Kenmerk 5 De groei van het Romeinse imperium
- Slides: 16
Kenmerk 5: De groei van het Romeinse imperium, waardoor de Grieks. Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 11: De Romeinse klassenmaatschappij
3000 • Burgers woonden in Rome, op het omliggende platteland, maar ook bijvoorbeeld in het huidige Delfland 200 Politieke invloed Meer carrièremogelijkheden Bescherming door het recht Meer sociaal aanzien; je hoort erbij! Mag je bezittingen hebben en uitbreiden (vb. land) 400 – – – 700 • Als burger heb je 1000 – Burgerschap is gedurende de hele klassiek Romeinse geschiedenis enorm belangrijk 1500 • Burger worden 2000 Burgerschap centraal 1 200 400
3000 1000 700 – De plebs – De equites (aristocratie) – De patriciërs (aristocratie) 1500 • In de samenleving kennen we drie grote – maar zeker niet homogene – klassen 2000 Samenleving 400 • Zie piramides (volgende sheet) 200 1 200 400
3000 400 200 1 200 Het ambt van volkstribuun (tribunus plebis) [zie laatste sheet] Oprichting van de volksvergadering (concilium plebis) Vanaf de 4 e eeuw werden de wetten ook openbaar Mocht men steeds meer ambten bezetten (in de praktijk moeilijk doordat de onbezoldigd waren, én je zelf veel moest financieren) 700 • • 1000 – vormden de economische en militaire ruggengraat van de samenleving – hadden in het begin geen politieke invloed – waren voor juridische zaken en politieke invloed afhankelijk van de aristocratie – Uiteindelijk gingen ze in staking, en er werd onderhandeld. – Resultaat: 1500 • Deze mensen bezitten land; 2000 De Plebs 400
De Plebs pikt het niet langer
700 400 200 1 200 – Zij waren feitelijk machteloos, maar met velen, dus …. . 1000 • Deze nobilis beschermde zijn clientela, maar eiste als “betaling” trouw en diensten. Deze diensten liepen uiteen van vechten (militie), stemmen op de patronus tot verrichten van allerlei werkzaamheden 1500 – Dienstplichtig > dus geen tijd voor het land en eisten veel levens – Nieuw veroverde gebieden kwamen toe aan de aristocratie, die daar grote boerderijen neerzetten. En doordat men met slavenarbeid ging werken en aan schaalvergroting deed, werden de kleine boeren kapot geconcurreerd. – Daarna trokken ze werkeloos naar de stad, alwaar zij de klasse van de proletariërs vormden. Zij die niets hadden, behalve hun kinderen (proles). – In de stad waren zij afhankelijk van de steun van een patronus en van tijdelijk werk 2000 • Door de veroveringsoorlogen kwamen velen in de knel 3000 De Plebs - in de knel 400
700 400 200 1 200 – (verder) carrière maken in het leger – commerciële activiteiten uitbreiden – belangrijke bestuurlijke functies vervullen, vb. het gouverneurschap van een provincie (zie sheet) 1000 • Via maatschappelijke promotie konden zij uiteindelijk ook toetreden tot de patriciërs; vooral via het ambt van senator • Door veroveringsoorlogen konden de equites 1500 – Het leger, bestuurlijke taken (o. a. financiën) – Zij beheersten het bankwezen, de rechtspraak en de handel – Daarnaast hadden velen grote boeren bedrijven 2000 • Zij vormden de lagere adel • Hun taken waren 3000 De equites - Ridders 400
Provincies
Rome en buurvolken
1500 1000 700 400 200 1 • Zij vormden de senatorenstand • Alle hoge bestuurders (seculier én religieus) kwamen in het begin van de Republiek uit de oude aristocratische gentes (clans) • Familietradities en voorouderverering vormden een zeer wezenlijk onderdeel van hun cultuur • Huwelijken vonden alleen plaats tussen leden uit verschillende gentes • Men kon wel (bijzondere) kinderen uit lagere standen adopteren 2000 - een gesloten gemeenschap 3000 De patriciërs 200 400
De Senaat
1000 700 400 200 – Nieuwelingen werden tot de stand toegelaten – de homo novus – Daarnaast konden (door een wetswijziging van JC) ook buitenlandse edelen senator worden 1500 • Vanaf de vierde eeuw VC komen er af en toe senatoren bij vanuit het plebs en de equites • In de eerste eeuw VC ging het roer pas echt om toen de patriciërstand dreigde op te raken door bloedige burgeroorlogen 2000 - een meer open gemeenschap 3000 De patriciërs 1 200 400
700 400 200 • Bij elkaar was dit een omvangrijke en meestal zeer loyale groep mensen 1000 Directe verwanten Verder verwanten (zelfde bloedlijn) Dienaren (vrijgelaten) slaven 1500 – – 2000 • Teneinde de macht in de familie te houden, moest de keizer wel volledig op zijn extended family steunen • Deze familia werd gevormd door 3000 De Keizerlijke familia - de vierde klasse 1 200 400
200 Voorzitter van de senaat Militair bevelhebber (2 legioenen) Hoogste juridische autoriteit Vetorecht (ten aanzien van de senaat en zijn directe collega) Diende “slechts” één jaar 1 • • • 200 – De consul (in tweevoud) 400 • Assistent van de consul, belasting met juridische zaken 700 – De praetor 1000 • Toezicht op financiën van het rijk, waaronder ook het leger. 1500 – De questor 2000 • De meeste hoge (magistratuur) banen waren erebanen. Het geld moest uit je eigen zak komen. Deze banen openden dan wel weer deuren naar geld en aanzien 3000 De aanzienlijke Banen - cursus honorum 400
200 1 200 Eerst waren er twee, later zelfs tien Zij vormden de personificatie van het plebs Hadden een vetorecht over acties van de senaat Zij waren onschendbaar (juridisch én religieus); het op welke manier dan ook tegenwerken van de volkstribuun stond gelijk aan heiligschennis, en hierop stond maar een straf ……. • De keizers absorbeerde dit magistratuur om te laten zien, geloven dat ook zij niets anders deden dan de publieke zaak dienen 400 • • 700 – Tribus plebis (volkstribuun) 1000 • In perioden van onrust en/of slecht bestuur kreeg de zes maanden de almacht. 1500 – De dictator 2000 • Andere belangrijke magistraturen waren 3000 De aanzienlijke Banen - cursus honorum 400
- Groei van het romeinse rijk
- De val van het romeinse rijk schooltv
- Kenmerken van ontwikkelingslanden
- Absolute fitness biology
- Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
- Het stokske van johan van oldenbarnevelt
- Levenscyclus van een koolwitje
- Grafiek groei bruine boon
- Geestelijke groei bommelerwaard
- Percentage berekenen van totaal
- Lineaire groei
- Afname en toename procenten
- Uit het oog uit het hart frans
- Regenead
- Smout vet hespe en spek
- Wat is de functie van weefselvloeistof
- Het leven praktische lessen uit het boek