Klinische classificatie Diagnostic and statistical manual of mental

  • Slides: 34
Download presentation
Klinische classificatie Diagnostic and statistical manual of mental Disorders (DSM) uitgegeven door American Psychiatric

Klinische classificatie Diagnostic and statistical manual of mental Disorders (DSM) uitgegeven door American Psychiatric Association – Huidige versie: DSM-IV International Classification of Diseases (ICD) uitgegeven door World Health Organisation – Huidige versie: ICD-10

Mono-/polythetisch Monothetisch: Elk symptoom is decisief Polythetisch: Geen enkel symptoom is decisief

Mono-/polythetisch Monothetisch: Elk symptoom is decisief Polythetisch: Geen enkel symptoom is decisief

ADHD in de DSM • DSM-III – ADD/H: 3 dimensies: aandachtstekort, impulsiviteit en hyperactiviteit

ADHD in de DSM • DSM-III – ADD/H: 3 dimensies: aandachtstekort, impulsiviteit en hyperactiviteit • DSM-III-R – ADHD: 1 dimensie • DSM-IV – ADHD: 2 dimensies, 3 subtypes – ADHD NOS

DSM-IV: criteria • Aandachtstekort – slaagt er vaak niet in om aandacht te schenken

DSM-IV: criteria • Aandachtstekort – slaagt er vaak niet in om aandacht te schenken aan details of maakt slordige fouten in schoolwerk, werk of andere activiteiten – heeft vaak moeite om de aandacht bij taken of spel te houden – lijkt vaak niet te luisteren wanneer hij/zij direct aangesproken wordt – volgt vaak aanwijzingen niet en slaagt er vaak niet in schoolwerk / karweitjes af te maken.

DSM-IV: criteria – heeft vaak moeite met het organiseren van taken en activiteiten –

DSM-IV: criteria – heeft vaak moeite met het organiseren van taken en activiteiten – vermijdt vaak, heeft vaak een afkeer van, of is onwillig zich bezig te houden met taken die een langdurige mentale inspanning vereisen (zoals schoolwerk of huiswerk) – raakt vaak dingen kwijt die nodig zijn voor taken of bezigheden – wordt vaak gemakkelijk afgeleid door uitwendige prikkels – is vaak vergeetachtig in dagelijkse bezigheden.

DSM-IV: criteria • Hyperactiviteit / impulsiviteit – beweegt vaak onrustig met handen of voeten

DSM-IV: criteria • Hyperactiviteit / impulsiviteit – beweegt vaak onrustig met handen of voeten of wriemelt op zijn zitplaats – verlaat vaak zijn zitplaats in de klas of in andere situaties waar verwacht wordt dat je blijft zitten – rent vaak rond of klimt overal op in situaties waarin dit ongepast is – kan vaak moeilijk rustig spelen of zich bezighouden met ontspannende activiteitenis vaak "in de weer" of "draaft maar door” – praat vaak aan één stuk door

DSM-IV: criteria – gooit het antwoord er vaak uit voordat de vragen zijn afgemaakt

DSM-IV: criteria – gooit het antwoord er vaak uit voordat de vragen zijn afgemaakt – kan vaak moeilijk zijn beurt afwachten – verstoort vaak bezigheden van anderen of dringt zich op

DSM-IV: 3 subtypes • Overwegend onoplettend type • Overwegend hyperactief-impulsief type • Gecombineerde type

DSM-IV: 3 subtypes • Overwegend onoplettend type • Overwegend hyperactief-impulsief type • Gecombineerde type

Specifieke leeftijdskenmerken 0 -2 2 -6 overactiviteit prikkelbaarheid rusteloze slaappatronen korte volgbewegingen overactiviteit snelle

Specifieke leeftijdskenmerken 0 -2 2 -6 overactiviteit prikkelbaarheid rusteloze slaappatronen korte volgbewegingen overactiviteit snelle afleidbaarheid beperkte aandachtspanne agressiviteit roekeloosheid

specifieke leeftijdskenmerken 6 -12 overactiviteit snelle afleidbaarheid beperkte aandachtspanne impulsiviteit secundaire problemen (o. m.

specifieke leeftijdskenmerken 6 -12 overactiviteit snelle afleidbaarheid beperkte aandachtspanne impulsiviteit secundaire problemen (o. m. sociale isolatie) >12 minder duidelijke kenmerken grote behoefte aan activiteit secundaire problemen >18 j gebrekkige impulscontrole secundaire problemen

Bijkomende kenmerken • • Laag zelfbeeld Schools onderpresteren Lage frustratietolerantie Verwerping door leeftijdgenoten Woede-uitbarstingen

Bijkomende kenmerken • • Laag zelfbeeld Schools onderpresteren Lage frustratietolerantie Verwerping door leeftijdgenoten Woede-uitbarstingen Houterigheid …. .

