Kenmerk 15 Het conflict in de christelijke wereld

Kenmerk 15 Het conflict in de christelijke wereld over de vraag de wereldlijke of de geestelijke mach het primaat behoorde te hebben Les 2 - Investituurstrijd

1100 H 3: § 12: p 58 1450 1500 • De wereldlijke heer is de baas over je lichaam • De Kerk over je ziel 1400 – Heel simpel gesteld 1350 • Maar wie is nu de baas? 1300 • Dus de staat bemoeide zich met de Kerk; hierbij ging het dan met name om bestuursaangelegenheden 1250 – In het Romeinse Rijk was de godsdienst ook een staatsaangelegenheid – De Franken (Clovis, Karel de Grote) namen dit over 1200 • Verschil wereldlijke en geestelijke macht 1150 Scheiding der machten 1550

1100 1350 1400 1450 1500 – Deze strijd wordt de Investituurstrijd genoemd • De paus deed Hendrik in de ban en zijn leenmannen kozen uiteindelijk voor de paus. Hierop stond Hendrik alleen en ging voor vergeving naar Canossa (1077) • De pret voor de paus was van korte duur want thuis deed Hendrik weer lekker waar hij zin in had • Uiteindelijk verjoeg Hendrik de paus uit Rome en zette er zijn “eigen” paus neer die hem natuurlijk tot keizer kroonde (1084) 1250 – De Paus moest worden aangewezen door geestelijken en deze moest op zijn beurt weer andere kerkelijke bestuurders (laten) aanwijzen (1073) – Hierdoor ontstond er een strijd tussen paus Gregorius VII en Koning Hendrik IV van het Duitse Rijk (zie dia) 1200 • Vanuit het klooster Cluny (zie dia) ontstond er verzet tegen wereldlijke inmenging (11 e eeuw) 1150 Strijd om dé macht 1 1550

Duitse Rijk

Hendrik in Canossa

1100 1350 1400 1450 • Daarnaast traden geestelijke natuurlijk ook zelf vaak op als bestuur van een gebied 1250 – zij geen rekening meer hoefden te houden met de wensen/eisen van de paus – de vorst altijd zijn zin kreeg – de paus niet bij tijd en wijle machtiger was 1200 • De strijd bleef gedurende de middeleeuwen • Langzamerhand werd duidelijk dat de vorsten het machtigst waren, maar dit wilde niet zeggen dat 1150 Strijd om dé macht 2 1500 1550

Q&A • Wat wordt hier afgebeeld? • Een vorst die zich onderwerpt aan de geestelijke macht