Leerlingkenmerken Motivatie 2 Thema 2 7 4 januari
- Slides: 16
Leerlingkenmerken Motivatie (2) Thema 2. 7 4 januari 2016
Programma § Welkom, vragen & mededelingen § Motivatiebevorderend gedrag van leraren § Opdracht: motivatie in de praktijk § Evaluatie § Afsluiting
Welkom, vragen & mededelingen q Responsiecollege maandag 11 januari > 10. 30 - 12. 00 in de collegezaal (E-116) > Padlet http: //padlet. com/ellen_vandenboo/hnactkubxca 9 q Overzicht leerdoelen > wijziging leerdoelen thema motivatie § het begrip prestatiemotivatie toelichten. § het verschil uitleggen tussen positieve en negatieve faalangst. q Vragen?
Leerdoelen De student kan: § kenmerken van vier verschillende leeromgevingen benoemen (* veeleisende en inconsequente leeromgeving, permissieve leeromgeving, controlerende leeromgeving, motiverende leeromgeving). § voorbeelden geven van motivatiebevorderend leraargedrag. § uitleggen welke instructiegebonden- en persoonsgebonden factoren een rol spelen bij het vergroten van motivatie van leerlingen. § de instructiegebonden factoren met betrekking tot motivatie toepassen op een casus.
Motivatiebevorderend leraargedrag q Onderzoek naar de rol van leraren in relatie tot motivatiebevordering bij leerlingen is schaars q Leraarfactoren die op grond van onderzoek en/of theorie van invloed lijken te zijn op motivatie: > Persoonlijkheidgerelateerde factoren > Instructiegerelateerde factoren Bron: rapport 27 “leerlingen motiveren: een onderzoek naar de rol van leraren ”
Persoonlijkheidsfactoren q Factoren in de persoonlijkheid van leraren die hun opvattingen, houding en gedrag met betrekking tot lesgeven beïnvloeden en daarmee vorm en kleur geven aan hun professionele identiteit. q Persoonlijkheidsfactoren q Self-efficacy q Professionaliteit en motivatie
Persoonlijkheidsfactoren: self-efficacy ◦ Self-efficacy verwijst naar het vertrouwen dat individuen in zichzelf hebben over hun beïnvloedingsmogelijkheden in bepaalde situaties. ◦ Gerelateerd aan de beroepspraktijk van leraren: > het vertrouwen dat leraren in zichzelf hebben om bepaalde effecten bij leerlingen te bewerkstelligen door middel van hun eigen gedrag. ◦ Het effect van self-efficacy op de motivatie van leerlingen kan zowel direct als indirect verlopen.
Persoonlijkheidsfactoren: professionaliteit en motivatie ◦ Vermoedelijke relatie tussen motivatie van leraren en self-efficacy ◦ Naarmate leraren doelen en waarden van de school meer geïnternaliseerd hebben in hun eigen persoonlijke doelen blijken zij: ◦ hun werk meer als belangrijk en betekenisvol te beschouwen ◦ meer vertrouwen te hebben in hun professionele vaardigheden om het leren van leerlingen te beïnvloeden ◦ meer gericht te zijn op professioneel leren en onderwijsvernieuwing ◦ Vinden van een passende ‘fit’ > trial-and-error ◦ Belang van onderzoekende leraren
Instructiegerelateerde factoren q Instructiegerelateerde factoren: > Factoren in het lesgedrag van leraren. > Op grond van theoretische overwegingen, vooral omdat deze beogen tegemoet te komen aan de behoeften van autonomie, competentie en/of verbondenheid, q Viertal concepten over onderwijzen en leren § procesgeoriënteerde instructie § differentiatie, § verbinding met de leefwereld van leerlingen en § coöperatief leren q Betere aansluiting op de leerbehoeften van individuele leerlingen, op de motivatie van leerlingen en betere schoolresultaten
Motivatie in de praktijk Casus: “themabijeenkomsten periode 1 & 2” Centrale vraag: “hoe kan de motivatie van studenten voor de themabijeenkomsten vergroot worden? ” Opbrengst: op basis van studentervaringen en ideeën de themabijeenkomsten doorontwikkelen Voorwaarden: - Thema’s gekoppeld aan generieke kennisbasis tweedegraads lerarenopleiding - Thema’s komen gedurende twee perioden aan bod
Opdracht: motivatie in de praktijk Opdracht: ontwerp met groepsgenoten de ideale opzet / inhoud van de themabijeenkomsten. Beschrijf de volgende onderdelen in de uitwerking: 1. Algemeen (aantal lessen / keuzes / inhoud / variatie docenten / etc. ) 2. Koppeling instructiegerelateerde factoren § Procesgeoriënteerde instructie § Differentiatie § Verbinding met de leefwereld van leerlingen § Coöperatief leren Werk bovenstaande aspecten uit op A 3 > wees zo concreet mogelijk (wat en waarom!)
Evaluatie 1. Wat is volgens jullie het belangrijkste aandachtspunt om motivatie van studenten voor het thema te vergroten? 2. Welk thema / welke bijeenkomst was voor jou het meest zinvol? 3. Overige tips?
Afsluiting q Periode 3 > start keuzethema’s op maandag 1 februari q Studiewijzer semester 2 volgt in de loop van januari q GKB kennistoets § Kans 1: 18 januari 2016 § Kans 2: 27 januari 2016
- Teoria asteptarilor
- Motivatie synoniem
- Motivatia cognitiva si afectiva
- Scrisoare de motivatie erasmus practica
- Model cv clasa a8a
- Motivare sau motivatie
- Motivatie intrinseca
- 30 januari 2014
- 1 januari 2016
- 24 januari 2005
- Freizeit thema
- Thema grieken en romeinen
- Rauchen thema b1
- Kleider machen leute thema
- Thematische progression
- Biologie thema 7 bloemen vruchten zaden antwoorden
- Wörter zum thema wohnen