Comorbiditeit • • Oppositioneel opstandige gedragsstoornis Conduct disorder (anti-sociale gedragsstoornis) Stemmingsstoornissen Angststoornissen Leerstoornissen Communicatiestoornissen

Comorbiditeit • • Oppositioneel opstandige gedragsstoornis Conduct disorder (anti-sociale gedragsstoornis) Stemmingsstoornissen Angststoornissen Leerstoornissen Communicatiestoornissen Gilles-de-la-Tourette

Prevalentie • 3 tot 5 % van de kinderen • 4 à 10 jongens

Prevalentie • 3 tot 5 % van de kinderen • 4 à 10 jongens / 1 meisje

Onderscheid • Situationele ADHD • Pervasieve ADHD

Onderscheid • Situationele ADHD • Pervasieve ADHD

Differentiaaldiagnose • • • Normale variatie Mentale retardatie Hoogbegaafdheid Oppositioneel gedrag Pervasieve ontwikkelingsstoornis Psychose

Differentiaaldiagnose • • • Normale variatie Mentale retardatie Hoogbegaafdheid Oppositioneel gedrag Pervasieve ontwikkelingsstoornis Psychose

Historiek en huidige opvattingen • • • Minimal Brain Damage Minimal Brain Dysfunction Hyperkinetic

Historiek en huidige opvattingen • • • Minimal Brain Damage Minimal Brain Dysfunction Hyperkinetic Reactions of Childhood Attention Deficit Disorder Attention Deficit Hyperactivity Disorder

Theorievorming • • • Aandachtsprobleem? Impulsiviteitsprobleem? Hyperactiviteitsprobleem? Motivationeel probleem? Uitstel-aversie probleem?

Theorievorming • • • Aandachtsprobleem? Impulsiviteitsprobleem? Hyperactiviteitsprobleem? Motivationeel probleem? Uitstel-aversie probleem?

Eerste contact • Ouders – Concretisering – Problemen in de ontwikkelingsgeschiedenis • • Informatie

Eerste contact • Ouders – Concretisering – Problemen in de ontwikkelingsgeschiedenis • • Informatie over het kind Ouder-kindrelatie Opvattingen over opvoeding Stress in het gezin • Kinderen – Problematisering – Probleemoplossingsvaardigheden

Onderzoek • Intelligentie-onderzoek (WISC-R) • Neurologisch onderzoek door arts • Neuropsychologisch onderzoek – Aandacht

Onderzoek • Intelligentie-onderzoek (WISC-R) • Neurologisch onderzoek door arts • Neuropsychologisch onderzoek – Aandacht en concentratie • Bourdon-Vos • D 2 • Continuous Performance Test – Geheugen en leerbaarheid • 15 woorden van Rey • Complexe figuur van Rey

– Impulsiviteit, planning • Matching Familiar Figures Test • Wisconsin Card Sorting Test •

– Impulsiviteit, planning • Matching Familiar Figures Test • Wisconsin Card Sorting Test • Stroop kleur woordentest • Vragenlijsten – Conners Rating Scale • Verkorte ouderversie: 62 items • Leerkrachtversie: 39 items – Child Behaviour Checklist • Gedragsproblemen: 118 items • Sociale competentie: 20 items

– Teacher Report form • Gedragsproblemen: 120 items – Vragenlijst voor Gedragsproblemen bij kinderen

– Teacher Report form • Gedragsproblemen: 120 items – Vragenlijst voor Gedragsproblemen bij kinderen (corrigeer in syllabus!!) • 42 items over gedrags- en aandachtsmoeilijkheden • Enige met Vlaamse normen

Onderzoek Vergeet, zo mogelijk, ook de observaties niet !!!

Onderzoek Vergeet, zo mogelijk, ook de observaties niet !!!

