychometrische onderbouw -45 min/ pc -KRT vorig jaar tem dec KRT huidig jaar van jan
TARBO (1983) -Bruyneel -domeinspec. kennis & vaardigheden, algemeen conceptuele kennis -1 tem 4 de lj -45 minuten -geen pc
LOK (1996) -Hamers et al. -derde kleuters/lste lj -leertest -n=115 -Fonemisch bewustzijn en voorbereidende rekenvaardigheden -afname: 3 opeenvolg. dagen
AWIST-n (1994 -1996) -Matthys et al. , 1994 -96 -analytische test 1 -5 -afnameduur 2 à 3 uur -4 beheersingsniveaus -geen pc
Kwantiwijzer (1992) -van de Berg et al. , 1992 -lste tem 4 de lj -zorgverbredingspakket -per onderwerp een toetsboekje en werkboek -telmethode, +tot 10, -tot 10, +met brug, - met brug, oriëntatie in get. , +onder 100, - onder 100
Dudal • Rekenen midden 3 de lj • Rekenen tot 100 eind 2 de lj DUDAL (1992) DUDAL (1998) • verbale opgaven • n=305 • pc • getallenkennis, hoofdrekenen • pc
4. Metacognitie en leerstoornissen • M. Kennis • M. Vaardigheden – – voorspellen plannen monitoring evalueren • M. Beliefs – motivatie – attributie ….
OEFENINGEN Zie beschrijvingen van de kinderen.
Opfrissing • LEZEN – EMT – Klepel – BEL
Opfrissing • REKENEN – KRT – TTR – Test contextrijke opgaven – Cognitieve deelvaardigheden rekenen
Leesstoornissen • P-dyslexie: Re letsel te traag lezen, spellend, tijdconsumerende fouten • L-dyslexie: Li letsel onnauwkeurig, snel • Auditieve leesstoornis: aud. synthese valt uit; lezen globaal (KLEPEL<< EMT) • Hyperlexie: EMT OK, BEL valt uit • NOOD AAN – EMT – KLEPEL – BEL
Rekenstoornissen • Kosc: o. m. practognostisch, ideognostisch, operationele DC • Veenman: o. m. domeinspec. Kennis, alg. concept. Kennis domeinspec. Vaardig. geautomat. Vaardigh. • NOOD aan: KRT, Test naar contextrijke opgaven & TTR
CASUS ANTHONY • Is er een stoornis/probleem in het bilan van 1998? • Zijn er vorderingen gemaakt in 1999? • 1998 -VIQ 98, PIQ 103, TIQ 101 WISC-R -Rekenen Dudal pc 3 • 1999 -KRT pc 39 hoofd>getalk -Dudal 4/10 (pc 45) -TTR to t 62 (pc 23) EMT RU 56 (SS 10) GRIPA pc 50 tech>inz r
CASUS Niels Leerstoornis/probleem? Soort probleem (automatiseer/domeinspe cifiek…) Analyse op KRT: T, V, P • • Dudal pc 5 GRIPA pc 10 TTR pc 4 KRT pc 5
CASUS Delphine Leerstoornis/probleem? Soort probleem (automatiseer/domeinspe cifiek…) Analyse op KRT: T, V, P • • Dudal pc 5 GRIPA pc 30 TTR pc 44 KRT pc 10
CASUS Mahieu BM Leerstoornis/probleem? Soort probleem (automatiseer/domeinspe cifiek…) Analyse op KRT: T, V, P • Intelligentie TIQ 108, PIQ 107, VIQ 107 • GRIPA pc 1 • KRT pc 22 • TTR tot 74, pc 40 • Dudal pc 10
CASUS Hawa Leerstoornis/probleem? Soort probleem (automatiseer/domeinspe cifiek…) Analyse op KRT: T, V, P • • • WISC-R TIQ 88 EMT 62 -4=58 (SS 10) KRT pc 2 Dudal pc 5 TTR tot 57 pc 11
- Conceptueel model
- Wied ruijssenaars
- Alg christ vakverbond be
- Kernconcepten kunst algemeen
- Multiple zone model
- What are the 7 stages of curriculum development?
- Transforming to achieve linearity
- Mapping of er model to relational model
- Quantum mechanical atomic model
- Bohr model vs quantum model
- What is nativisation
- Model model motivasi
- Model model pengajaran
- Model pelatihan
- Motif utama pembuatan model perilaku konsumen adalah
- Model model etika profesi
- Keuntungan teknik dokumentasi por
- Model model ppm
- Billiard ball model vs cobweb model
- Compare and contrast bohr model to quantum model
- Raster model vs vector model
- Bohr rutherford diagram
- Atomic theory graphic organizer
- Heliocentric vs geocentric
- Osi model vs internet model
- Model inovasi pendidikan top down
- Model dokumentasi por (progress oriented record)
- The abcx formula and the double abcx model
- Soba model combines the sr model and
- Analysis model to design model
- Difference between heliocentric and geocentric models
- Polis model
- Klasifikasi model pengambilan keputusan
- Model informasi
- Model-model perilaku abnormal
- Definition of organisational behaviour
- Weaknesses of taba model
- Also known as telephone model
- Model beauchamp adalah
- Gangguan pesan
- Perkembangan model atom dalton
- Davson danielli model vs fluid mosaic model
- Davson danielli model vs fluid mosaic model
- Lean model canvas vs business model canvas
- Linear communication
- Aluminum bohr model
- Rekan sejawat sebagai sumber belajar
- Perbedaan model baumol dan model miller orr
- Imgesel taşırma nedir
- Convert conceptual model to logical model
- Explain the objectives of cash management
- Model model activity
- Burgess zones
- Model model pembelajaran ips
- Sistem lingkaran terbuka dan tertutup
- Latin american city model examples
- Metode primal dual
- Model model pembelajaran kurikulum 2013
- Zimmerman traxler modell
- Afebrilnost
- Skalowalność sieci komputerowej
- Zais model
- Dna yarn
- Ostrosłup pochyły siatka
- Market maker buy model
- Writing reflection
- Example of aec paragraph
- What is a uniform probability model
- Gorlach circle model of english
- Project model canvas exemplo
- Underidentified model
- What is a working model psychology
- C.u.d.s.a. communication model
- Head, heart hands framework
- Tuesday
- Hata model formula
- How to expand the pie in negotiation
- Aamr model
- Wics model principle