Interventie • Medicatie • Interventies gericht op het kind – Cognitieve interventies – Bevorderen

Interventie • Medicatie • Interventies gericht op het kind – Cognitieve interventies – Bevorderen van sociale competentie • Interventies met of door de leerkracht – Overbrengen van kennis – Algemene principes – Gedragsveranderende technieken voor mediatoren – De klassituatie

Medicatie • Stimulantia vb. : – Rilatine (methylfenidaat) – Dexedrine (d-amfetamine) • Clonidine vb.

Medicatie • Stimulantia vb. : – Rilatine (methylfenidaat) – Dexedrine (d-amfetamine) • Clonidine vb. : – Dixarit • Tricyclische antidepressiva vb. : – Tofranil (imipramine) – Pertrofan (desimipramine)

Medicatie: beperkingen • Niet voor alle kinderen effectief (70 à 80 %) • Korte

Medicatie: beperkingen • Niet voor alle kinderen effectief (70 à 80 %) • Korte termijn oplossing die ouders niets leert • Bijwerkingen • Negatieve houding tegenover chronisch gebruik • Ook het kind leert niets

Kindgerichte interventies • Cognitieve interventies – Uitleggen wat ADHD is – Zelfcontrolestrategieën • Zelfregistratie

Kindgerichte interventies • Cognitieve interventies – Uitleggen wat ADHD is – Zelfcontrolestrategieën • Zelfregistratie en zelfevaluatie • Zelfinstructie • Problemsolving

Zelfinstructie • 5 stappen: – Cognitieve modeling – Overte, externe sturing – Uitwendige zelfsturing

Zelfinstructie • 5 stappen: – Cognitieve modeling – Overte, externe sturing – Uitwendige zelfsturing – Vervaagde uitwendige zelfsturing – Innerlijke spraak

Bevorderen van sociale competentie • Sociale probleemoplossing – Probleemgevoeligheid – Probleemdefiniëring of - localisering

Bevorderen van sociale competentie • Sociale probleemoplossing – Probleemgevoeligheid – Probleemdefiniëring of - localisering – Genereren van alternatieven – Argumentatie en keuze • Consequentieel denken • Middel-doel denken – Uitvoering – Verificatie of toetsing

Bevorderen van sociale competentie • Sociale vaardigheidstraining – Initiatievaardigheden – Conversatievaardigheden – Woedecontrole

Bevorderen van sociale competentie • Sociale vaardigheidstraining – Initiatievaardigheden – Conversatievaardigheden – Woedecontrole

Interventies met en door de leerkracht • Overbrengen van kennis aan de leerkracht –

Interventies met en door de leerkracht • Overbrengen van kennis aan de leerkracht – Biologisch bepaald – Niet te “genezen” ontwikkelingstekort – Impact op functioneren op school – belang van interventie op school • Algemene principes – Regels en instructies • Duidelijk en kort • (individueel) Herhalen • Positieve formulering

Interventies met en door de leerkracht – Leren structureren • Opsplitsen in deeltaken •

Interventies met en door de leerkracht – Leren structureren • Opsplitsen in deeltaken • Regelmatig bekrachtigen – Transities • Pauze tussen activiteiten • Anticiperen op transities • Bekrachtiging voor goed gedrag – Consistente routine – Preventieve strategieën • Vb inlichten van leerkracht volgende leerjaar

Gedragsveranderende technieken • Positieve consequenties – Positieve aandacht – Variabele beloningen – Token economy

Gedragsveranderende technieken • Positieve consequenties – Positieve aandacht – Variabele beloningen – Token economy systemen – Inbouwen van succes • Negatieve consequenties – Negeren – Berispingen – Respons kost

Gedragsveranderende technieken – Time-out – Straf – Overcorrectie • Negatieve en positieve consequenties –

Gedragsveranderende technieken – Time-out – Straf – Overcorrectie • Negatieve en positieve consequenties – Negeren van ongewenst gedrag – Belonen van gewenst gedrag

Klassituatie • • Dicht bij de leerkracht Afgescheiden van andere kinderen Geregeld wisselen van

Klassituatie • • Dicht bij de leerkracht Afgescheiden van andere kinderen Geregeld wisselen van plaatsen Schoolse activiteiten in de voormiddag Voldoende variatie Korte huiswerkopdrachten Bevorderen van actieve deelname aan groepslessen